Johan Cruijff mocht nog niet uitkomen in Oranje – de medische staf van Ajax hield dat tegen – toen Willy Dullens met verve debuteerde als international. Dullens, die zondag op 79-jarige leeftijd overleed aan Alzheimer, speelde bij Sittardia, op het tweede niveau. Zijn optreden in Oranje, als spelmaker achter een voorhoede met Willy van der Kuijlen, Piet Keizer en Coen Moulijn, werd een openbaring genoemd.
‘Het grootste Nederlandse talent dat ik in jaren heb gezien’, zei Jef Jurion over Dullens, een lichtgewicht die met ragfijne passes en onweerstaanbare dribbels Oranje op 17 april 1966 de weg wees naar een 3-1 zege in de toen nog halfjaarlijkse derby tegen de Rode Duivels. De topclubs stonden in de rij voor hem: Ajax, Feyenoord, Anderlecht boden om het hoogst maar in Nederlands Limburg trok het plaatselijke bedrijfsleven de portemonnee in de hoop en verwachting later nog veel lucratiever zaken te kunnen doen.
Als speler van een club in de Eerste Divisie werd Willy Dullens in mei 1966 zelfs de allereerste Nederlandse voetballer van het jaar. Op initiatief van het weekblad Revue mocht het publiek kiezen. Van de 22.290 stemmen gingen er 1469 naar de 21-jarige Dullens, Johan Cruijff (1141 stemmen) eindigde als vierde, nog achter doelman Eddy Pieters Graafland en Piet Keizer.
SNEL EINDE CARRIÈRE
Een zware knieblessure verknalde de veelbelovende toekomst van Willy Dullens. Vier maanden na zijn interland-debuut overkwam hem dat in een oefenwedstrijd tegen Vitesse. Hij rommelde daarna geforceerd door, op aandringen van de club, hij speelde zowaar nog twee interlands waarmee zijn totaal op vier kwam, maar na een nieuwe operatie in 1970 werd duidelijk dat aan de voetballoopbaan op 25-jarige leeftijd noodgedwongen een einde was gekomen.
Voortaan was Willly Dullens de voetballer die ‘nog beter zou zijn geweest dan Johan Cruijff’. De vraag kon nooit een antwoord krijgen, maar de opvatting kreeg voedsel door een uitspraak van Johan Cruijff himself. Het oordeel van Cruijff werd door Dullens gretig beaamd. In het weekblad Voetbal International zei hij daar zelf over: ‘Cruijff heeft ooit gezegd dat ik technisch net zo goed was als hij. Ik denk dat ik technisch beter was. Dat weet ik gewoon. Ik was altijd meester over de situatie. Als de ruimtes klein werden, was ik echt goed.’
ZELFBEELD
Het cliché in Nederland wil dat Limburgers bescheiden zijn. Willy Dullens weerlegde dat niet alleen in de topwedstrijden die hem gegund waren. Ook in woorden maakte hij nooit een geheim van zijn zelfbeeld. Zo ver ging Willy Dullens daarin dat hij nooit serieus een job heeft uitgeoefend in de technische staf van een club. Want iedere voetballer die op zijn pad kwam, kon niet tippen aan de vaardigheden van hem, vond Dullens altijd.
Het respect voor zijn kwaliteiten verdween nooit, zeker niet bij Ajax, dat in 1970 zelfs een benefietwedstrijd voor Willy Dullens organiseerde waarvoor het Olympisch Stadion in Amsterdam geheel volliep, ook al heette de tegenstander slechts Alemannia Aachen. Over de relatie tussen Dullens en Ajax zei hij zelf in Voetbal International: ‘De spelers van Ajax gingen zelfs naar Kessler (de bondscoach) om te zeggen: “Die Dullens moeten we er wel bij hebben”. Moet je nagaan: ze zeiden zoiets, terwijl ik zelf een heel grote fan was van Piet Keizer. Ik heb nooit met iemand samengespeeld die ik zo’n goede wedstrijd heb zien voetballen als Piet Keizer tegen Schotland. We wonnen op Hampden Park met 0-3 en hij was twee klassen beter dan iedereen. Briljant! Piet had dat gewoon. Die kon boven zichzelf uitstijgen. Ik vond trouwens dat ik daar zelf ook beter speelde dan tegen België. Ik was linkshalf en stond achter Piet. Dat klikte enorm, ik kon hem voeren, hè.’