Zondag ontvangt België Engeland in het kader van de Nations League. De meest spectaculaire wedstrijd tussen beide landen werd gespeeld op de Wereldbeker 1954 in Zwitserland.
Tengere boerenzoon uit Kessel werd held van Bazel tegen wereldster Matthews
Een kleine, tengere boerenzoon uit het Kempische dorpje Kessel ontpopte zicht tot de held van Bazel op de wereldbeker van 1954. Daar neutraliseerde hij met veel lef en technische bravoure de Engelse balgoochelaar Stanley Matthews. Die gold op dat ogenblik als beste dribbelaar van de wereld. Dat leverde hem als enige Belg een stek op in het Wereldelftal dat in 1955 in Belfast aantrad tegen Groot-Brittannië. Fons Van Brandt baatte na zijn loopbaan 25 jaar in Lier het voetbalcafé Belfast uit. Daar hing een reusachtige foto uit de oude doos: die van het Wereldelftal, waar hij zich bevonden tussen alle toppers van zijn tijd.
Bewondering voor Matthias Sindelar en Ferenc Puskas
Hij keek met pijn in het hart naar het moderne voetbal dat hij veel te berekend vond: ‘Ik denk met weemoed aan de fantasierijke en sierlijke aanvalspatronen van het Oostenrijkse Wunderteam van Ernst Happel of het magische Hongarije van Ferenc Puskas uit mijn periode. Ik leerde zelf de stiel thuis op de boerderij, als jongste van zeven broers die in hun vrije tijd niets anders deden dan voetballen. Daar scherpte ik mijn techniek aan. Ik durfde ook oprukken en leerde een sliding uitvoeren. In het begin liep ik als jongen van den buiten onwennig rond tussen de vedetten van de nationale ploeg. Rik Coppens zorgde voor de aangename sfeer. Net als onze coach Bill Gormlie. Een onvergetelijke man. Finland en Zweden, de hindernissen op weg naar het WK 1954, waren de laatste opdrachten. Jef Mermans sprak namens de spelersgroep in de kleedkamer een dankwoord. Een ontroerend moment. Misschien laag daar onbewust de kiem voor onze kwalificatie. Finland zetten we moeiteloos opzij met 2-4. Tegen Zweden bogen we een 2-0 achterstand om in een 2-3 zege. Die overwinning gold als het mirakel van Stockholm. We knokten voor Gormlie. Een zege tegen Finland zou de terugmatch tegen de nog niet uitgetelde Zweden overbodig maken. Een simpele opdracht tot tien minuten voor tijd. Toen profiteerden de Finnen van twee monumentale Belgische blunders: 2-2. Grote ontgoocheling. Zweden kwam drie dagen later. Veel volk op de Heizel, Rik Coppens in topvorm: 2-0 winst. De Zweedse pers riep me uit tot beste linksachter van Europa.
‘Amai Fons, de Mattews zal u nogal inpakken he. En we komen u niet helpen hé’ (Rik Coppens)
Voetbal werd van dan af echt mijn leven. Maar het velde me ook een beetje. Kapotte knie. De tol van zijn mijn acrobatisch vermogen. Ondanks mijn lenigheid werd ik geregeld genegeerd omdat ik slechts bij Lierse voetbalde. Niemand sprak mij voor in Brussel, de pers schreef mij in de ploeg. Ik viel er toch nog geregeld naast maar meestal kregen ze dan een flinke pandoering. Uiteindelijk selecteerden ze me voor het WK 1954. We trokken zonder illusies naar Zwitserland. Tegen de Engelse en Italiaanse profs leken we kansloos. Coppens warmde me in het hotel op met stekelige opmerkingen: “Amai Fons, Matthews zal u nogal inpakken hé. En we komen u niet helpen, hé. Dat zal wat worden zeg.” het werd wat. De match van mijn leven zelfs! Matthews dribbelde zich murw op mij. Hoe ik hem opving? Doodgewoon: laten komen. Niet als een gek onbesuisd aanvallen, want dat lokte hij graag uit. Ik liep meer achteruit dan vooruit. We dwongen, na verlengingen, een 4-4 resultaat af. Het eerste gelijkspel van België bij de vierde wereldbekerdeelname. We zaten op ons tandvlees. Twee dagen later weer de wei in met verschillende geblesseerde spelers. De Italianen in zijden uitrusting, wij in wollen truien bij een temperatuur van 35 graden: 4-1.
Rondrit in Amerikaanse slee in plaats van op een mestkar
Ik dank aan Bazel mijn uitverkiezing voor het Wereldelftal in Belfast in 1955. Opnieuw tegen Matthews, zelfde scenario. Ik werd als een held onthaald in Lier. Ontvangst op het stadhuis. In een open Amerikaanse slee met de familie de stad rond. “Da’s eens iets anders dan een mestkar”, zei mijn vader. En volk! Volk! Meer dan bij het bezoek dat de koning later eens bracht aan Lier. Nooit gezien!’
Dit verhaal verscheen in het nieuwe boek ‘Oh Belgisch voetbal. Hoogtepunten en sterke verhalen van 1920 tot 2020’. Lannoo, 300 pagina’s, 35 euro.
2 reacties
Pingback: lsm99
Pingback: https://dogforum.co.uk/proxy.php?link=https://gasdank.com/