Bölöni verdient fikse straf

Antwerp-Standard was een lange zit. Twee ploegen die vooral duels uitvochten en nauwelijks kansen creëerden. Het spel lag voortdurend stil en eigenlijk had ref Van Driessche iedere helft een kwartier moeten laten doorspelen. Het hoogtepunt van de avond was de persconferentie achteraf, waar helaas de toeschouwers niet bij waren. Beide coaches jammerden over de arbitrage, maar alleen Laszlo Bölöni verdient een fikse straf.

Ook tijdens de match had één van beiden, Laszlo Bölöni met name, de show gestolen. Hij trapte een tweede bal het veld op om zijn ongenoegen duidelijk te maken. Hoewel slechts een blinde niet kon gezien hebben dat hij de hele tijd had staan zwaaien en mekkeren bij zowat iedere beslissing van de ref.

‘De scheidsrechters staan onder druk en kunnen die niet aan’, fulmineerde de Roemeen. ‘Dat merkte ik zondag in Brugge al. Je voelt dat er druk is om de grote ploegen weer op hun plaats in het klassement te krijgen. Als kleine club die uit tweede klasse komt, wordt Antwerp niet gelijk behandeld. Ik weet hoe grote clubs bevoordeeld worden en Standard is een grote club.’

Bölöni zinspeelde daarmee op het feit dat hij trainer van Standard is geweest. We kunnen ons niet herinneren dat hij toen ooit gezegd heeft dat grote clubs als Standard een voetje voor hebben bij de refs. Integendeel, ook toen stond hij vaak als een Jan Klaasen te koken langs de zijlijn. Zijn bewering dat de scheidsrechters de topploegen naar de kop van de ranglijst moeten terugvoeren, ondergroef hij zelf door de match in Brugge aan te halen. Club Brugge staat met een straatlengte voor op kop.

De Roemeen voelt zich altijd benadeeld. Ook als hij bevoordeeld wordt. Zoals donderdagavond. Zijn collega Sa Pinto had honderd procent gelijk toen hij stelde dat Standard al na drie minuten een loepzuivere strafschop had verdiend. Bölöni had die fase uiteraard niet goed kunnen zien, ook al staat zijn dug-out aan die kant van het veld.

Mits een omgezette strafschop – en die kans is toch altijd groter dan 50 procent – had Antwerp meteen zijn speelwijze moeten omgooien en steeds meer risico’s nemen om de achterstand goed te maken. De Antwerp-coach had dus de scheidsrechter een sms’je moeten sturen om hem te bedanken in plaats van hem af te kraken en vooral om zijn integriteit in vraag te stellen. In Engeland zou hij flink aangepakt worden voor ‘bringing the game in disrepute’.

Het allerergste is dat Bölöni nog niet lijkt te weten voor welke club hij werkt. Antwerp vertoefde een eeuwigheid in tweede klasse, maar is het stamnummer één, heeft een geschiedenis om u tegen te zeggen en een achterban waar veel clubs jaloers op mogen zijn. Antwerp is de Great Old, niet – met alle respect – Roeselare, Moeskroen of Westerlo.

Antwerp is een grote club en het wordt tijd dat Bölöni zich daarnaar begint te gedragen. Het is knap dat hij de promovendus na twaalf speeldagen naar een vijfde plaats heeft geloodst en al negentien punten verzamelde. Het behoud is al verzekerd, zodat hij van nu af aan het belang van de club en de supporters moet denken. De rood-witte aanhang verdient beter voetbal dan het gewriemel van gisteravond en scheidsrechters hebben recht op meer respect.