Mag ik u meenemen naar een tijd dat e-mail nog zonder een koppelteken werd geschreven en zich bijna uitsluitend in onze keukens bevond? Ook toen waren mensen wel eens boos op elkaar en scholden elkaar de huid vol. En ook toen kon dat schriftelijk. Toch was er een verschil.
Daarvoor had u in de vorige eeuw enkele stappen nodig. We sommen ze even op:
- U bent boos op meneer of mevrouw X en u stapt naar uw bureau en u neemt pen en papier.
- U schrijft in volle woede uw brief.
- U herleest uw brief.
- U zoekt een envelop en een postzegel.
- U stapt met uw gefrankeerde brief naar een brievenbus, al dan niet dichtbij.
- U gooit de brief in de brievenbus.
Punt 6 is een “point of no return”. Bij de eerste vijf stappen kunt u altijd bijsturen en uw mening veranderen. Dat kan gaan van er een nachtje over slapen tot de brief opnieuw schrijven. U bent boos, maar u kunt na elke stap beslissen om die brief uiteindelijk niet te versturen. Zelfs als u naast een postkantoor of een brievenbus woont, bent u toch al snel minstens een halfuur kwijt.
Hoe anders is dat nu!
We overlopen even de stappen:
- U bent boos op meneer of mevrouw X en u stapt naar uw bureau en ju opent uw pc.
- U schrijft je bericht – al dan niet de toetsen geselend – en u adresseert uw e-mail.
- U drukt op “Verzenden” en uw bericht is weg.
Dat “point of no return” is al bij stap 3: er is nauwelijks tot geen tijd om te herdenken, want u bent boos. Het hele proces kan zelfs in minder dan tien minuten. U ziet het verschil – en de gevolgen ervan.
En dat is precies wat er met de sociale media gebeurt. Het is razendsnel, allesomvattend en vooral onomkeerbaar. Gevolg: er is nog nooit zoveel vuilspuiterij geweest als nu. Wat vroeger binnen een dorpsgemeenschap aan de schandpaal gebeurde, is nu wereldwijd uitvergroot en voor iedereen leesbaar. Het dorp is desnoods de hele wereld geworden.
Foutjes worden genadeloos afgestraft. Nu kunt u denken dat dit een pleidooi voor straffeloosheid is, maar niets is minder waar. Of het nu ondoordacht was of met voorbedachten rade: de bidongooier moet “gepast” gesanctioneerd worden, maar niet met de schandpaal van de sociale media. Wel door de juiste gerechtelijke instantie – en niet door volkswoede.
Dat dit vaak tot onbegrip bij de bevolking leidt, heeft de casus van de Leuvense gynaecologiestudent wel afdoende bewezen.
Dat geldt ook in de sport. Kijk gewoon naar de bijgevoegde artikels uit De Morgen van 16 april en u merkt hoe tegenstrijdig het kan zijn. Er zijn scheidsrechters die op sociale media met de dood worden bedreigd en verder afgedreigd. Kijk maar hoe Real Madrid met scheidsrechters omgaat.
De bidongooier van Parijs-Roubaix zou in het voetbal als hooligan worden gecatalogeerd en een voetbalstadion niet meer binnen mogen. Maar wat doe je met een wielerwedstrijd met een “volkstribune” van meer dan tweehonderd kilometer. Tenminste, als hij in een stadion zou worden geïdentificeerd.
We moeten in ieder geval hopen dat het wielrennen niet dezelfde weg opgaat van het voetbal, en dat geweld wegblijft. Supportersgeweld, noemen sommigen dat, maar dat is eigenlijk een contradictio in terminis. De woorden supporter en geweld hebben eigenlijk niets met elkaar te maken.
Maar even terug naar geweld. Het oprekken van de toegeeflijkheid tussen de lijnen zorgt er misschien wel voor dat ook onder supporters de limieten steeds verder worden opgezocht. De column van François Colin over getrek in het penaltygebied is daar een treffend bewijs van. Steeds meer commentatoren en voetbalanalisten vinden het eigenlijk helemaal niet meer zo erg, want het gebeurt haast altijd. Dus: niet fluiten.
En terwijl ik dit schrijf, wordt het shirt van Cyriel Dessers in stukken getrokken en krijgt onze landgenoot geen fout tegen, maar net een gele kaart. Niet te begrijpen natuurlijk. Een fout van de Bosnische scheidsrechter. Hij kan dus een lading Schotse – en misschien ook Vlaamse – haatmail krijgen. Een instant Q.E.D.
Een fout is een fout. En die moet bestraft worden. Zouden we het daar nu eens allemaal over eens kunnen zijn – zonder dat we daarom naar de drie stappen van de e-mail hoeven over te schakelen?