zondag, december 22

De spreidstand van de supporter

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Trainer zijn in de Belgische competitie is geen pretje. Voor je het weet sta je op de keien en kun je weer van vooraf aan beginnen. Bestuurder zijn bij een voetbalploeg is dat al evenmin. Elke goede transfer is maar normaal, elke mislukte aankoop wordt je in lengte van dagen aangewreven. Ook speler zijn is niet per se altijd het leukste. Je moet dag in dag uit blijven gaan en voortdurend bewijzen dat je beter bent dan je concurrent en die alleen maar je concullega is als je samen in de ploeg staat. En het is al zeker geen pretje wanneer je tegen je zin wordt gewisseld of, erger nog, wedstrijd na wedstrijd de bank moet blijven verwarmen en hopen op betere tijden. Voetbal, het kan een harde sport zijn.
Maar dat is allemaal niets in vergelijking met wat je op vandaag moet doorstaan om supporter van een ploeg te zijn. Week na week zien we op onze nationale velden wat er vooral naast het veld gebeurt. Het rijtje incidenten is eindeloos en er lijkt nog altijd geen licht aan het einde van de tunnel.
Supporter zijn, het is haast een opgave. In Duitsland worden heel wat wetenschappelijke studies aan het fenomeen gewijd, want het voetbal heeft zeer grote maatschappelijke en economische implicaties. Daaruit blijkt dat supporteren voor een ploeg een bewuste keuze is. Die keuze is meteen ook een keuze tegen (een) andere ploeg(en). Dat klinkt negatief, maar dat hoeft het niet te zijn, omdat je ook heel sportief en fair tegen een andere ploeg kunt zijn, omdat je jouw ploeg ondersteunt.
Supporter zijn ben je in feite voor het leven, want je doet niet aan “club hopping”. Daarbij maakt het niet uit of bijvoorbeeld twee ploegen uit dezelfde stad in verschillende afdelingen uitkomen. Een Duitse studie over twee ploegen uit Stuttgart toont dit duidelijk aan. VfB speelt in de Bundesliga en Traditionsverein Stuttgarter Kickers is ondertussen afgezakt naar de Oberliga van Baden-Württemberg. Vergelijkbaar met eerste provinciale bij ons. Ondanks dit verschil is er toch die aanvankelijke keuze waar je je aan houdt. Het is geen en-enverhaal, maar een ofverhaal.
Ook hier bij ons vind je daarvan wel wat voorbeelden. De bekendste zijn waarschijnlijk Beerschot & Antwerp, Club Brugge & Cercle Brugge en KV Mechelen & Racing Mechelen. Dat is op lokaal niveau. Bij uitbreiding kan het ook op landelijk niveau: Club Brugge & AA Gent, Kortrijk & SV Zulte Waregem of Anderlecht & Standard Luik, om maar enkele voorbeelden te noemen.
Net als in Stuttgart is er ook in Mechelen een klassenverschil en toch maak je een duidelijke keuze. Een keuze die van veel factoren kan afhangen, maar heel vaak familiegebonden is. Een traditie van vader op zoon meestal. Of vaak ook, de allereerste wedstrijd die je als kind ooit live meemaakt en indruk op je maakt.
Dat het supporteren soms vreemde vormen kan aannemen, weten we allemaal. Een Cerclesupporter neemt het woordje club niet in de mond en schakelt dan maar over op de vereniging, of een Antwerpsupporter zal nog liever 12 + 1 zeggen dan het getal 13 te gebruiken. Het zijn maar twee voorbeelden uit de vele tientallen.
Haast zeker zijn er nu lezers die zullen opmerken dat dit eerder positieve verhaal toch wel niet klopt omdat er altijd wel boel, ambras, zever, … is bij wedstrijden tussen die ploegen. Dat kan kloppen, maar dat wil tegelijkertijd niet zeggen dat het hier dan gaat om de mensen die hierboven als supporter werden beschreven.
De oorsprong van het woordje supporter komt uit het Latijn: een samenvoeging van sub en portare tot supportare. En dat betekent zoveel als aanbrengen, bewerkstelligen en uiteindelijk ondersteunen. Een supporter ondersteunt zijn ploeg. Door dik en dun. In eerste klasse of in eerste provinciale. Maakt niets uit. Je staat achter je ploeg en je steunt het team in goede en in kwade dagen.
