Vijftig jaar geleden, op 21 augustus 1968, maakten tanks van de Sovjet-Unie een einde aan de Praagse Lente van de hervormingsgezonde socialistische leider Alexander Dubçek. De Tsjecho-Slowaken smachtten naar vrijheid en sociale democratie maar de Russische prikkeldraadcommunisten dachten daar anders over.
Vera Caslavska, de beste turnster ter wereld, werd het sportieve gezicht van die Praagse Lente. Een portret in twee delen. Vandaag aflevering 2.
Zweefde de droom van destijds ooit door haar gedachten?
De revelatie van 1964 – waar ze de ongenaakbaar geachte Larissa Latynina onttroont – gloort als de godin van 1968. Ze bekoort en overdondert het publiek met Jarabe Tapatio. Haar artistieke versie tijdens de vrije kuur vereeuwigt de over de vijf continenten populaire dans – een ode aan de liefde en erotische hofmakerij, tot afgrijzen van de katholieke kerk – tot een onvergetelijk moment in het collectieve Mexicaanse geheugen. Vera Caslavska wint vier keer goud en is de attractie van de Olympiade. Haar populariteit piekt en de Mexicaanse president Portillo regelt 24 uur na haar laatste overwinning dat haar sprookjeshuwelijk met atleet Josef Odlozil – zilver op de 1500 m – in de kathedraal van de hoofdstad wordt ingezegend. Vera Caslavska verovert zeven individuele gouden medailles op de Spelen van 1964 en 1968. Ze torent boven iedereen uit op de Europese Kampioenschappen van 1965 en 1967 met telkens vijf keer goud en is in 1966 drie keer de beste op het WK. Haar ster straalt, ze is wereldsportvrouw van het jaar en haar foto duikt overal op in celebritymagazines. Dan keert het tij want bij haar terugkeer schenkt de langharige blondine één van haar medailles aan de door het Kremlin geroyeerde Dubcek. De despotische hardliners nemen haar sympathie voor de Praagse Lente niet in dank af. Ondanks haar roem – ze is de diva van het volk – valt ze in ongenade. Hoe slingert de ironie soms door de geschiedenis? De volgende jaren haalt het hele panorama van leninistische pesterijen en paranoia haar leven uit balans. Haar man wordt op staande voet ontslagen als legerofficier. Ze schrijft een openhartige biografie waarin ze haar sportieve hoogtepunten afwisselt met haar politieke bewustwording tegen het totalitarisme. Het apparaat boycot als vanzelfsprekend de uitgave. De bureaucratische dogmatiek schommelt over de rand van het morele faillissement. Zeven jaar na elkaar weigert men de beste turnster ter wereld een job als gymnastiekcoach met de laconieke mededeling: ‘Kom volgend jaar eens terug, de tijd is niet rijp.’ Vera Caslavska krijgt tot 1975 het brandmerk van een politieke paria. Men beperkt haar bewegingsvrijheid. Mondiaal geliefd, persona non grata in eigen land. Dan stuurt de Mexicaanse president haar een uitnodiging om het nationale vrouwenteam te leiden. Onder diplomatieke druk – voornamelijk vanwege economische belangen – staat het repressieve regime knarsetandend toe.
Twee jaar later keert ze terug, de dissidenten rond Vaclav Havel roeren zich met Charta ’77, een beweging rond de mensenrechten. Vera Caslavska voelt zich mentaal thuis in dit gezelschap maar blijft een outcast. Ze beleeft een déjà-vu. Spreek-en beroepsverbod zijn opnieuw haar deel. Haar huwelijk loopt intussen spaak. Haar man is niet bestand tegen de permanente intimidatie en kiest in 1987 voor het een andere vrouw. Zij blijft achter met dochter Radka (1969) en zoon Martin (1974).
Hoe ervoer ze de andere tijden? De impact van Charta ’77 dijt uit over het hele land tot een Fluwelen Revolutie. Mikhaïl Gorbatsjovs Glasnost schenkt de ‘Oostbloklanden’ onafhankelijkheid. In 1989 verbrijzelt het IJzeren Gordijn. Vaclav Havel – voortdurend pendelend tussen demonstratie en gevangenis vanwege ‘staatsondermijnende activiteiten’ – maakt van de burgerlijke ongehoorzaamheid zijn programma. Hij wordt de nieuwe president en bewoner van de historische Praagse Burcht. Havel is het keerpunt in het leven van Caslavska. Hij tilt haar uit de anonimiteit, brengt haar via een opvallend gemeenschappelijk bezoek aan het eerste concert van The Rolling Stones in Praag in de openbaarheid en promoveert haar tot regeringsadviseur. Havel biedt haar het sportministerschap, het burgemeesterschap van Praag en het voorzitterschap van de culturele uitwisseling met Japan aan. Zij verkiest de symboliek: het presidentschap van het Olympisch Comité. Dan kruist het noodlot opnieuw haar pad. Op een zomeravond in 1993 ontstaat enige deining tussen een oudere man en enkele jongeren aan een discotheek in het provinciestadje Domasov. De man overleeft het banaal incident niet. Het is Jozef Odlozil. De fatale klap wordt hem toegediend door de metalen ring van … zijn zoon Martin. Vier jaar later, op 24 januari 1997, geeft president Havel Martin Odlozil de vrijheid. Als gevolg van een nationale petitie, met steun van onder meer de legendarische loper Emile Zatopek. Vera Caslavska zal dit niet meer bij volle bewustzijn beleven. Ze laat zich opnemen in een psychiatrische instelling. De strapatsen van de dictatuur kon zij behendig en met zwier pareren. Het verdriet om het gewelddadige conflict snijdt te diep en baart een schier eindeloze reeks depressies. Ze treedt terug in zichzelf en verkiest de stilte. Ze geeft haar laatste interview in 1999, na haar uitverkiezing tot Tsjechische sportvrouw van de eeuw, aan de krant Mlada Fronta Dnes. Nog eenmaal springt haar lenigheid van geest in het oog met de uitspraak: ‘Wie voortdurend zonder rustpunt leeft, haalt de eindstreep niet.’
Was dat al haar memento mori? Speelsheid, dissidentie, wanhoop. Praagser kan een lot niet zijn.
5 reacties
Pingback: white cherry runtz for sale
Pingback: scam advertising service
Pingback: https://chudu24h.com
Pingback: ธุรกิจงานศพ
Pingback: สล็อตเว็บใหญ่ มีเกมให้เล่นทุกค่าย