Het Belgisch profvoetbal viert dit seizoen zijn vijftigste verjaardag. Auteur Raf Willems brengt wekelijks een serie van 25 portretten uit de eerste 25 seizoenen toen ons clubvoetbal zijn beste – met talrijke Europese successen – tijdperk beleefde. Hij voerde deze gesprekken de voorbije decennia en in functie van in 2020 verschenen boek O Belgisch Voetbal. Hoogtepunten en sterke verhalen van 1920 tot 2020. Vanuit het motto: de verhalen zijn belangrijker dan de resultaten. Met Guy Vandersmissen sprak hij over de door scheidsrechterlijke dwalingen verloren finale van 1982 in Camp Nou tegen FC Barcelona.
Guy Vandersmissen (1957) voetbalde van 1978 tot 1991 in het eerste elftal van Standard. De uit het dorpje Vechmaal afkomstige landbouwerszoon tekende er in 1972 een aansluitingskaart als jeugdspeler omdat een aannemer uit zijn gemeente die een nieuwe tribune voor Standard bouwde aan jeugdprospectie deed. Onder de coaches Ernst Happel (1979-1981) en Raymond Goethals (1981-1984) beleefde de controlerende middenvelder vijf sterke seizoenen in het gezelschap van onder meer Eric Gerets, Simon Tahamata, Jos Daerden, Walter Meeuws en Arie Haan.. Vooral in Europa gooide Standard hoge ogen: kwartfinalist in 1981, finalist in 1982. Met uitoverwinningen bij onder meer Steaua Boekarest, Dynamo Dresden, FC Kaiserslautern, Vasas Boedapest en Dinamo Tbilisi. Slechts twee nederlagen in zeventien opeenvolgende matchen. De doodsteek volgde na scheidsrechterlijke dwalingen.
‘We koersten een prachtig parcours. Zonder nederlaag langs onder meer Europese toppers als FC Porto en Dinamo Tbilisi. We schakelden ook Floriana La Valetta en Vasas Boedapest uit. In de finale verloren we tegen de gang van het spel in en door de schuld van de scheidsrechter. We troffen FC Barcelona in het eigen Camp Noustadion voor meer dan 100.000 fanatieke toeschouwers. Wat daar onze geniale dribbelaar Simon Tahamata te verduren kreeg, was op het randje van het misdadige. De scheidsrechter viel ten prooi aan de intimidatie en hysterie van de Barçaspelers en het publiek. Migueli mocht zich alles veroorloven en schoffelde tegen iedereen aan. Simon vroeg zelfs tijdens de pauze aan coach Raymond Goethals om vervangen te mogen worden. Zo’n schrik had hij. Die vreesde echt dat hij gehandicapt het veld te moeten verlaten. Hij stond vrij, ontving de bal, maar sprong meteen omhoog. Terwijl Migueli op meer dan tien meter afstand volgde.
Standard blufte in de eerste helft Barça af en uit een mooie, collectieve aanval zette ik al na zes minuten de 0-1 op het bord. De wedstrijd ontaardde in een ordinaire schoppartij. Vooral van Spaanse zijde. De scheidsrechter raakte het spoor compleet bijster en liet begaan. Walter Meeuws kreeg voor een akkefietje op het einde nog een rode kaart. We hadden de Cup voor het grijpen maar die glipte ons vanwege de omstandigheden door de vingers. We controleerden de match tot één minuut voor de pauze. Toen kon Barça op een diefje de 1-1 scoren. Ik blijf verkondigen dat Standard de Beker zou gewonnen hebben indien de finale elders werd gespeeld. Dat was voor ons een enorm nadeel. Voor de club kwam dat echter goed uit. Een recette van bijna 120.000 kijkers die door twee werd gedeeld. Daar haalde men de neus niet voor op. Voorzitter Petit had bereikt wat hij wilde. Standard behaalde de kampioenstitel in 1982 en plaatste zich voor de eerste keer voor een Europese finale. Hij bekeek dat louter financieel en vond het niet eens zo erg dat we verloren. Dan mocht hij de winstpremie op zak houden. In dat opzicht vond hij dat dus een prima zaak voor Standard. Als je dat tweede doelpunt nu voor de geest haalt! Bij die vrije trap! De scheidsrechter talmde. Fluit ik, fluit ik niet? Barça gaf hem direct af en scoorde. Totale onduidelijkheid. Tot onze verbijstering zagen we hem toen onmiddellijk naar de middencirkel wijzen. De scheidsrechter gaf zijn eerste gele kaart aan Barça pas op vijf minuten voor het einde. Goethals wist vooraf hoe laat het was. Hij verwittigde ons voor de match dat we een vogel voor de kat zouden zijn. Ik herhaal: we waren sterker dan Barcelona maar de arbitrage deed ons de das om. Dat gebeurde ook het seizoen voordien. Kwartfinale Uefa Cup in Keulen voor 60.000 toeschouwers. Negen minuten voor tijd leidden we met 1-2, geen vuiltje aan de lucht na de 0-0 in Luik. Köln moest nog twee keer scoren. Ik tekende de 1-2 aan, één van de mooiste goals van mijn loopbaan. Onze spelmaker Helmut Graf werd een enkelbreuk getrapt. Köln versierde dan een strafschop en na enorm geharrewar smeerde Littbarski ons in de laatste minuut de nederlaag aan. Net voordien kreeg Michel Renquin ten onrechte een rode kaart en hij salueerde met de Hitlergroet voor de volgepropte tribunes. Het publiek reageerde echter niet. De mensen stonden waarschijnlijk te verstomd om te geloven wat er gebeurde. In onze kleedkamer was onze woede enorm. Twee keer verdienden we dus beter.’