Het begon allemaal zoals klassieke voetbalverhalen horen te beginnen. De kleine Dirk Kuyt kon al snel lopen en het eerste waar hij tegenaan liep was een bal. Hij werd op slag verliefd. Die bal bleef aan zijn voeten, ging met hem mee naar bed, en als de kleine Dirk opstond dribbelde hij ermee door het huis. Ook in latere jaren, op school, pleintjes, veldjes, in de straten van Katwijk, bleef de bal zijn trouwe makker.
Dirk was een jochie van acht toen het Nederlands elftal Europees kampioen werd. Drie jaar al ‘woonde’ hij toen bij Quick Boys, zijn club, zijn favoriete plek.
Op een dag had hij het eens geteld. Zevenhonderdvijftig meter, een meter per stap, dat was de afstand tussen huis en school. Iedere meter tikte hij de bal aan, zevenhonderdvijftig keer hetzelfde geluid: tik, tik, tik… Dirk droomde al dribbelend van Quick Boys-1. Daar zou hij alles voor laten, daar zou hij alles voor doen. Zelfs het EK van 1988 veranderde daar niets aan. Hij zag zich niet als de nieuwe Van Basten of Gullit: ‘Ik was een realistische dromer.’
Bron: Robert Heukels en Nino Wilkes, ‘Zwemles van Louis van Gaal en andere spraakmakende transferverhalen’, 2024, blz. 145-146
Het had overigens weinig gescheeld of Dirk Kuyt was geen lid geworden van Quick Boys maar van de grote rivaal Katwijk. Dat had ook meer voor de hand gelegen, want VV Katwijk lag veel dichter bij zijn ouderlijk huis dan Quick Boys. Toen Dirk echter op vierjarige leeftijd naar een penaltybokaal ging op Quick Boys sloeg de vonk over en was er een eeuwige liefde geboren. Hij wilde direct lid worden, maar moest nog een jaartje wachten tot hij vijf was.
Quick Boys is voor mij pro memorie: kijken naar mijn jongste zoontje toen hij daar een uitwedstrijd moest spelen. Veel later: kijken met mijn oudste zoon naar het Nederlands elftal in voorbereiding op het WK 2014 onder de bezielende leiding van Louis van Gaal. Tegenwoordig: zelf hebben deelgenomen aan de jaarlijkse prestatieloop van de Dirk Kuyt Foundation, waarbij je eerst door de duinen loopt en finisht na onder de hoofdtribune door en dan om het hoofdveld te zijn gelopen – een bijzondere ervaring, omdat hardlopen en voetbal daarbij samenkomen.
Rob Siekmann
Literatuur:
Nico Akkerman, ‘Kuyt – Utrecht, Feyenoord, Liverpool, Fenerbahçe en Oranje’, 2015
Jaap de Groot, ‘Dirk Kuyt – Het geloof in succes’, 2018