De uitvaartplechtigheid van Raymond Goethals vond plaats op maandag 6 december 2004 in de basiliek van Koekelberg. Daarmee werd zijn laatste wens vervuld. Die kerkdienst in de basiliek wou hij niet vanwege de grandeur van de plaats, wel omwille van de symboliek die ermee gepaard ging. Hij hield van Marseille en Bordeaux, maar: ‘Niets gaat boven de plek waar je geboren bent om te sterven,’ oordeelde hij. Voor Raymond was de basiliek van Koekelberg een terugkeer naar de bron, naar de plek waar alles begon. Een eeuwigheid geleden…
‘De plaats waar de basiliek later werd opgetrokken, was in de tweede helft van de jaren twintig een braakliggend veld, waar we geregeld naartoe trokken om te sjotten. Homerische wedstrijden waren dat. De ene straat tegen de andere. Soms twintig tegen twintig. Michel Van Vaerenbergh en Polyte Vanden Bosch waren er ook bij. Zij hebben als speler meer bereikt dan ik. Onder meer de eerste landstitel van Anderlecht in 1947. Omdat ik een goeie rechter bezat, speelde ik doorgaans centervoor. In de moderne voetbaltaal heet dat diepe spits.’
‘Ik woonde met mijn ouders op een boogscheut daarvandaan, in de rue de l’intendant. Voor wie Brussel een beetje kent: rechts van de Leopold II-laan, als je van het Rogierplein komt en richting Simonisplein in Koekelberg gaat.’
Bron: Alain Ronsse, ‘Nie zievere… Speile! – Raymond Goethals: Van straatvoetballer tot Europees kampioen’, 2005, blz. 55
Rob Siekmann