In België lijkt de situatie ondertussen op dat vlak serieus verziekt te zijn. Eigenlijk begint het al bij de naamafroeping van de bezoekende ploeg. Het valt niet te begrijpen dat – nog voor een bal getrapt moet worden – een speler wordt uitgefloten. Neen, misschien geen doodzonde, maar het creëert een onnodige sfeer van vijandigheid en niet van competitie. Verder in niks te vergelijken met wat er ondertussen haast elk weekeind op ons af komt.
Opsommen wat er dit en vorig seizoen als is gebeurd zou een lange lijst opleveren met de man die een vuurpijl gooide in het vak van de Antwerpfans. Ik gebruik hier met opzet niet het woord supporter voor de kerel die hier een criminele daad stelde en daarvoor ook duidelijk en terecht werd veroordeeld.
Laten we het maar gewoon bij de afgelopen speeldag houden. Vuurpijlen zijn inderdaad nog altijd aan de orde. Je zag ze afgelopen zaterdag op Antwerp en – godbetert – nu ook al op Union, dat blijkbaar toch groeipijnen kent. In Gent ging men nog een stap verder. Daar werd de eigen doelman belaagd met pyrotechnisch materiaal. Niet dat die een belangrijker target zou zijn dan de doelman van de andere ploeg, maar wel een lid van de ploeg die je veronderstelt te ondersteunen. Mogen we er nog eens op wijzen dat lichaamsopeningen niet dienen als container voor vuurpijlen.
Maar twee incidenten deden – zonder rook – nog meer pijn aan de ogen.
Je hebt het schandalige spandoek in Gent: Death to traitors – Yaremchuk Judas. Je vraagt je af wat er in de hoofden van die mensen moet omgaan om een dergelijke tekst op een spandoek te zetten. Beseffen ze wel wat ze schrijven? Het woordje death mag dan nog symbolisch zijn bedoeld, dit is gewoon een ontoelaatbare aanval op een medemens die het vooral ook naast het veld als Oekraïner het afgelopen jaar heel moeilijk heeft. En wat heeft Roman Jaremtsjoek overigens misdaan? Hij is gewoon op een totaal aanvaardbare manier van ploeg gewisseld en heeft niks of niemand verraden. En daar is niks fout mee. Zouden die mannen die zich supporter van Gent noemen nog nooit van job veranderd zijn? En indien ja, zijn ze dan ook verraders?
Even pijnlijk vond ik het incident met Kristof D’haene van KV Kortrijk. Bekijk gerust nog eens het filmpje en kijk naar de gezichten van de mensen die denken D’haene de les te moeten spellen. Het is pure haat tegenover een jongen die als echte Kortrijkzaan altijd het beste van zichzelf geeft en een voorbeeld is voor zijn ploeg. En we gaan er nog altijd vanuit dat die elf spelers van KVK hun stinkende best hebben gedaan, wat die onnozelaars langs de kant ook mogen beweren. Haat en voetbal horen gewoon niet bij elkaar. Haat hoort overigens nergens bij.
Daarom weiger ik het woordje supporter te gebruiken bij al die voorgaande incidenten. Het gaat hier om hooligans en randdebielen die zichzelf en anderen te schande maken door een gedrag dat ontoelaatbaar, crimineel en strafbaar is. En ook zo moet worden behandeld.
Inderdaad, 99% van de bezoekers bij een voetbalwedstrijd gedraagt zich wel als supporter, maar die groep wordt afgemeten aan dat ene procentje crapuul. Net daarom doe ik een oproep aan alle echte supporters en aan de clubs: weiger deze mensen in het stadion, in je supportersclub en in je supportersvak. Ze horen niet thuis in het voetbal en maken alleen maar jou als supporter te schande voor iets wat je zelf niet verdient. Ondersteun als echte supporter je ploeg en ga voor echte fair play. Alleen dan kunnen we dit soort onverdraaglijk gedrag uit onze stadions weren. En blijft de supporter wat hij hoort te zijn, iemand zijn ploeg steunt en ondersteunt. Het is daarom tijd dat elke supporter van om het even welke ploeg even in de spiegel kijkt en voor zichzelf beslist of hij tot die 99% wil behoren dan wel tot die 1% die wij weigeren supporter te noemen.

Share.

About Author

Paul Catteeuw (1956) bekijkt voetbal vanuit de tribune achter het doel. Hij houdt zo de vinger aan de pols voor wat naast de zijlijn gebeurt en probeert om er dwars doorheen te kijken. Soms vol nostalgie, soms vol verwondering, maar meestal met een vleugje ironie.

Leave A Reply