Bijna zestig jaar geleden was racisme nog geen alledaags thema in het Nederlands voetbal toen Ajax-middenvelder Bennie Muller er wél mee naar buiten kwam. Met de uitspraken van Muller, die woensdag op 85-jarige leeftijd is overleden, was meteen een veelbesproken affaire geboren, met consequenties in de strijd om de landstitel.
‘Vuile rot-jood’, had DWS-doelman Jan Jongbloed hem toegesnauwd, verklaarde Muller na de Amsterdamse derby DWS – Ajax op 17 januari 1965. De affaire werd onderzocht door de KNVB waarbij Jongbloed de beschuldigingen stellig ontkende. In tweede instantie kwam hij daarop terug met de bekentenis ‘minder parlementaire uitdrukkingen’ te hebben gebezigd. Voor het aanvankelijk afleggen van een ‘valse verklaring’, werd Jongbloed vervolgens voor twee wedstrijden geschorst. Hij miste daardoor de uitwedstrijd bij Feyenoord waarin zijn vervanger drie keer blunderde en de Rotterdamse ploeg het kampioenschap kon grijpen ten koste van titelverdediger DWS.
De rel met Jongbloed is nu nog slechts een voetnoot in het voetballeven van Bennie Muller. Hij was erbij toen Ajax in 1969 voor het eerst de Europa Cup-finale voor landskampioen speelde, en met 4-1 van AC Milan verloor. De kansloze nederlaag had consequenties voor onder anderen Muller. Op aandringen van Rinus Michels haalde Ajax voor zijn positie Nico Rijnders naar Amsterdam. Een jaar later vertrok Muller teleurgesteld naar Holland Sport, dat destijds als tweede club uit Den Haag in de Eredivisie speelde.
43 INTERLANDS
De interlandcarrière van Bennnie Mulder (1938-2024) was al eerder ten einde gekomen, in 1968 na een nederlaag in Bulgarije in de kwalificatiefase voor het Wereldbeker-toernooi van 1970. Ruim acht jaar was hij basisspeler in Oranje. Muller kwam tot 43 interlands, meer dan alle andere Ajacieden in de jaren zestig. Twaalf keer speelde hij tegen België, in een periode dat hij Jef Jurion, Paul Van Himst, George Heylens en Pierre Hanon het vaakst als tegenstanders trof.
Voor Ajax speelde Muller in de periode 1958-1970 in totaal 426 wedstrijden in competitie, bekertoernooi en Europees cupvoetbal. Met Ajax werd Muller werd vijf keer kampioen in de Eredivisie en won hij drie keer de beker. Zijn onverzettelijkheid koppelde hij aan een goed inzicht en een dito techniek. Jarenlang was hij, klein van stuk, de dienende kracht op het middenveld achter doelpuntenmachine Henk Groot.
Zijn gloriejaren bleef hij altijd koesteren. Op de clubsite van Ajax zei hij daarover: ‘De tijd is omgevlogen. Het ging zo snel voorbij, het was net een film. Als ik er op terugkijk, denk ik: ‘Had ik er maar nóg meer van genoten.’