Woensdag 1 november ontvangt Lierse Antwerp in de beker. Edwin marien had voor het Antwerps Persbureau een gesprek met Lierse-voorzitter Luc Van Thillo
LIER – Luc Van Thillo (53) heeft het gemaakt in het leven. De man uit Essen begon als konijnenkweker. Hij was een tijdlang programmeur bij Siemens en richtte in 2001 zijn eigen bedrijf op: Automatiseringen Van Thillo (AVT), dat zich bezighield met de automatisering van de productie bij KMO’s. Later nam hij de Europese afdeling van Aerogo over. Zij waren gespecialiseerd in de productie van interne transportsystemen om zware lasten te verplaatsen voor de industrie. Met AVT voerde hij opdrachten uit voor Space Agency en Airbus. Hij richtte Robotland op in Essen en kwam vorige week nog in het nieuws als nieuwe eigenaar van het Suske en Wiske Museum in Kalmthout.
Zestien jaar geleden werd bij hem MS vastgesteld. Dat was geen sein om het kalmer aan te doen. Integendeel. Hij werd bestuurslid bij Antwerp en kocht in 2018 Lierse. Daar treffen we hem aan. De voorbereidingen voor de bekerwedstrijd tegen Antwerp zijn volop aan de gang. ‘Druk, druk, druk’, zegt Van Thillo. ‘Zonet belde mijn dochter nog. Of er nog plaats was voor zes eters. In het totaal mogen we woensdag meer dan 1.000 diners serveren. Een absoluut record voor de club. We hebben de inschrijvingen voortijdig moeten afsluiten.’
‘We hebben een uitstekend weekend achter de rug: we hebben gewonnen met 10 man in de tweede helft tegen Jong Genk. Dat is super. Nu wacht Antwerp. We moeten stellen dat in de beker alles kan en we mogen ervanuit gaan dat we een echte wedstrijd zullen hebben. Uiteraard heeft Antwerp veel meer kwaliteit dan wij maar in de beker gaat het maar over één wedstrijd en kan er alles gebeuren. De resultaten van Antwerp vallen wat tegen maar de ploegen waar ze tegen gespeeld hebben zijn toch van een ander kaliber dan wij. Champions League spelen tegen Porto is nog iets anders dan naar het Lisp komen. Op dit ogenblik (maandagmiddag, EM) komen de aanvragen voor tickets nog volop binnen. Momenteel zijn er 8.500 kaartjes verkocht. Er blijven er maximaal nog 1.000 over. Het voordeel is: de mensen kunnen komen voor tien euro. De uitvakken zijn helemaal uitverkocht, net als bij ‘de berg’ en het sfeervak.’
‘Daarenboven komt de wedstrijd live op Sporza. Dat is fantastisch voor de club. Hopelijk wordt het een mooie dag. Ik hoop dat we het – net als vorig jaar – spannend kunnen maken en dan uiteindelijk aan het langste eind trekken. Bij het organiseren van zo’n wedstrijd komt heel wat kijken. Veiligheid is één aspect. De burgemeester heeft daar zeker zijn zeg in. Maar hij beslist niet alleen, ook de tv doet dat. Wijzelf als club staan onderaan het lijstje als we het hebben over wie mag bepalen wanneer een wedstrijd wordt gespeeld. Ook Antwerp moet akkoord zijn. Het compromis is 1 november om 15.45 uur geworden. We hadden ook dinsdag kunnen spelen maar voor Antwerp komt dat extra dagje rust, in een zeer drukke periode, niet ongelegen. Wij spelen eind deze week dan tegen Beveren. Onze vorige wedstrijd was afgelopen zaterdag dus ook wij werken een druk programma af. Uiteindelijk werd het perfecte compromis bereikt.’
