Marijn Beuker wil dat Ajax zijn jeugdspelers weer ‘de straat op stuurt’. Volgens de directeur voetbal van de Amsterdammers wil de club vier veldjes aanleggen op Sportpark De Toekomst om dat te bewerkstelligen.
‘Een met een straatondergrond, een klinkerondergrond, een zandondergrond en een gravelveld’, somt Beuker op in gesprek met Voetbal International (zoals samengevat op het platform van Voetbalprimeur).Volgens de eindverantwoordelijke van de jeugdopleiding van Ajax is het goed dat de ‘wetten van de straat’ terugkeren in Amsterdam.
Het gaat volgens Beuker om georganiseerde chaos, veel verschillende context en vertraagde herhalingen. ‘Nu worden daar wat moeilijke begrippen aan gegeven, maar eigenlijk zijn dit dingen die vroeger op straat al gebeurden.’
Bovendien deelt Beuker mede dat er ook een futsal-zaal komt. ‘En we willen een motorisch park aanleggen. Al met al moet dit het beste functionele trainingscomplex van Europa worden. Met de nadruk op functioneel. Dus geen toeters en bellen of gouden kranen, maar echt zodat het programma hierin fantastisch kan worden uitgevoerd.’
Dus Ajax keert terug naar De Straat, volgens de filosofie van Johan Cruijff. Uit en in den treure door hem bepleit, maar te veel verontachtzaamd. Het gebruik van het woord ‘wetten’ in de voetbalcontext was ook typerend voor Johan Cruijff. Het zijn dwingende vuistregels waar je niet van af mag wijken, tijdloze basisprincipes. Cruijff was er in zijn tijd al voorstander van om het straatvoetbal in de jeugdopleiding te integreren. Hij liet de Ajax-jeugd af en toe op de parkeerplaats bij stadion De Meer trainen, op dezelfde plek waar hij ooit zelf had gestraatvoetbald.
Over de veldjes? Een zandveldje is goed om net als op het strand fysiek sterker te worden. Op blote voeten voetballen verbetert je techniek. Keepers kunnen makkelijker leren duiken. Is met een straatondergrond asfalt bedoeld? We mogen echter niet vergeten dat het aanleggen van speciale veldjes een kunstmatige, cosmetische en klinische oplossing is. In een beschermde omgeving. Waarom niet daarnaast de wijken intrekken om op échte straatvoetbalondergronden te trainen?
Georganiseerde chaos? Een kernbegrip dat teruggaat tot Cruijff. In het straatvoetbal moest je een zekere ordening aanbrengen, terwijl je tegelijkertijd improviseerde. Zonder dat een trainer dat langs de kans aangaf.
Verschillende context? Dat zijn, in gewoon Nederlands, de vier verschillende ondergronden, neem ik aan. Vroeger was er op straat een oneindige variëteit aan ondergronden.
Vertraagde herhalingen? Dit begrijp ik niet. Dat deden we vroeger niet. Of toch wel? Dan speelde je een spelsituatie vertraagd na.
Futsal-zaal. Straatvoetbal is ook de basis voor zaalvoetbal, dat een mede-basis voor veldvoetbal kan zijn.
Motorisch park. Kennelijk een parcours waarop je je motoriek kan verbeteren, een soort trimparcours zoals je die in parken vindt (worden heden ten dage niet meer gebruikt, heb ik de indruk).
Ik mis de ‘blinde’ muur, het trapmuurtje waartegen aan je je traptechniek kon verbeteren. In ‘Het straatvoetbalboek’ heb ik bepleit zo’n muurtje op elk voetbalcomplex neer te zetten.
Rob Siekmann