In Frankrijk is het sinds de negentiende eeuw mogelijk om je achternaam te laten veranderen, bijvoorbeeld omdat deze moeilijk uit te spreken is. Dat was ook gebeurd bij Raymond Kopaszewski, beter bekend als Raymond Kopa. Hij was geboren op 13 oktober 1931 in het Noord-Franse Noeux-les-Mines, een vooral door Poolse mijnarbeiders bewoond stadje van zo´n 6000 inwoners, groeide op in een geheel Poolse familie en werd rooms-katholiek opgevoed. Thuis spraken ze Pools, en Raymond moest zijn Frans op straat en heel eventjes op school zien te leren. Toen hij eenmaal in een junioren-voetbalploeg zat, ging dat makkelijker, maar de latere wereldvoetballer heeft zijn hele leven aangehikt tegen het feit dat hij alleen straat-Frans sprak, geen school-Frans.
Later werd hij profspeler bij Angers SCO en begon hij naam te maken door zijn sierlijke dribbels en zijn kijk op de bal. Bij zijn eerste contract kreeg hij 21.000 Franse francs aan tekengeld en 100.000 Franse francs voor een heel seizoen. Het ging wel gepaard met een verzoek van zijn trainers en raadgevers of hij zijn fraaie Poolse achternaam Kopaszewski officieel wilde laten veranderen in Kopa. Dat zou beter zijn voor de jonge voetballer. Kopa klonk 100 procent Frans, was lekker kort, viel niet zo op en gaf tegenstanders ook geen aanleiding om opmerkingen te maken over zijn ´Pools´ zijn.
Toen ze elkaar een keer ontmoetten tijdens een sportfeest in Parijs, vroeg Kopa waarom Walkowiak niet was overgestapt op ´Walko´ als achternaam, want dat zou hem waarschijnlijk een hoop scheldpartijen gescheeld hebben. Walkowiak moet toen, volgens journalisten die bij het gesprek aanwezig waren, hebben gezegd: ´Ik heet Walkowiak en zo blijf ik heten. Die naam heb ik via mijn vader gekregen.´
Kopa werd stervoetballer in Reims en later bij Real Madrid, waar men hem ´Kopita´ noemde, vanwege zijn korte postuur.
Bron: Mart Smeets, De Tour van ´56 – Het beladen geel van Roger Walkowiak, 2025, blz. 200, 203-204
´Un Tour à la Walkowiak´. Deze uitdrukking staat tot op heden in het Franse (sport)woordenboek. Hij was voor het eerst te lezen in Franse sportkranten na de Tour van 1956 en wordt gebruikt als een sporter op een onvoorziene manier weet te winnen, ondanks het meedoen van grotere namen, beroemdere sporters of geboren winnaars. In Nederland zijn we dat ´een Walkowiakje´ gaan noemen.
Rob Siekmann
Share.