
De Story van Kevin De Bruyne: Van Drongen tot Porto (4)
‘De kleine en papi’: spelvreugde of prestatie? Het zwak voor de Engelse school versus de lichte neiging richting Bundesliga. Enthousiast aanvallen of ook al eens de bal in de ploeg houden?
Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.
‘De kleine en papi’: spelvreugde of prestatie? Het zwak voor de Engelse school versus de lichte neiging richting Bundesliga. Enthousiast aanvallen of ook al eens de bal in de ploeg houden?
We wonnen met alle geluk van de wereld en ik hield de clean sheet. Het leed was geleden voor mij. Mijn principe: de twijfel knaagt enkel tot de volgende opdracht achter de rug is, dan wis ik hem uit mijn hoofd.’
De liefde voor muziek is bij ‘de kleine’ en ‘papi’ intens aanwezig. Zij delen een waarlijk passionele gedrevenheid met elkaar voor ‘arte musica’. Het is zelfs meer dan dat: ‘a way of life’. Zij het dat hun geliefkoosde genres niet verder uit elkaar zouden kunnen liggen.
Crève bezat dus de kunst om zich voortdurend heruit te vinden en toch een onmisbare schakel te zijn. In de top drie van de meest onderschatte voetballers. Maar onvergetelijk voor zijn prestatie tegen Anderlecht op 22 april 1990.
En na het vertrek van de Portugees Conceiçao kreeg hij op zijn negentiende al de aanvoerdersband van coach Michel Preud’homme. Dat loonde want met zijn leeftijdsgenoten Fellaini en Witsel bouwde hij het beste middenveld van België uit
Je pareert op training duizend ballen en je hebt tijdens een wedstrijd pech. Zijn rustgevende devies? ‘Laat het hoofd nooit hangen, doe geen gekke dingen, speel je rol in de match en ban de twijfel.’
Destijds besloot hij de vertelling van zijn levensverhaal tegen mij met de zin: ‘Tot vandaag heb ik maar één gevoel bij Wembley: het bloedt wel een beetje, mijn blauwzwart hart.’
Tegelijk gedroeg hij zich als een individualistische mens. Hij zocht contact met andere topvoetballers uit zijn tijd en onderhield hechte vriendschappen met onder meer Eusebio, Pelé, Uwe Seeler en Bobby Charlton. H
Voor tijdens deze avonden haalden Robby Rensenbrink en ik samen ons hoogste niveau. Ik ben blij met de waardering die ik steeds van hem kreeg. Rensenbrink was toch echt een voetballer van wereldklasse.
Ik sprak met het jeugdbestuur van Anderlecht. Daar deed men een beetje smalend: Wat volgt uwe kleinen? Latijn? Ge gaat er toch genen docteur van maken?’ Ik antwoordde kordaat: ‘En als hij nu eens docteur wil worden?’ Het is toch niet omdat men voetballer wordt, dat men een dommerik moet zijn?