zondag, december 22

De onvoltooide voetbalrevolutie van de Magische Magyaren1950-1956 (1) – RW

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Deze maand herdenkt Europa de zestigste verjaardag van de Hongaarse Opstand tegen de bezettende Sovjet-Unie (van 23 oktober tot 10 november 1956). Het was tevens een strijd voor vrijheid, sociale rechtvaardigheid en democratie en tegen de stalinistische dictatuur. Duizenden burgers sneuvelden tevergeefs en meer dan 200.000 Hongaren vluchtten naar West-Europa. De Hongaarse nationale ploeg – bijgenaamd het gouden team – voerde met het magische vijftal Puskas-Boszik-Hidegkuti-Czibor-Kocsis het tot dan briljantste voetbal op uit de geschiedenis. En was een bron van hoop én vreugde voor de bevolking. In zeven vervolgafleveringen publiceren we de volgende twee weken het verhaal van ‘de onvoltooide voetbalrevolutie van de Magische Magyaren’.


Aflevering 1: Van Imre Nagy tot Ferenc Puskas en terug

Het is de vroege ochtend van 16 juni 1958. De gevangene wordt naar de galg geleid. Niemand verroert een vin, de strop knelt om de nek. De beulen gooien hem in een put op de binnenkoer van de gevangenis van Kozma Utca, met het hoofd naar beneden.

Imre Nagy is dood. Hij is het slachtoffer geworden van een lachwekkend communistisch showproces uit de schandaligste stalinistische traditie.

Hoe zou hij zijn laatste dagen hebben doorgebracht? Met toch een flauwe glimlach bij de herinnering aan het Gouden Team? En aan de fratsen van zijn idool Ferenc Puskas? Dacht hij nog eens terug aan dat bewogen en fantastische jaar met die fatale afloop, van 4 juli 1953 tot 4 juli 1954?

 

 Een goed leven voor de Hongaren

Op 4 juli 1953 kwam hij aan de macht om de Hongaren een goed leven te geven. Hij beloofde een nieuwe koers. In het boek 1956. De Hongaarse Opstand refereert journalist Victor Sebestyen naar zijn historische radiotoespraak waarin hij toegaf dat ‘sinds 1948 de Hongaren onbetamelijk waren behandeld.’

Volgens Sebestyen onderscheidde Imre Nagy zich van andere communisten: ‘Hij sprak eenvoudige taal, lachte graag en maakte grappen, een gevaarlijke gewoonte. Zijn dochter huwde met een protestantse dominee in een kerk. Hij was een ketter die niet opstond bij de Internationale, de boeren hun eigen land gunde en het beoefenen van zelfkritiek volgens de typische leninistische rituelen vaak negeerde.’ En vooral: ‘Op zondag was hij in de tribune te vinden van een voetbalstadion. Hij was een hartstochtelijke liefhebber.’

 

 Golf van enthousiasme dankzij Magic Magyars

De prestaties van het Hongaarse nationale elftal veroorzaakten een golf van enthousiasme in het land. Ze voedden de droom van de bevolking: vrijheid, welvaart en democratie. Het Gouden Team voetbalde nooit beter dan tussen 4 juli 1953 en 4 juli 1954. Werd er overigens voordien ooit beter voetbal gedemonstreerd? Met als klapstuk de 3-6 op Wembley, 25 november 1953, tijdens de ‘Game of the Century’. De domper volgde op 4 juli 1954, de dag van de wereldbekerfinale in Zwitserland, het lange wachten en het grote smachten. Hongarije kon niet verliezen, maar West-Duitsland gooide roet in het eten.

Uitgerekend het aantreden van de nog geblesseerde vedette Ferenc Puskas deed de automatismen ontsporen. De bevolking verbeet de teleurstelling niet. De hervormingen van Nagy gingen plots niet snel genoeg meer. Zijn plannen werden van hogerhand gesaboteerd.

 

 Een amateur in de kunst van het konkelen

Begin 1955 werd hij door een intrige vanuit Moskou uit het openbare leven verbannen. Victor Sebestyen: ‘Hij was een amateur in de kunst van het konkelen. Zijn vrienden waren schrijvers, journalisten en intellectuelen.’ Op 23 oktober 1956 ontplofte de sudderende situatie. De Hongaren kwamen spontaan op straat. Nagy werd in allerijl opnieuw tot het premierschap gedwongen in de hoop de opstand in de kiem te helpen smoren. Hij wierp zich echter op als leider van de revolutie en verzette zich tegen de gewapende tussenkomst van de Sovjet-Unie. Op 22 november 1956 voerden de Russen toch de geplande invasie door. Nagy vluchtte met zijn gezin en enkele medestanders naar de ambassade van Joegoslavië. Hij werd ontvoerd door de staatsveiligheid. Twintig maanden later volgde het onverbiddelijke vonnis. Ze begroeven zijn ontzielde lichaam onder een laag beton.

 

Zwaarlijvige linkspoot als romanpersonage

Waar was Ferenc Puskas op dat ogenblik? Hij hikte tegen een internationale schorsing van achttien maanden aan. De zwaarlijvige linkspoot – tien kilogram boven zijn sportgewicht – worstelde sinds de Opstand met een soort wanhopige en zelfgekozen ballingschap. In de zomer van 1958 versierde hij op het nippertje een contract bij…Real Madrid.

Het was 1943 toen de kleine, papperige Ferenc Puskas (16) debuteerde in het eerste elftal van Kispest, een schimmig clubje uit de armste volksbuurt van Boedapest. Niemand zag in het opschepperige dikkerdje het toekomstige brein van het Gouden Team, in het Hongaars Aranycsapat. In 84 interlands zou de briljante linkspoot 83 goals maken, nog steeds een unicum. In vijftig opeenvolgende interlands tussen 1950 en 1956 trok Hongarije slechts één keer aan het kortste eind. Precies in die wedstrijd die niet mocht verloren gaan: de wereldbekerfinale van 1954 in Bern tegen West-Duitsland (3-2).

De Hongaarse literator Peter Esterhazy beeldt Puskas mooi uit in zijn Reis naar het einde van het strafschopgebied. Hij maakt van hem een romanpersonage: ‘Bij Puskas eindigt het spel en begint de periode van het amusement. Hij was één met het spel, oftewel bepaalde hij de wereld en de moderne droom zelf. Niet dat hij een aangenaam mens was, hij ruziede aan één stuk door en was geen vredelievend type.’ Esterhazy ziet in Puskas het paradigma van de eeuw, de laatste die hart, geest en verstand in harmonie in zich verenigde. Hij noemt hem ‘de eerste postmodernist’.

In die zin bestond er zeker zielsverwantschap met Imre Nagy. Die was dood. En hij zwoer dat hij nooit zou terugkeren naar zijn vaderland. Voor het Hongaarse voetbal was alles voorbij.

De voetbalrevolutie speelde zich af tegen een decor van tragische politieke omwentelingen. Het liep slecht af met de Magische Magyaren, net als met verlichte leiders die het land een sociale democratie toewensten.

Raf Willems

Share.

About Author