Vandaag een zeer persoonlijke voetbalgedachte op vrijdag.
Vaders horen niet te sterven. Onze wijze, zwijgende vader ging tamelijk onverwacht toch heen. Zijn zwijgende wijsheid betekende zoveel meer voor ons dan mooie woorden. Nu zwijgt hij voor altijd. Zo zullen wij hem met veel liefde herinneren. Dag vader. RIP Jos Willems, hij verwees altijd met veel fierheid naar het feit dat hij op dezelfde dag geboren werd als Mikhaïl Gorbatsjov: 2 maart 1931, één van de weinige wereldleiders waar hij veel respect voor had. En hij verliet ons op de 25 ste verjaardag van zijn oudste kleindochter en onze dochter Charlotte: 29 september 2019. Voetbal én sport waren aan hem niet besteed. En toch had hij inzicht in de ontbrekende schakel.
Als je hem op een familiefeestje zijn lievelingsdrankje uitschonk, een porto, dan dreven de verhalen boven. Dan werd de zwijgende vader een verteller. En zo kwamen we veel te weten over vroeger, dan haalde hij zijn vroegste herinneringen boven.
En op de schoot zittend van zijn vader Charel leerde hij al voor zijn vijfde in 1935 de stiel van diamantsnijder met zijn eigen machientje. Daar kreeg hij de smaak voor techniek te pakken. Daar lag zijn interesse. Hij was steeds de eerste en als would-be-uitvinder ontdekte hij altijd wel een ‘ontbrekende schakel’: eerste filmcamera en hij maakte al filmpjes in 1960 van mijn geboortefeest. Eerste zwartwit televisie in de jaren zestig stond bij ons in het huis, zelf in elkaar geknutseld. De hele buurt kwam kijken. Eerste ijsjesmachine. Eerste bandopnemer. Eerste videorecorder, eerste computer, eerste website, eerste nieuwste computerversie, eerst iphone, eerste Ipad en bezig blijven tot op zijn 87 ste vorig jaar. Tot de ziekte hem trof. Zelf ben ik een technische onbenul van het meest dwaze soort. En mijn vader, hij hield in tegenstelling tot zijn zoon, niet van sport. Het moet zijn dat wij elkaar toch ergens gemist hebben.
Ik herhaal: van sport hield hij dus niet. Ook dat ontdekten we in de portogetinte vertellingen over zijn kindertijd. Dat kwam omdat zijn beste vriend op zondag na de misviering naar het voetbal wilde gaan zien: dat betekende een sprint van aan de kerk tot aan het veld van FC Herenthout, Huirthuit voor de échten. Anderhalve kilometer om er tijdig en voor het eerste fluitsignaal te geraken. Dat zag de tienjarige Jos niet zitten omdat hij in ademnood geraakte…als gevolg van het feit dat hij op die leeftijd stiekem zijn eerste sigaretten stond te paffen.
Tijdens de oorlog was tabak schaars en dacht men nog niet aan de gevolgen voor de gezondheid. De tabaksplanten hingen op de boerderij onder het afdak te drogen en vader Charel stopte die in zijn tabaksmachine. Er kwamen klanten over de vloer, al dan niet clandestien, zonder dat ‘den Duits’ het wist. De zolder lag vol met partijtjes gesneden tabak en zo ging Zjoske dus geregeld achter de rug met een sigaretje aan de haal.
Hij voelde zich op school het best in zijn sas tussen de werktuigen en haalde op zijn negentiende met grote onderscheiding als net niet de eerste van de klas zijn diploma van elektricien. Na een geslaagd ingangsexamen kon hij op 1 april 1950 aan de slag bij de toenmalige RTT, de Regie voor Telefonie & Telegrafie in Lier: ‘den telefon’ in de volksmond.
In die tijd brak inderdaad de telefoon door bij de bevolking en Jos en zijn collega Fons reden rond met hun ‘grijze’ RTT-Renaultjes en mochten in alle huizen lijnen gaan leggen tegen de muren en grote zwarte telefoontoestellen met zware hoorns afleveren. Die collega Fons heette voluit Alfons Dresen, de in de vroege jaren vijftig zeer populaire doelman van Lierse SK en de Rode Duivels. In de praktijk betekende dit dat Fons praatjes sloeg met de vrouwen en Jos het werk mocht doen.
Vaders liefde voor de sport werd er niet meteen groter op.
In 1953 werden Jos en Fons opgeroepen voor hun legerdienst in het Luxemburgse Vielsalm. In het Arm Belgisch Leger kregen ze amper eten van enige kwaliteit aangeboden. Uit pure noodzaak kropen ze onder de draad van de omheining van de kazerne om in het dorp iets eetbaars te zoeken. Zonder succes want in Vielsalm was enkel het grote niets. Uiteindelijk zorgde Fons Dresen voor de redding. Hij werd elke zondag door Lierse SK met de taxi opgehaald en naar de wedstrijd gebracht en kwam rond middernacht terug met enkele zakken vol voedsel die hij had afgebedeld in het stadion.
Tussen 1970 en 1973 speelde de beste basketbalclub van België in…Lier. Ze heette BUS en werkte haar thuismatchen in de Pallieterhal af. Bij topmatchen werd vader er door de RTT naartoe gestuurd om er voor een telefoonlijn-met-radioverbinding te zorgen zodat het verslag van de Lierse onderwijzer-reporter Jaak Theeuws rechtstreeks in ‘de ether’ kwam. Ik mocht telkens mee en beleefde in een uitverkochte, kolkende zaal hoe BUS Lier gereputeerde teams als BBC Ford Antwerpse, Standard Luik, Royal IV Anderlecht en Racing Mechelen in het zand deed bijten. Het was de tijd van Willy Steveniers en Bill Drozdiak, basketters van het spectaculairste soort. Ze werden door John Lesher, de sobere Amerikaanse speler-trainer van BUS, in de zak gestopt. BUS klopte ook in de Europacup der Landskampioenen de grootmachten Jugoplastika Split, Maccabi Tel Aviv en Panathinaikos Athene.
Met zijn wiskundige geest ontdekte vader hoe de tactische patronen van John Lesher – in combinatie met diens zin voor discipline en ploeggeest – sterker geachte clubs in de Pallieterhal tot overgave dwongen. Daar had hij, ondanks zijn gebrek aan inzicht in het spel, respect voor. Dat vertelde hij tot op latere leeftijd, als we het bij hoge uitzondering tussen het zwijgen door toch eens over sport hadden: over het beoordelingsvermogen waarmee John Lesher de zwakte van de tegenpartij blootlegde. Mocht mijn vader vandaag zijn jeugd hebben beleefd, hij zou de betere video-analist zijn geweest. Hij had immers vanuit zijn kennis van de techniek inzicht in de ontbrekende schakel. Die ontbrekende schakel is hij nu zelf. Vaders horen niet te sterven.
4 reacties
Pingback: dmt vape pen uk
Pingback: Sarah
Pingback: SWS Marketing
Pingback: see it here