‘Ik ben altijd Antwerp-supporter geweest. Op een gegeven moment werd ik benaderd door de club met de vraag of ik er een reclamebord wou hangen. Nadien ben ik in de businessclub geraakt. Daar werd ik nadien dan voorzitter van. En toen was er geld te kort. Dan doet de club weleens een beroep op de centen van de sponsors. Dan wordt er een voorschot betaald en dan gaat de club ervanuit dat je blijft betalen. Uiteindelijk is dat geld dat weg is. Vervolgens is er een deal gekomen met Gunther Hofmans. Hij stelde voor om bij de NV te komen. Ik ben daar vervolgens ingestapt. Het geld dat ik al gespendeerd had, werd omgezet in aandelen en ik heb ook nog wat bijbetaald. Op die manier geraakte ik nog meer betrokken bij de club en dan ga je nog meer dingen doen. Maar op een bepaald moment zaten we echt in de miserie wat resulteerde in een conflict tussen de groep Verhaegen en de groep Wauters, of liever tussen Jos Verhaegen en Eddy Wauters zelf. Ik was zo’n beetje pingpongbal tussen die twee. We hebben dan geopteerd om een derde partij te zoeken die de club wou overnemen en zo zijn we bij Paul Gheysens terecht gekomen.’
‘Ik dacht dat Gheysens kwam om een stadion te bouwen, niet om de club over te nemen’
‘Ik dacht dat Gheysens kwam om een stadion te bouwen. Dat heeft hij ook deels gedaan, wat ik fantastisch vind. Op die manier heeft hij een boost aan de club gegeven. Maar wat ik niet had gedacht is dat hijzelf, met zijn team, de volledige leiding in handen ging nemen. Op dat moment werd ik het vijfde wiel aan de wagen. Ik ben een ondernemer en een ondernemer vindt zoiets niet leuk. Ik ben naar de achtergrond getreden maar ik ben de club wel blijven volgen. Op dat moment kwam Lierse in moeilijkheden en waren er heel wat businessmensen – ook supporters van Antwerp trouwens – die vonden dat het jammer zou zijn dat zo’n mooie traditieclub zou verdwijnen. Men vroeg mij of ik hen uit de nood wilde helpen maar dat wou ik niet doen. Ik had al zoveel tijd, energie en geld aan het voetbal verloren, dat het me niet echt interesseerde. Maar dan kreeg ik een telefoontje van mijn huidige CEO Yorik Torreele (ook ex-Antwerp).’
‘Met hem had ik een hele goede band. Hij zat ondertussen bij Lierse en wist me te vertellen dat er een Letse partij was die de club wou overnemen. Zij zochten nog een Belgische ondernemer om dat samen te doen. Ik wou weleens luisteren. We zijn dan naar Letland gevlogen. Ik kwam daar aan en zag onmiddellijk dat het om een kleine KMO ging. Ik wist direct: ‘als die mensen in België een club gaan overnemen, dan komt het nooit goed’. Tijdens de terugvlucht dacht ik: misschien moet ik het zelf maar doen en dat heb ik ook gedaan. Ik moest echt beginnen vanaf nul. Het was zeker niet de makkelijkste opdracht waar ik ooit aan begonnen ben, maar het is gelukt. We zijn nu vijf jaar verder. De club leeft. We ontvangen woensdag de meeste eters ooit. We spelen voor een vol stadion. We staan terug waar we stonden toen de club failliet ging: in 1B. We zijn schuldenvrij. De Lierse aanhang kan niet beter hebben.’
‘We werken onze thuiswedstrijden af voor 4.000 toeschouwers. Lier heeft een heel grote achterban. Die mensen zijn allemaal teruggekomen. Dit is een fijne, grote club. Het is leuk om hier te werken. Ik hoop dat er straks of morgen een investeerder bijkomt die me kan helpen, want dit alleen doen is financieel zwaar. Ik heb er al heel wat centen ingestoken. Langs de andere kant doen wij het op een andere manier dan mijnheer Gheysens. Hij heeft heel veel geld gespendeerd en is heel snel heel ver geraakt. Antwerp speelt nu Champions League terwijl ze zeven jaar geleden nog in tweede klasse zaten. Maar nadeel is dat iedereen in de club mee moet kunnen, op alle vlakken: jeugdwerking, medewerkers, stadion, scouting, trainers,… Ik kan niet anders zeggen dan dat hij het fantastisch gedaan heeft maar wij doen het op een andere manier. Ik heb veel minder middelen. Dat moet ik eerlijk toegeven, maar dat is ook geen schande. Het is zeer uitzonderlijk dat iemand zoveel geld in een club steekt. Wij proberen dan weer naar een model te evolueren waarbij de club niet afhankelijk is van mij. Dat zou veel beter zijn voor de club. Als je afhangt van één man die in goede en slechte tijden de club moet dragen, dan is dat niet goed. Een club moet zelfbedruipend worden. Volgens mij moet dat kunnen. En dat gaat hier ook lukken. Maar dat gebeurt dan wel op een manier waarbij je niet in één keer grote stappen kan maken.’
