20.000 dagen geleden

Niet lang geleden bezorgt de Amerikaanse Post een inwoner van Atlanta een pakje dat uit Senegal kwam. Wanneer de bestemmeling het voorzichtig openmaakt komt een zorgvuldig ingepakte marineblauwe jasje met een hoge kraag te voorschijn. Onder de linkerschouder zijn in rood en wit de letters USA genaaid, onderaan zijn twee polyester stickers vastgehecht met de cijfers 25 en 9 en in kleine letters ‘Juegos de la XIX Olympiada Mexico 68,’ vergezeld van het olympische logo. De 79-jarige John Carlos wordt als het ware teruggeworpen in de tijd. Zijn ogen vullen zich met tranen. Meer dan 20.000 dagen geleden, op 16 oktober 1968, was Carlos derde in de olympische 200 meter in Mexico, achter zijn landgenoot Tommie Smith en de Australiër Peter Norman. Toen ze op het podium stonden en het Amerikaanse volkslied weerklonk, bogen Smith en Carlos het hoofd en staken een zwart gehandschoende vuist op, ten teken van protest tegen de achterstelling van de zwarten in de Verenigde Staten. De dag erna werden ze door woedende teamleiders op een vliegtuig naar huis gezet en waren hun namen onsterfelijk. Voor ze uit Mexico vertrokken liep Carlos een afstandsloper uit Senegal tegen het lijf die een prachtig trainingsjasje droeg, zo prachtig dat Carlos een ruil voorstelde. Later, toen hij zich bleef inzetten voor de rechten van de zwarten, kreeg hij daar erg spijt van. Onlangs overleed de Senegalese afstandsloper en kwam het kleinood bij zijn neef terecht die het tot zijn plicht rekende het aan de oorspronkelijke eigenaar terug te bezorgen. Smith: ‘Het is alsof God me na al die jaren een onschatbaar geschenk heeft bezorgd. Ik voel me als herboren, mijn hart is gevuld met dank en energie.’