donderdag, maart 28

De Story van Kevin De Bruyne: Van Drongen tot Porto (7)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Kevin De Bruyne wordt momenteel beschouwd als de beste middenvelder ter wereld. Sommigen zien in hem zelfs de toekomstige winnaar van de Gouden Bal. Om dat waar te maken zal KDB een internationale prijs moeten pakken. Zijn vijfde Engelse ligabeker heeft hij reeds op zak. De derde Premier League-titel is inmiddels ook binnen. En hij heeft ook één kans op twee om op 29 mei zijn eerste Champions Leaguefinale te winnen. Auteur Raf Willems volgt al enkele jaren het fenomeen en vertelt hierover in zijn ‘Story van KDB’. In twee afleveringen per week te volgen op De Witte Duivel.

Zichzelf uitschelden en leren achteruitlopen

Plezier, expressie, bewustwording en voetbalverstand. Aan kwaliteiten geen gebrek bij Kevin De Bruyne. Zag Frank Vercauteren ook gebreken? Frank Vercauteren: ‘Ik ontleed en versterk altijd iemands sterke punten. Ik geloof in de ontplooiing van het talent. Bij Kevin: de trap, de vista, de snelheid van uitvoering. Hij leed wel aan een gebrek aan explosiviteit, maar dat ving hij op door het zeldzame vermogen om een actie vooruit te denken. Voor hij de bal kreeg, had hij al door wat ermee te doen. Hij zag het en kon het ook nog uitvoeren. Zijn leerpunt? Het zogenaamde diagonale lopen, zoals een flankmodel dat vraagt. Dat deed hij met name in zijn opleiding zelden of niet. Ik liet hem achteruitlopen, dwong hem tot hard werk in functie van het team, legde hem inspanningen op over een afstand van dertig meter en daagde hem uit om te scoren vanuit de tweede linie.

Daar spendeerde ik in mijn eerste halfjaar – van december 2009 tot mei 2010 – het meeste van mijn tijd aan met hem. In het kampioenenjaar 2011, het seizoen daarop, voerde hij dat zeer goed uit. Voor mij was hij al veel meer dan een ruwe diamant, maar hij diende toch ook nog wat geslepen te worden. Ik leerde hem leiding nemen, ook al was hij slechts achttien. Niet zozeer op een verbale wijze, maar door zijn voetbalkwaliteiten. Hij maakte het verschil met zijn spel in plaats van door zijn babbel. Met hem erbij zijn we beter. Zo redeneren oudere voetballers.’

En of KRC Genk ‘met hem erbij beter was’. Dat bleek meteen in het formidabele seizoen 2010-2011 waarin de Limburgse blauw-witten in extremis de titel behaalden. Desondanks kwam Kevin de nodige obstakels op zijn weg tegen. Frank Vercauteren: ‘Ik bracht hem onder bij de categorie top van het elftal. Hij diende eerst te bevestigen en nadien het verschil te maken. Ik stopte hem dus in een zeer zwaar proces, want hij kwam tenslotte pas kijken. Ik verplichtte hem om de lat te verleggen, maar eigenlijk het vanzelf. Al belandde hij door zowel ziekte als een mentaal knakje even in de problemen. Hij overwon beide moeilijkheden, maar bleef toch iemand die om overtuigingskracht vroeg om het belang in te zien van sommige dingen: kracht, stretching, stabilisatie.

Foeteren

Ik waarschuwde hem voor dingen die hij op zijn weg zou treffen. Daarom bleef ik hem als coach ter discussie stellen. Dat was niet gemakkelijk, want iedereen hemelde op. Alles leek rooskleurig, maar zo werkt het niet in het voetbal. Vroeg of laat volgt de klap en zullen de media in uitvergrotende trap zich afvragen wat er schort bij De Bruyne. Hij was ook nog niet geconfronteerd geraakt met het statuut van reserve of tribunezitter. Die maatregel nam ik al eens om het hem te leren, zij het niet te vaak, want hij was te belangrijk voor het elftal. Hij reageerde dan vanuit ongeloof en ontgoocheling, maar ik verwachtte dat van hem, want anders zou hij niet Kevin De Bruyne zijn geweest.

Op die wijze testte ik hem uit op het gebied van de zelfcontrole: gesticuleert hij, gooit hij met zijn shirt, is hij boos op mij? Hij had dat soort reacties in zich, maar hield zich ten aanzien van het publiek wel in. De meeste mensen zagen dat niet, maar ik onderschepte het wel. Op training foeterde hij soms wat af op zijn maats, maar vooral ook op zichzelf. Hij kon echt boos zijn wanneer hij zijns inziens slecht presteerde. Dan schold hij zichzelf uit.’

Natuurlijk leiderschap was hem in zekere zin op het lijf geschreven, maar het liep niet via de klassieke driehoek communicatie-ervaring-verbaliteit. Hij voelde het voetbal aan: daar lag het hem. Frank Vercauteren: ‘Hij wist nog niet hoe een match te lezen: 3-0 in ons voordeel en een midweekmatch op komst? Dan draait een oudere speler de gashendel dicht, maar hij hield zich niet in. Hij kon ook niet begrijpen dat ik hem naar de kant haalde, dat voelde hij nog niet aan. Hij was niet in staat de hele partij te controleren. Correctie: wél op voetbalgebied, niet inzake menselijk inzicht. Hij dacht alleen aan de eigen prestatie: ik heb al twee goals gemaakt en wil er nog een. Dat is op zich niet verkeerd, maar hij dreef dat te ver.

Intense tweestrijd

Ik herken daarin de aard van het beestje: die van de topspeler Die wil ook op de training winnen. Zit hij in de tribune, dan vreet hij zichzelf op. Ik had bij hem het gevoel dat hij op alle posities uit de voeten kon, maar in het begin eiste hij te vaak de bal op. Hij klaagde: ‘Ze geven me te weinig de bal.’ Ik daagde hem uit: ‘Ga hem dan halen.’ Hij zakte dan terug tot aan de achterlijn en ik stuurde hem weer naar voren. Die confrontatie probeerde ik uit, want ik wilde hem zo diep mogelijk in het spel zien komen. Dat was een intense tweestrijd, want hij bleef azen op de centrale positie zonder dat het voor de buitenstaander opviel. Hij begon te voetballen met het air van ‘daar speel ik het liefst’. Ik oordeelde dat hij moest staan waar de ploeg hem nodig had. Dat is toch de taak van de trainer? Ik hield het overzicht en zette hem daarom op links. Hij kwam daar beter tot zijn recht dan op rechts. Centraal moet je ook ballen veroveren, recupereren en verdedigen en daar voelde hij op dat ogenblik minder voor.’

Frank Vercauteren evalueerde De Bruyne als een kwalitatief zeer hoogstaande én intelligente speler die op de verschillende terreinen tot het uiterste ging: fysisch, technisch, tactisch. ‘Hij had vele facetten in zich waarnaar je als trainer uitkijkt. Hij veegde er nooit zijn voeten aan. Tegelijk gedroeg hij zich toch enigszins gereserveerd: een stille jongen, maar je hoeft geen babbelaar te zijn invloed uit te oefenen.’

O Belgisch voetbal | Raf Willems

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Comments are closed.