De Bosuil. Geen stadion in België kent meer combinatie van cult en mythe. Op 1 november 2023 viert de Antwerpvoetbaltempel de honderdste verjaardag. Wie herinnert zich nog dat er tussen 1923 en 1988 liefst veertig officiële en twee officieuze interlands werden gespeeld? Waaronder 35 Derby’s der Lage Landen. Met tussendoor ook de halve finale van het EK 1972 tegen West-Duitsland voor een record van 60.000 toeschouwers. Voetbalschrijver Raf Willems brengt deze ‘vergeten geschiedenis van Rode & Witte Duivels in de Hel van Deurne’ opnieuw tot leven in tien afleveringen. In aflevering zes bekijken we het fenomeen Rik Coppens. Met zes goals in de Derbyklappers 4-2, 4-0 en 4-3 werd de Beerschotspits tussen april 1952 en oktober 1954 zowaar ook even een Bosuilheld.
België – Nederland 4-3, 24 oktober 1954
Rik Coppens was de choquerende keizer-clown van het Kiel, Beerschot, België én de Bosuil tijdens de Derby der Lage Landen. Tijdens zijn beste jaren tussen 1950 en 1955 begeerden Internazionale, Napoli, Barcelona én Espanyol de koning van het crochet. In die tijd blonk hij ook uit op de Bosuil tegen Nederland. Coppens maakte iedereen voetbalgek, lokte volle stadions en zette elke tegenstander superieur voor schut. Hij genoot van de galadagen van het voetbal. Het dribbeldier draaide dan defensies dol tot het publiek in een deuk lag. Hij werd uitgescholden voor ‘Neus’, ‘den Bek’, ‘Visboer’ of het stadion scandeerde ‘het stinkt hier’, verwijzend naar de vishandel van zijn vader. Vervolgens schermde hij schertsend met zijn achterwerk de bal af, tikte zijn tegenstanders tot drie keer toe uit, dribbelde op de doelman af en wachtte tot die opstond om dan pas te scoren. Hij maakte doelpunten met zijn hak en wees vooraf de hoek aan waarin hij zijn strafschop zou trappen. Hij trok vieze gezichten naar de scheidsrechters omdat…’ik het publiek wilde vermaken en allergisch was voor dwang. Ik hing graag de clown uit.’
Coppens hield van jazz en droeg dat ook uit op veld. Swing. Ritme. Improvisatie. Treiterend. Speels. Inefficiënt. Bebop. Beerschot. Hij droeg witte pakken met smalle broekspijpen, toerde vanaf het begin van de jaren vijftig door de stad met een Cadillac of een Buick en zocht de bruine kroegen op. De individualist pur sang won enkel persoonlijke bekroningen. Zijn frivoolste capriolen reserveerde hij voor den Derby tegen d’Ollanders, bij voorkeur op de Bosuil.