‘Clubs laten zich voor een stuk misbruiken door buitenlandse investeerders’
‘Al die overnemers die komen aankloppen bij ploegen als Diest of Patro Eisden spreek ik ook. Ik heb hier al vanalles over de vloer gekregen. Ik luister wel maar ik probeer de juiste te selecteren en tot op heden is die nog niet gepasseerd. In België hebben wij een systeem waarbij je een niet–EU-speler hier kan stallen voor een beperkt bedrag in vergelijking met onze buurlanden. Die buitenlandse investeerders zoeken dus een club in ons land enkel en alleen om hun spelers te plaatsen op een goedkope manier. De Belgische club wordt voor een stuk misbruikt voor een businessmodel van een buitenlander. Dat probeer ik tegen te houden.’
‘Wij spelen bijvoorbeeld tegen Manchester City B. Die hebben dit jaar vijftien miljoen extra geïnvesteerd in Lommel. Maar dat is niet bijpompen, dat is geld dat weeral weg is. Dat is een kapitaalsverhoging. Veel mensen begrijpen dat niet. Dat geld is opgesoupeerd. Zo’n club kan dat helemaal niet dragen. Business Wise is dat zo verkeerd. Dat is zelfs niet goed voor de supporters want als morgen zo’n investeerder wegvalt is het gedaan. Je merkt dat heel veel clubs gebruikt worden om buitenlandse clubs bepaalde dingen te laten doen terwijl dat niet de essentie is van het voetbal in België. Maar uiteindelijk begrijp ik dat model van Lommel nog. Alles staat daar in het teken van Manchester City. Andere verhalen begrijp ik niet. Neem het verhaal van Diest, van Patro Eisden, van Dender, van Deinze, van Seraing, van Beveren of van Oostende: wat gaan die doen?’
‘Bij Antwerp zitten ze dan weer nog steeds met het probleem van de tribune. Ik ken de situatie vrij goed. Gheysens en Tanja Mintjens moeten met elkaar rond de tafel gaan zitten. Punt. Wat zij allemaal in het geheim doen weet ik niet. Ik ken beide partijen goed. Ik heb zowel met Gheysens als met Mintjens onderhandeld en zaken gedaan. Ze moeten een oplossing vinden. Dit conflict heeft absoluut niks met geld te maken. Wat is die grond nu waard? Is dat het bedrag – eventueel geïndexeerd – dat Tanja Mintjens er indertijd heeft ingestoken of is het wat Paul Gheysens ervan gemaakt heeft? En aan wie komen de middelen dan toe? Het zijn twee slimme, vermogende mensen die echt niet wakker liggen van dat stukje grond. Dat is heus hun corebusiness niet. Maar ze moeten in het belang van Antwerp wel een oplossing zoeken.’
‘Lierse en Antwerp hebben goede connecties. Hun jeugd speelt hier Europees. Dat zijn inkomsten voor ons. Zij huren het stadion. Heel wat supporters van onze harde kern zijn met Antwerp mee naar Barcelona gegaan. Tussen hen klikt het dus ook. Verder delen we een aantal sponsors. We verstaan elkaar en er is geen grote rivaliteit. Ik hoop dan ook dat er zich woensdag geen problemen voordoen met de supporters, maar je weet het nooit als ik zie wat er tegenwoordig weeral gebeurt. Dat is echt niet goed voor het voetbal. Ik ben ook niet de braafste geweest maar als je wil vechten doe het dan toch niet in je eigen stadion. Ga dan vechten in één of ander bos. Het probleem van het hooliganisme wordt steeds maar erger. Maar ook sociale media zijn verschrikkelijk hard geworden.’
Een ideale afsluiter voor het gesprek. Op het feit dat Luc Van Thillo eigenaar wordt van het Suske en Wiske museum kwam er op diezelfde sociale media geen greintje kritiek, alleen maar lof. ‘Het is me ook opgevallen. Mijn dochter begon er vanmorgen zelf over: die overname werd ongelooflijk goed onthaald in de streek. Dat is weleens leuk.’
Edwin MARIËN