woensdag, november 20

Vandaag 20 jaar terug overleed Guy Thys

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Guy Thys speelde vanwege de oorlogsjaren slechts twee interlands, maar zat 114 keer in de dug-out van de Rode Duivels. Met hem als bondscoach beleefde het nationale elftal haar grootste successen uit de geschiedenis: finalist op het EK van 1980 en halvefinalist op het WK van 1986.

Guy was de zoon van internationaal Ivan Thys, één van de grote namen uit de vooroorlogse geschiedenis van Beerschot. Ivan Thys speelde twintig interlands en het hadden er meer kunnen zijn zonder de dubbele open beenbreuk die hij in het seizoen 1928-1929 opliep in een wedstrijd tegen Cercle Brugge.

Guy Thys droomde ervan in de voetsporen van zijn vader te treden. Hij speelde als midvoor of linksbuiten, ook al was hij rechtsvoetig, en op 14 april 1939 debuteerde hij in het eerste elftal van Beerschot. Stanley Van den Eynde moest verstek geven omdat hij met zijn legereenheid op maneuvers was.

Thys junior was pas zeventien. Paars-wit verloor in Boom (1-0), maar de nieuwkomer had voldoende laten zien om nieuwe kansen te krijgen. In zijn derde partij, de gevreesde uitwedstrijd bij Olympic Charleroi, was de legendarische Raymond Braine de grote uitblinker. Hij zorgde ervoor dat Thys vijf doelpunten kon maken. Eindstand: 2-8.

De Antwerpse sportpers trok de zak met superlatieven ver open. Thys werd al als de opvolger van de grote Braine afgeschilderd en er werd volop gespeculeerd dat de nieuwe vedette zou opgeroepen worden voor de interland van 29 mei tegen Nederland. De Beerschotter trainde met de Rode Duivels, maar op 10 mei vielen de Duitsers ons land binnen. Door de oorlog ging bijna vijf jaar van zijn carrière verloren.

Artiesten en sporters kregen nochtans een aantal privileges van de bezetters, omdat ze moesten instaan voor het vermaak van het volk. Spelers van clubs uit eerste klasse werden vrijgesteld van de verplichte tewerkstelling in Frankrijk. In 1942 werd de competitie weer opgestart, maar Thys was zijn basisplaats bij Beerschot kwijtgespeeld. Hij kon de eerdere krantenkoppen niet waarmaken en verhuisde voor één seizoen naar het net naar tweede klasse gedegradeerde Daring Brussel.

Uit de gratie

Terug op het Kiel was het vooral zaak te ontsnappen aan tewerkstelling in Duitsland. Voetballen volstond niet. In de zomer moesten de voetballers ook actief blijven en gingen dan maar koersen. Er werden overal wielerwedstrijden voor voetballers georganiseerd. Ook Guy Thys klom op de fiets.

Naar het einde van de oorlog toe werden de Duitsers strenger en werden sporters niet langer als uitzonderingen behandeld. Thys werd opgeroepen om in Duisburg in een staalfabriek te gaan werken, maar dook onder bij zijn toekomstige schoonouders. Hij miste het voetbal niet, want de competitie 1944-1945 werd geschrapt.

Beerschot was niet meer de dominante ploeg van voor de oorlog. De generatie van Raymond Braine was verdwenen en in plaats van strijden om de titel werd het bikkelen om het behoud. En toen meldde zich een nieuw wonderkind: Rik Coppens. Thys speelde vier jaar met hem samen.

Op 6 juni 1948 werd Thys opgeroepen voor een B-interland tegen Frankrijk en een jaar later voor de trainingen van het A-elftal voor een interland tegen Zwitserland, terwijl hij op dat moment bij de reserves van Beerschot speelde. De spits was uit de gratie gevallen bij zijn eigen supporters en overwoog zelfs te stoppen met voetballen.

Standard nam hem voor 300.000 frank over en zes maanden later behoorde hij weer tot de kern van de nationale ploeg. Op 6 april 1952 speelde hij dan, twaalf jaar later dan verwacht, zijn eerste interland: een derby der Lage Landen op de Bosuil. Het werd een 4-2 zege met twee goals van Coppens, die telkens scoorde uit een voorzet van Thys.

De twee volgende interlands kwam hij echter niet van de bank. Op 25 oktober 1953 speelde hij zijn tweede Holland-België. In de Kuip werd met 1-0 verloren, na een zwakke wedstrijd. Thys was inmiddels 31 en de bondsleiding besloot voor jongere spelers te gaan.

