‘Nog altijd vind ik het raadselachtig dat coaches zich uitgebreid laten interviewen voor een wedstrijd, terwijl hun elftal met de warming-up bezig is.
“We hebben een inspanningsfysioloog en een performance coach die de warming-up begeleidt,’ hoor ik weleens als antwoord van een trainer met wie ik daarna doodleuk over de Turkse competitie ouwehoer. Of over de inhoud van het politieke programma “Buitenhof” zojuist. Andere coaches gaan op de foto met fans, sommigen kletsen wat met oud-spelers langs de rand vaan het veld of drinken koffie met de terreinknecht. Ondertussen doet Joey Veerman een laconieke warming-up, pakt Bijlow geen bal klemvast bij het inschieten en is er een geagiteerde reservespeler te zien die maar wat aanklooit.
“Dat moet je dan toch zien, trainer? Erbovenop zitten, ertussen lopen, corrigeren, attenderen, motiveren, weet ik veel.”
“Joep.
“De aftrap is bijna!”
“Joep. Nee hoor, wat denk je, we krijgen heus alles mee,” besluit de coach.’
Bron: Joep Schreuder, ‘Een verloren wedstrijd kun je niet meer winnen – Ontmoetingen met boegbeelden en fascinerende verhalen uit de voetbalwereld’, 2024, blz. 180
Wordt de warming-up dan tegenwoordig ook nabesproken met de spelers? Het niveau, de manier waarop ze er mee bezig zijn? Of is de warming-up eigenlijk niet zo belangrijk? Een beetje inlopen, rekken en strekken, een rondootje – dat moet toch voldoende zijn? Een beetje losmaken. Intussen in het hoofd focussen op de wedstrijd. Het zijn toch profs, daar heb je toch geen omkijken meer naar? Maar waarom dan wel een performance coach erbij? En nemen de spelers die wel serieus? De eigenzinnige, scherpe waarnemer Joep Schreuder heeft zeker een punt om op te reflecteren.
Terreinknecht? Prachtige ouderwetse term! Maar in dit tijdsgewricht te veel nadruk leggend op een onderdanige gezagsverhouding met directie en bestuur. Wat is ook alweer de moderne uitdrukking voor terreinknecht? Was het niet zoiets als ‘grasmeester’? Die heeft het helemaal zelf in de hand en staat boven de materie.
Rob Siekmann