Op 9 november is het 35 jaar geleden dat de Muur viel. Van het voetbal is in de voormalige DDR niet veel overgebleven.
In een totaal nieuwe wereld kwamen de voetbalclubs uit de DDR terecht toen de Muur op 9 november 1989 viel. Ze waren opgegroeid in een socialistische staat waarin alles werd voorgekauwd en niemand hoefde na te denken. Plots moesten ze de stap naar het kapitalisme zetten. Bestuurders konden niet omgaan met die nieuwe economische macht en droegen de sporen van het verleden met zich mee.
Dat verleden is vandaag nog altijd voelbaar. Er spelen slechts twee clubs uit het voormalige Oost-Duitsland in de Bundesliga: RB Leipzig en Union Berlin. En eigenlijk zijn dat geen verenigingen die model staan voor het voetbal zoals dat in de DDR werd bedreven. Union Berlin was een buitenbeentje omdat het zich afzette tegen de idealen van de republiek. De supporters kwamen uit de naburige bedrijven. ‘Die Mauer muss weg’, was een kreet die bij iedere vrijschop weerklonk toen er een muur werd opgesteld. En RB Leipzig, dat dit seizoen meer dan Bayer Leverkusen de grote concurrent van Bayern München lijkt te zullen worden, krijgt veel kritiek omwille van zijn alliantie met sponsor Red Bull. Terwijl zij juist dat deden waartoe vele clubs uit het Oosten niet in staat bleken: een weg zien te vinden in een commerciële wereld.
VERHONGEREN EN DOODBLOEDEN
Het is voor clubs uit de voormalige DDR ook 35 jaar na de hereniging nog altijd moeilijk om zich aan te passen aan een voor hen nieuwe wereld. Oude functionarissen hebben nooit geweten hoe ze een club dienden te besturen, ze moesten nooit oplossingen bedenken. Als er een tekort was in de begroting, dan werd die door de staat of de industrie bijgepast. Of door de politie of het leger. Nu werden ze in een totaal nieuwe wereld gekatapulteerd. Niemand die hen bij de hand nam en in het kapitalisme leidde. Critici vinden dat deze taak weggelegd was voor de Duitse voetbalbond die, zo hoor je, de clubs uit Oost-Duitsland liet verhongeren en doodbloeden.
Toch waren er aanvankelijk zakenmensen die heil zagen in een nieuw afzetgebied en in clubs investeerden. Niet uit liefde voor het voetbal, maar om via de club zaken te doen en interessante mensen te leren kennen. Dynamo Dresden is daar een voorbeeld van. Ooit een traditierijke club met acht titels en zeven bekers, nu een derdeklasser nadat er tussen 1991 en 1995 vier jaar in de Bundesliga werd gespeeld. Sindsdien probeert Dynamo weer aan te knopen met een glorierijk verleden. Er staat een mooi stadion met een capaciteit van 32.000 plaatsen en er komen ruim 20.000 toeschouwers naar iedere thuiswedstrijd. Ze zorgen voor een helse sfeer. Maar het kan de club niet tot grootse daden inspireren.
MENSELIJK GEKRAAKT
Voetballers uit de DDR waren voorgeprogrammeerde robotten. Zij kwamen ’s ochtends om acht uur aan in hun club en gingen ’s avonds om vijf uur naar huis. Zelf nadenken over wat ze deden, hoefde niet. Het te volgen programma was tot op de minuut voorgeschreven. Iedere week kregen ze één uur onderricht en werd de werking van de SED, de socialistische eenheidspartij, haarfijn uitgelegd. Ook voetbalclubs kreunden onder een dictatuur. Er werd geen tegenspraak getolereerd. Zeker niet van trainers. Toen de trainer van 1. FC Magdeburg, Heinz Krügel, aan de autoriteiten ging vragen of de spelers niet meer konden verdienen, werd zijn verzoek genegeerd. Krügel liet zich niet afschepen, hij bleef de vraag maar herhalen. Daar betaalde hij uiteindelijk een zware prijs voor: hij werd gedegradeerd tot onderhoudsman en menselijk gekraakt. Terwijl de spelers met een andere trainer werkten, mocht hij het gras maaien.
Het is opvallend dat slechts weinig voetballers uit het voormalige Oost-Duitsland hun stempel drukten op de Bundesliga. Toni Kroos, die na de val van de Muur werd geboren, maar in het voormalige Oost-Duitsland opgroeide, is de uitzondering op de regel. Zelfs een gelouterde voetballer als Matthias Sammer kreeg aanvankelijk psychische problemen toen hij de overstap maakte van Dynamo Dresden naar VfB Stuttgart. De angst voor het onbekende maakte hem ziek.
Nochtans werden voetballers in de DDR goed opgeleid. Alles was er planmatig en zeer doordacht, de technologische omkadering was perfect. Dat werd niet serieus genomen. Trainers kwamen en komen al helemaal niet aan de bak. Terwijl ze hadden geleerd zich in alle facetten van het voetbal te verdiepen.
DIPLOMATEN IN VOETBALUITRUSING
Voetbal in de vroegere DDR beweegt zich in het niemandsland. Naast RB Leipzig en Union Berlin op het hoogste niveau, telt de Tweede Bundesliga slechts één club: 1. FC Magdeburg dat in 1974 voor een noviteit zorgde en de Europacup voor Bekerwinnaars won door in de finale AC Milan met 2-0 te verslaan. Met spelers uit de regio, want buitenlanders traden er in de Oost-Duitse competitie amper aan. Die zege werd politiek gebruikt; voetballers waren in wezen diplomaten in voetbaluitrusting. De derde klasse telt vier clubs uit de voormalige DDR: Dynamo Dresden, Erzgebirge Aue, Energie Cottbus en Hansa Rostock, in 1991 de laatste kampioen van de DDR die tot voor kort werd geleid door Bernd Hollerbach, de ex-trainer van Moeskroen en STVV. Hij werd na een catastrofale start ontslagen.
Andere topclubs uit de voormalige DDR zijn helemaal in de anonimiteit weggegleden. Carl Zeiss Jena, in 1981 finalist van de Europacup 2 en een club waarin Roland Duchâtelet nog investeerde, speelt in de Regionalliga, het vierde niveau. Ook Dynamo Berlin, tussen 1979 en 1988 tien keer kampioen van de DDR, komt in die reeks uit. De club werd destijds geleid door Eric Mielke, de minister van de veiligheidsdienst en als dusdanig de baas van de beruchte Stasi. Hij zat tijdens iedere thuiswedstrijd op de tribunes zat en zorgde er via manipulaties voor dat zijn club werd bevoordeeld. Dan werd er bij een gelijkspel in de laatste minuut een strafschop gefloten. Dat nogal wat scheidsrechters voor Mielke werkten, zal wel geen toeval geweest zijn.
Na de hereniging tuimelde Dynamo Berlin in een bodemloze put. Maar de draad met vroeger werd nooit echt doorgeknipt. Dynamo, dat nogal wat extreemrechtse aanhangers telt, speelt in het district Hohenschönhausen. In de omgeving van deze arena bevond zich de gevangenis van de Stasi, waar miljoenen mensen werden geterroriseerd en aan mentale folteringen onderworpen. Niet overal zijn de littekens uit het verleden verwijderd.