Kolenhandel

Standard was één van de clubs die in de jaren ’50 vooropliep in het Belgisch voetbal. Thys kreeg er het statuut van semi-prof en toen in 1953 de Fransman André Riou trainer werd, besloot deze over te schakelen naar het professionalisme. Thys, die meewerkte in de kolenhandel van zijn vader, besloot gezien zijn leeftijd daarvoor te passen en werd speler-trainer bij derdeklasser Cercle Brugge. Hij had in 143 voor Beerschot zestig keer gescoord en in 104 matchen voor Standard 46 keer.

In het tweede seizoen met Cercle werd de titel gewonnen en hij speelde nog twee seizoenen in tweede klasse, maar kreeg het fysiek steeds moeilijker. Thys werd speler-trainer bij Racing Lokeren – de fusie met Standaard Lokeren kwam er pas jaren later – met de ambitie om opnieuw naar tweede klasse te klimmen, maar het werd een degradatie. Ook zijn avontuur bij eersteprovincialer Excelsior FC Moustier-sur-Sambre werd een mislukking. De club was zeer ambitieus en bood prima voorwaarden aan, maar betaalde nooit een cent. Na drie maanden was de Antwerpenaar er weer weg.

Thys nam de wijze beslissing alles op het trainerschap te zetten. In de zomer van 1959 ging hij aan de slag bij vierdeklasser Wezel Sport; Alle spelers waren werknemers van het non-ferro bedrijf Vieille Montagne. De werkomstandigheden waren ideaal en de club promoveerde meteen.

Na drie seizoenen bij Wezel klopte FC Herentals aan. Een tweedeklasser met als bestuurslid niemand minder dan Rik Van Looy. In het eerste seizoen verloor zijn ploeg pas in de halve finale van het bekertoernooi van FC Diest.

Betonvoetbal

SK Beveren werd de volgende etappe in zijn trainersleven. De Waaslanders hadden de vorige jaren de sprong gemaakt van bevordering (vierde klasse) naar tweede afdeling. Het behoud was de ambitie, maar de ‘Leeuwen’ gingen in één ruk door naar eerste nationale. De derde titel in vijf jaar, met spelers als Mon Goossens, Freddy Buyl, Omer Janssens, Robert Rogiers en Jean Janssens. Voor Thys was het zijn derde titel als trainer: in vierde met Wezel, in derde met Cercle Brugge en in tweede met SK Beveren.

Na twee seizoenen in eerste klasse was zijn contract ten einde en trok hij naar Union. Het werd knokken voor het behoud in de hoogste afdeling en in de tweede campagne liep het fout af, ondanks het betonvoetbal waarvoor trainer Thys had gekozen.

De Sinjoor met het Beerschot-verleden werd trainer van Antwerp. Een profclub, wat betekende dat hij met zijn vader besliste om de kolenzaak stop te zetten. Thys kende een paar uitstekende jaren op de Bosuil. Twee keer werd rood-wit vice-kampioen, in 1974 achter Anderlecht en een jaar later achter het RWDM van Jan Boskamp. In zijn tweede seizoen werd ook de bekerfinale gehaald, maar van Anderlecht verloren (1-0). Het hoogtepunt van zijn trainerscarrière had de Europese uitschakeling van Ajax kunnen zijn, maar scheidsrechter Weyland keurde een doelpunt van Alfred Riedl ten onrechte vanwege buitenspel af.

Eddy Wauters wachtte na het derde en mindere seizoen van Thys als trainer van de Great Old diens contract te verlengen. Raymond Goethals had intussen contact gezocht met de Antwerpenaar en zou hem bij de bondstop voorstellen als zijn opvolger. Constant Vanden Stock (Anderlecht) en Roger Petit (Standard), de machtigste figuren in ons voetbal, gingen akkoord. Thys sprak beide landstalen perfect, had in Vlaanderen, Wallonië en Brussel in het voetbal gewerkt. Hij had alleen geen diploma van de Heizelschool, maar dat werd even vergeten.

Whisky

Op 1 juli 1976 werd hij tot bondscoach benoemd. Hij kreeg een verouderde ploeg in handen en het was enkele jaren zoeken naar opvolgers voor de generatie van het EK 1972. Thys ging aan het bouwen en zorgde voor een mix van rijpere spelers als Meeuws, Gerets, Pfaff, Vandereycken en Renquin en de Europese kampioenen bij de Uefa-junioren, zoals Erwin Vandenbergh, Raymond Mommens en Eddy Voordeckers. Het laatste stuk dat ontbrak in de puzzel was Wilfried Van Moer, die in het najaar van 1979 werd teruggehaald.

