vrijdag, oktober 18

Brief aan Paul: zelfs Orban heeft het begrepen

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Dag Paul

Je kaartte zoveel zaken aan dat ik niet meteen weet waar te beginnen. Laat me her eerst hebben over de Franse verkiezingen. Ik denk niet dat Mbappé en co mensen overtuigd hebben om niet voor Le Pen te stemmen, maar de kans is reëel dat vooral jongeren dankzij de voetballers zijn gaan stemmen. Het was de hoogste opkomst sinds 1981, las ik.

Het is merkwaardig hoeveel mensen reageren op gekleurde voetballers. Als ze bij de tegenstander spelen, zijn ze bijna altijd mikpunt van jongens (meisjes doen zoiets zelden of niet) met een IQ lager dan hun schoenmaat. Als ze bij de eigen ploeg lopen, zijn het afgoden. Op voorwaarde dat ze het goed doen en er gewonnen wordt. In het andere geval zijn ze letterlijk het zwarte schaap. Denk maar aan de schandelijke wijze waarop Saka, de enige Engelsman op niveau op dit EK, en Rashford op sociale media bejegend werden na het missen van een strafschop op het vorige EK.

Het is nochtans duidelijk: voetbalsucces met alleen witte jongens bestaat niet meer. Het is het probleem van het voetbal in Oost-Europa. En vroeger bij ons. Ik heb in de periode dat ik exclusief voor De Standaard werkte – tussen 2002 en 2006 – eens geschreven dat hét probleem van de Rode Duivels was dat ze té wit waren.

Nederland werd in 1988 Europees kampioen met jongens als Vanenburg, Rijkaard en Gullit. Tien jaar later dankten de Fransen hun wereldtitel in ruime mate aan Thuram, Karembeu, Desailly, Vieira, Trezeguet, Henry en Zidane. Driekwart van de spelers had roots buiten Europa. En kijk eens naar de kleur van de Engelsen, die op Euro 2024 voor de derde keer in de vier laatste grote toernooien in de halve finale staan.

Weet je, zelfs Victor Orban heeft dit begrepen. Orban, hét symbool van Europees antimigratiebeleid is niet tegen vreemdelingen als het hem uitkomt. Hongarije speelde op het EK met Loic Nego, Willi Orban, Callum Styles en Marton Dardai. Ze zijn zo Hongaars als ik. De voorbije jaren speelden in het nationale team jongens die uit Zuid-Afrika, Brazilië en Nigeria kwamen. In de competitie is meer dan vijftig procent van de spelers buitenlander. ‘Voetbalsucces verhoogt de trots van een volk en wakkert het nationalisme aan’, gaf Johanna Mellis, prof geschiedenis aan het  Ursinus College, in The Guardian mee als verklaring voor de uitzonderingen in het beleid van Orban. Victor dus, niet Willi.

Bij ons duurde het tot eind jaren ’90 vooraleer er met de broers Mpenza wat kleur in de nationale ploeg kwam. Dat was geen toeval. Na het Bosmanarrest in december 1995 maakte Constant Vanden Stock Eddy Wauters voorzitter van de Profliga. Jeugdopleiding was geldverkwisting, was de nieuwe lijn. Wat een dwaasheid. Ons voetbal heeft er meer dan tien jaar door stilgestaan.

Pas deze eeuw hebben onze topclubs hun beleid bijgestuurd, toen ze beseften dat het de enige mogelijkheid was om financieel te overleven. Waar zouden Anderlecht en Club Brugge staan zonder de verkoop van hun jonge talenten? Vaak Afrikanen of Zuid-Amerikanen die op jonge leeftijd naar hier gehaald werden om later door te verkopen. Gelukkig ook steeds meer jongens uit eigen land met een autochtone achtergrond. Denk maar aan Witsel, Kompany, Lukaku, Tielemans, Chadli, Dembélé, Fellaini, Januzaj, Boyata, Batshuayi en nu Doku, Bakayoko, Lukebakio, Onana, Mangala, Openda, en ik vergeet er nog een aantal, denk hen maar eens weg. Zouden we aan elf spelers geraken? Leve de witte duivel, maar witte duivels zouden het niet ver schoppen.

Alles verandert zo snel in de wereld dat veel mensen er moeite mee hebben. Dat geldt ook voor het straatbeeld. Zoals je weet ben ik onlangs verhuisd van Deurne-Zuid naar Schoten. Het verschil is niet te geloven. Op de Herentalsebaan zijn meer Marokkaanse en Turkse winkels dan andere. In Schoten is het zoeken met een vergrootglas naar iemand die er niet uitziet als jij en ik. En toch is dit de gemeente van Tom Van Grieken. Kunnen we Mbappé in oktober even inhuren?

Je had het ook over de vader van Simon Tahamata die in een kamp in Vught is geboren. Ik was gisteravond toevallig in Vught. In DePetrus, een oude kerk die intussen gebruikt wordt als museum en bibliotheek, voor een lezing van onze Henk Mees over zijn prachtig boek over de landstitel van BVV in 1948, nota bene mijn en zijn geboortejaar. De enige Nederlandse titel voor een club die in een dorp speelde.

Schitterend boek, maar dat moet ik je niet vertellen. Je schreef er al een mooie recensie over. Hoe jammer dat dergelijke boeken bij ons niet kunnen verschijnen. Er is hier geen publiek meer voor voetbalboeken. Onbegrijpelijk. In Nederland brengt Matty Verkamman straks twee boeken over Ajax uit en er wordt gemikt op een oplage van honderdduizend. Onze vriend Raf wordt nu slap in de knieën. Hier kan hij zelfs niet van dromen.

Nederland heeft drie of vier fantastische magazines over voetbalcultuur. Hard Gras, de Staantribune, Panenka. Een maandblad als Elf en een weekblad als Voetbal International. En wij … wij hebben niets. Zitten er bij ons dan alleen idioten op de tribunes die niet kunnen of willen lezen?

Het interview met Nagelsmann heb ik helaas niet gezien. Als je naar de wedstrijden gaat, ben je veel onderweg en mis je ook veel. Je krijgt er echter ook heel wat voor terug. Ik hoorde alleen geklaag van tv-kijkers over Frankrijk-Portugal, maar in het Volksparkstadion in Hamburg vonden heel wat journalisten het een aangename wedstrijd. Ook ik, en je weet dat ik op dit niveau de lat toch behoorlijk hoog leg.

Nog twee matchen – morgen Dortmund en zondag Berlijn – en dan zit mijn twaalfde EK erop. Het begon mooi, maar een sprookje is het niet geworden. Nu toch maar hopen op een happy end.

 

Tot binnenkort,

françois

 

 

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply