
Serie O Belgisch Voetbal: Antwerp – Anderlecht 2-0, 9 november 1987
Sies, weet jij waarom ik je Jopie noem?” Ik kuchte: “Neen, mijnheer Kessler, dat weet ik niet.” Hij antwoordde: “Wel, omdat jij me doet denken aan de jonge Johan Cruijff.”
Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.
Sies, weet jij waarom ik je Jopie noem?” Ik kuchte: “Neen, mijnheer Kessler, dat weet ik niet.” Hij antwoordde: “Wel, omdat jij me doet denken aan de jonge Johan Cruijff.”
Je kan ons steunen door helemaal naar onder te scrollen en iets in de commentaarkolom te schrijven. Doe het om mee op te komen voor ons voetbal!
Xavi ontving van zijn vader op jonge leeftijd de juiste inwijding. La Masia was voor hem dus geen vreemde omgeving, het voelde aan als thuiskomen na een lange reis. Het goede gevoel zat meteen in zijn huid
Een decennium later straalde hij uit dat, dankzij Barcelona, de puntgave techniek meer applaus ontving dan de fysieke conditie. Kijken naar Xavi was een vorm van wiskundige ontleding van het spel. D
Zo weet men dus wie Xavi is, maar wat weet men over Xavi? Wat denkt de man ‘met gemiddeld meer dan honderd passes per match met een slaagpercentage van 95 procent’ over het spelen van het spel dat voetbal heet?
De komeet kwam: een schot van 122 kilometer per uur, onhoudbaar in de linkerhoek. Nochtans lag de keeper in de baan van de bal, die zoefde op halve hoogte voorbij. Koeman bleef in de onoverzichtelijke situatie meester over de chaos.
Aanvankelijk gedroegen de Argentijnen zich nochtans erg intimiderend. Dat begon al in de spelerstunnel. Ze daagden ons uit met hun geschreeuw. Ze probeerden ons echt omver te brullen.
Het Gouden Team was dood. Net als Imre Nagy. Net als de Hongaarse hoop op verandering. Een straatzigeunerorkest vertolkte een treurmars van Bartok.
Twee jaar na de verloren wereldbekerfinale was het land afgegleden en heerste onrust en twijfel. De mooie tijden in de aanloop naar de zomer van 1954 waren intussen een vage herinnering geworden.
In deze aangename smeltkroes van maatschappelijke – dankzij de hervormingen van Imre Nagy – en sportieve euforie waande Boedapest zich al wereldkampioen.