PLOEG VAN DE WEEK: Spanje, dat de Nations League won
SPELER VAN DE WEEK: Rodri, die voor een unieke prestatie zorgde met twee Europese bekeroverwinningen in acht dagen; en een meer dan eervolle vermelding voor Luka Modric, de onverwoestbare krijger
BELGIE
De eerste interland voor eigen volk onder Domenico Tedesco was geen weergaloos succes. Tegen Oostenrijk kwamen de Rode Duivels niet verder dan een 1-1 gelijkspel. De roep om vernieuwing werd meer dan ingewilligd. Dit moet een van de jongste en misschien wel hét jongste nationale team zijn – zeker na de wissels met de debutanten Mike Trésor, Aster Vranckx en Ameen Al-Dakhil – uit de geschiedenis. Tien van de zestien die op het veld kwamen, waren 25 of jonger; zes 23 of jonger en vier zelfs 21 of jonger. Kortom, nog te groen achter de oren.
Het kon Tedesco niet aangerekend worden. Het was immers van moeten. Na de vele afzeggingen van de voorbije maanden bleek na Kevin De Bruyne ook Jan Vertonghen niet speelklaar – met dank aan de Pro League, die er met haar achterlijk format verantwoordelijk voor is dat hij al twee maanden geen wedstrijd meer kon spelen. Neem daar de afwezigheden van jongere spelers als Leandro Trossard en Amadou Onana bij en de spoeling werd heel jong.
De eerste helft was bijzonder matig van de Duivels. Van het verrassend straffe voetbal in Zweden en vriendschappelijk in Duitsland bleef niets over. De Duivels hadden bovendien pech. De Oostenrijkers kregen ten onrechte een hoekschop en een onschuldig schotje verraste via de hak van Orel Mangala doelman Thibaut Courtois.
Na de pauze kwamen de jonge Duivels spitser voor de dag en maakten via Romelu Lukaku gelijk. Er zat meer in, want Youri Tielemans trof in de slotfase de deklat. Maar eerder in de partij was er een goede Courtois nodig om een nieuwe achterstand te voorkomen. Alles bij elkaar dus een billijk resultaat.
De eerste averij voor de Belgische ploeg in deze EK-voorronde. Er is nog helemaal geen man overboord, want in Zweden werd gewonnen. Belangrijk is nu dinsdagavond nieuw puntenverlies te voorkomen in Tallinn. Estland is een C- of D-ploeg in Europa, maar met deze selectie wordt het toch oppassen geblazen. Winst in de Baltische staat moet gemoedsrust brengen. Er gaan immers twee landen rechtstreeks door per poule en Oostenrijk en Zweden zullen elkaar nog punten ontfutselen. Tenzij de ploeg van Ralf Rangnick twee keer wint (dinsdag weten we al meer, want dan trekt Zweden naar Wenen). Dat zou nog mooier zijn, want dan zijn de Scandinaviërs zo goed als kansloos.
Er moet nog heel wat geburen vooraleer deze jonge selectie naar Duitsland trekt als favoriet en zelfs als schaduwfavoriet. Leander Dendoncker trok achterin behoorlijk zijn streng, maar naast Jan Vertonghen is straks wellicht ook Toby Alderweireld nog nuttig. Het EK komt er al binnen een jaar aan en dat moet de gelegenheidsspits van Antwerp nog in de benen hebben. Zeker na een seizoen met mogelijk Champions League-voetbal.
Lukaku scoorde alweer (nummer 73 als Rode Duivel), maar als aanvoerder mocht meer van hem worden verwacht. Op de flanken aan leuke jongens geen gebrek. Dodi Lukebakio, Johan Bakayoko en vooral Jérémy Doku zijn dartele knapen die veel vleugelverdedigers op het idee kunnen brengen naar de fles te grijpen, maar hun acties zullen pas iets opleveren als er ook fatsoenlijke voorzetten uit volgen. Met Loïs Openda, die door l’Equipe werd opgenomen in het elftal van het jaar van de Ligue Un, is er een doublure voor Romelu op komst. En er is uiteraard ook nog Trossard.
Het grootste probleem toekomstgericht is het middenveld. Zonder Kevin De Bruyne is het een doelloos ronddobberend schip. Youri Tielemans kon alweer de verwachtingen niet inlossen. Misschien komt hij onder leiding van Unai Emery weer helemaal boven water bij Aston Villa, maar het wordt vooral hopen op het verdere ontluiken van jongens als Amadou Onana en Romeo Lavia.
Het Koning Boudewijnstadion zwaaide tot slot Eden Hazard uit. Zijn (voetbal)toekomst is hoogst onzeker. Eén van de geruchten is dat hij naar RWDM, waar zijn broertje Kylian speelt, zou kunnen overstappen.
EUROPA
Spanje won zondagavond in Rotterdam de Nations League. Voor Rodri was het zijn tweede Europese titel in acht dagen (na de Champions League met Man City). Een vrij unieke prestatie. Alleen Marcellino en Lapetra (allebei Real Zaragoza) deden hem dit in 1964 voor.
La Roja versloeg Kroatië na een doelpuntenloze finale met strafschoppen.
Wat sneu voor Luka Modric. De 37-jarige maestro liep woensdag tegen Nederland, na het zwaarste seizoen uit de voetbalgeschiedenis, als een jong veulen op het veld en zorgde voor het beslissende doelpunt. Zondag werkte hij voor de tweede keer in vier dagen extra-times af en scoorde weer vanaf de stip.
Zilver dus voor Kroatië, het Europese voetbalwonder, na zilver op het WK 2018 en brons op het WK 2022. En dat voor een land met minder dan vier miljoen inwoners. Dertigduizend Kroaten kwamen hun team in Nederland aanmoedigen.
De eindfase van de Nations League was zeker niet minder dan de Europese bekerfinales op clubniveau. Vier keer zaten de stadions vol. Alleen voor Oranje werd het een afknapper. Tegen Kroatië kon invaller Noa Lang nog verlengingen afdwingen, maar werd finaal met 4-2 verloren. Ook Italië bleek, met een veredeld B-team, de betere ploeg in de strijd om plek drie: 3-2, maar het thuisland was bijna 90 minuten op achtervolgen aangewezen. Lang kreeg een basisplaats, maar werd al aan de rust gewisseld.