Oh Belgisch Voetbal. Hoogtepunten en sterke verhalen van 1920 tot 2020.
Elke week op zaterdag, en vandaag uitzonderlijk ook op vrijdag omdat er een legende jarig is! Deze verhalenbundel neemt u mee langs de onvergetelijkste momenten van de Belgische voetbalgeschiedenis tussen 1920 en 2020. Legendarische vertellingen, pure voetbalanekdotes.
Deze aflevering staat in het teken van ‘Franky Van der Elst 60!’. Waarin hij vertelt over het ‘Europese mirakeljaar 1987-‘88’ van Club Brugge.
Franky Van der Elst noemt zege tegen Zenit beste van Europees mirakeljaar
Legendarische match
30 september 1987 vierde een uitverkocht Olympiastadion feest: 5-0 tegen Zenit Leningrad (vandaag heet deze stad opnieuw Sint-Petersburg). Het eerste blauwzwarte ‘mirakel’ in een serie van drie: Zenit 5-0 (uit 0-2); Rode Ster Belgrado 4-0 (uit 1-3), Borussia Dortmund (5-0 na verlenging, uit 0-3). Club haalde dat seizoen de halve finale van de Uefa Cup met spektakelvoetbal van de bovenste plank. Getekend: coach Houwaart en gedragen door het trio Franky Van der Elst – Jan Ceulemans – Marc Degryse. Met een uitblinkersrol en vier doelpunten voor de Deense spits Kenneth Brylle in deze legendarische match.
Franky Van der Elst – de temporiserende meester van het positiespel speelde van 1984 tot 1999 bij blauw-zwart en was aanwezig op vier wereldbekers – verbaasde mij met zijn uitspraak dat hij die wedstrijd de beste van het jaar vond. En dus hoger inschatte dan de vijfklapper tegen Borussia Dortmund: “Ook al scoorde ik tegen Dortmund, voor mij is dé wedstrijd nog steeds die tegen Leningrad. Nu nog krijg ik kippenvel bij het zien van die match. Beelden van een bepaald doelpunt waarbij we allemaal op elkaar vlogen. Ik trilde van emotie nadien. Omdat het de eerste keer was? Ik had na de heenmatch toch het gevoel dat we dit konden rechtzetten. Al rees er wel twijfel want twee jaar eerder verloren we op Spartak Moskou met 1-0 en toen dachten we dat ook. Op Olympia tikten de Russen ons van de mat met 1-3.
Gont mor promberen
Nogmaals: in Leningrad vond ik dat we de match onder controle hadden maar we konden niet scoren en kregen twee merkwaardige goals tegen. Door die 2-0 wisten we: een tegendoelpunt zou fataal zijn. Tien minuten voor de match zocht ik nog even het toilet op, van de zenuwen wellicht. De Caje stond er ook, een fantastische herinnering. Die keek even op en mompelde ‘moeilijk, moeilijk jong. Mor we gont mor promberen zeker’. Met zijn Liers accent. Ondanks zijn flegmatieke houding kikte hij op Europese avonden. Net als trainer Henk Houwaart en die bracht dat enthousiasme ook over op de ploeg. Daar toonde hij zijn kwaliteiten als trainer: ingrijpen door positiewissels.
En ons overtuigen van het feit dat we stevig moesten aanvallen en hopen dat we succes boeken. Meer keuze was er niet. Jensen hield Zenit van een vroeg doelpunt. En na onze eerste goal waren we vertrokken. Kenneth Brylle maakte er vier in zijn eerste match bij Club. Hij was iemand die heel goed aan de eerste paal kon opduiken en met een fluwelen toets nooit hard maar net genoeg voor de verdediger kon komen. Hij leefde ook van de grote momenten, net als Caje. We hadden wel een hele sterke ploeg: veel loopvermogen, zeer technische spelers (Creve, Degryse, Brylle). Achterin Kimoni en Mamadou. Soms miste Mamadou zijn match maar hij was messcherp. Kimoni was pijlsnel en kon uitstekend uitvoetballen. Verder Hugo Broos die altijd zijn man uit de match hield en Dennis van Wijk die de flank durfde doen.
Houwaart was een trainer die altijd voor de aanval koos net als zijn grote voorbeeld Ernst Happel. En de dag voor zo’n Europese match zorgde hij met een partijtje bowling of een quiz voor ontspanning. We beleefden toen toch een unieke sfeer.
Rit eindigde dramatisch
Bij Club had ik toen vooral een ondersteunende rol. Maar in dat elftal was echt iedereen weg en bleef ik als enige temporiserende middenvelder over. Ik moest ‘in positie lopen’ en het evenwicht bewaren. Deze wedstrijden vergden echte topconcentratie. Europees was op Club toen altijd vollen bak. De staanplaatsen zaten bij de opwarming al helemaal vol en fans zongen ons al toe een half uur voor de match. Dat deed wel iets met een speler en zorgde voor een ander gemoed.
Kenneth Brylle kwam met een maand vertraging naar Club en zijn conditie leek belabberd. Het klikte onmiddellijk met Degryse en Ceulemans. Op 30 september zoemde zijn naam door Europa: vier goals tegen Zenit Leningrad (5-0). De gok pakte uit zoals zelfs Houwaart het niet durfde dromen, want Brylle had amper een half uur Clubvoetbal in de benen. Hij trof vier keer raak vanuit een andere hoek en beweging. De forfaitscore stond op het bord. Brylle– Zenit: 5-0.’
De rit eindigde dramatisch: na een 1-0 thuis en 2-2 uit tegen Panathinaikos in de kwartfinale liep het ‘sprookje’ slecht af. In de laatste seconde van de verlenging versloeg Espanyol Barcelona Club – op dat moment nog met negen – met 3-0 na de 2-0 in Brugge. Zes Europese thuisduels met een doelgemiddelde van 17-0. En die eerste miraculeuze avond tegen Zenit was dus volgens Franky Van der Elst de beste uit de rij.