Thys was een liefhebber van een goeie whisky en een lekkere sigaar. Hij had geen trainersdiploma, maar zijn rust en onverstoorbaarheid maakten hem tot de ideale bondscoach. Hij verstond beter dan wie ook de kunst om te luisteren naar wat leefde bij bondsmensen en journalisten. De terugkeer van Van Moer, die op dat moment bij tweedeklasser FC Beringen speelde, werd hem ingefluisterd door Rik De Saedeleer en Jan Wauters.

Plots sloeg de motor aan. De Rode Duivels plaatsten zich voor het EK in Italië en waren daar een echte sensatie. Na een gelijkspel tegen Engeland (1-1), werd gewonnen van Spanje (2-1) en gelijk gespeeld tegen thuisland Italië (0-0). In de finale tegen West-Duitsland maakte Horst Hrubesch pas in de slotfase het verschil (2-1).

Op het WK 1982 zorgden de Rode Duivels voor wereldnieuws door in de openingsmatch tegen regerend wereldkampioen te winnen (1-0). Na een moeizame zege tegen El Salvador (1-0), kostte het nog bloed, zweet en tranen om tegen Hongarije de kwalificatie voor de tweede ronde af te dwingen (1-1). Daarin werd verloren van Polen (3-0) en de Sovjet-Unie (1-0).

Het EK 1984 had het hoogtepunt van deze generatie moeten worden, maar de ploeg werd onthoofd door de omkoopaffaire Standard-Waterschei. Bijna de volledige defensie viel weg. Desondanks kwamen de Duivels nog op een zucht van de halve finales, maar tegen Denemarken werd een voorsprong prijsgegeven (3-2).

David Platt

Mexico 1986 begon dramatisch, met verlies tegen Mexico (2-1), moeizame winst tegen Irak en een gelijkspel tegen Paraguay. Onder druk van de bondsvoorzitter en de pers verjongde Thys zijn ploeg met jongens als Patrick Vervoort en Stéphane Demol. De valiezen om naar huis terug te keren waren al gepakt, maar de Sovjet-Unie werd na een sensationele partij en verlengingen uitgeschakeld (4-2). Tegen Spanje waren zelfs strafschoppen nodig (1-1), maar de Rode Duivels strandden pas in de halve finale tegen het Argentinië van de onstuitbare Diego Maradona en legden beslag op de vierde plaats. Thys werd door het voetbalmaandblad World Soccer uitgeroepen tot Wereldcoach van het Jaar.

Op 1 juni 1989 reed de ‘Guy-trein’ naar Rijsel voor zijn honderdste interland, tegen Luxemburg. Nadien volgde nog een trip naar Mexico en een interland in Canada. Dat had de laatste interland van de Antwerpenaar moeten worden. Walter Meeuws volgde hem op en Thys werd een soort technisch directeur. Bij de WK-loting in Rome maakte deze laatste tegenover een kransje journalisten echter duidelijk dat hij bondscoach wilde blijven. Na één nederlaag en twee gelijke spelen werd Meeuws ontslagen.

Op 28 februari 1990 kreeg Thys de volle verantwoordelijkheid over het nationaal elftal terug. De Rode Duivels brachten op de Mondiale hun beste voetbal ooit. De tweede ronde was al na twee wedstrijden (2-0 winst tegen Zuid-Korea en 3-1 tegen Uruguay) binnen. In de achtste finale werd een episch gevecht geleverd tegen Engeland, dat pas in de 119de minuut beslecht werd door David Platt (0-1). De kwalificatieronde van het EK van 1992 liep echter snel fout. Thys werd in mei 1991 als bondscoach opgevolgd door Paul Van Himst. Hij had er maar liefst 114 interlands als bondscoach opzitten.

 

Share.

About Author

François Colin (1948) was achtereenvolgens rubriekleider voetbal en chef-sport van Het Nieuwsblad en senior writer van De Standaard. Na zijn pensioen in 2014 was hij tot 2021 columnist van SportVoetbalmagazine. Hij bracht verslag uit van twee Olympische Spelen, tien EK's en negen WK's voetbal en was aanwezig bij ruim driehonderd interlands van de Rode Duivels. Hij is auteur of co-auteur van een vijftiental boeken over de mooiste sport op aarde.

Leave A Reply