111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920. Wie zijn ze, die honderd voetballers, tien keepers en dat uitzonderlijke fenomeen? Maak mee deze wandeling met auteur Raf Willems door het voetballandschap van de voorbije eeuw. In aflevering 26 belichten we Ronald Koeman. Hij werd deze week ontslagen als trainer van FC Barcelona. Daar beleefde hij zijn persoonlijk ‘beste moment’ in 1992 en tilde de club toen definitief naar de Europese top. Een blijvende herinnering voor de speler, die als gekwelde coach afscheid moest nemen van Camp Nou.
FC Barcelona – Sampdoria Genua 1-0, Finale Champions League, 20 mei 1992
Ronald Koeman. FC Barcelona – Sampdoria Genua 1-0, Wembley, 20 mei 1992. Finale Champions League. Hét zien van het moment. Daar zocht hij naar.
Om 22u47 voltrok zich eindelijk het wonder en klonk de jubelkreet Barça! Barça! Baarça! Liefst 36 jaar na Real Madrid in 1956 zagen de blaugrana hun wensdroom eindelijk in vervulling gaan: de Beker met de Grote Oren verhuisde naar de trofeeënkast van Camp Nou. Dankzij het prachtige en precieze afstandsschot van Ronald Koeman. Zelfs coach Johan Cruijff haperde even, toen hij met één been bleef hangen achter een reclamebord. Om de resterende zeven minuten van de finale in trance te volgen.
Verschroeiend afstandsschot
Ronald Koeman wedijverde tussen 1988 en 1995 met Franco Baresi van AC Milan kom de titel van ‘Europa’s klasrijkste libero’. Ondanks zijn trage startsnelheid wist hij zijn métier tot in de kleinste details uit te kienen. Vooral in het schrander positioneel inschuiven, waardoor het middenveld een numerieke overmacht verwierf, was Koeman een meester van de kunst. Hij dankt zijn reputatie vervolgens aan zijn verschroeiend effectvol afstandsschot waarmee hij vaak beslissende openingen forceerde voor achtereenvolgens Ajax, PSV, FC Barcelona en het Nederlands Elftal. Zijn erelijst leek niet voor veel verbetering vatbaar. Kampioen met Ajax (1985), PSV (1987, 1988, 1989) en Barça (1991, 1992, 1993, 1994). Bekerwinnaar met Ajax (1986), PSV (1988, 1989) en Barça (1990). Europacup der Landskampioenen met PSV in 1988 en Barça in 1992. In 1988 won hij ook het EK in West-Duitsland met het Nederland.
De medaille kende ook zijn keerzijde. Hij teerde niet alleen op naam en faam. Zijn bekendheid raakte flink besmeurd na twee opvallende incidenten. Beide vonden plaats in het voor PSV en Oranje gezegende jaar 1988. Hij werd door de UEFA geschorst voor de doorslaggevende halve finalematch tegen Real Madrid. Omdat hij het in een interview had gepresteerd om openlijk een doodschop van een teamgenoot toe te juichen ‘als het ploegbelang daarmee gediend was’. Tijdens het Europees Kampioenschap zorgde hij voor een van weerzin overkokende Duitse reacties. Na afloop van de halve finale in Hamburg tussen West-Duitsland en Nederland (1-2) wisselde hij zijn shirt met een Duitse speler. Voor miljoenen televisiekijkers toonde hij zich daarna van zijn smalste kant toen hij provocerend imiteerde alsof hij met zijn shirt het onderste deel van zijn rug reinigde.
Rituele ruzie
In de zomer van 1989 transfereerde Cruijff hem naar FC Barcelona. Ze legden samen het fundament van het ‘Dream Team’: Copa del Rey in 1990, La Liga in 1991. En opnieuw in 1992. Waarna het eeuwige exploot volgde. Het doelpunt van Ronald kreeg in Barcelona een sacrale betekenis. De hele fase – van fluitsignaal voor de overtreding tot het gejuich bij de inslaande bal – nam liefst één minuut en dertien volle seconden in beslag. Stoitchkov en Bakero schiepen verwarring bij de Sampdoriamuur. Ondanks drie foutieve ingrepen na elkaar protesteerde de Sampgang heftig. Tegelijk spatte de angst van hun optreden. De net van het veld gehaalde spits Vialli verstopte zijn hoofd onder de handdoek. Hij toonde zijn angst. Omdat het ‘kanon Koeman’ zich achter de bal zette. Die voerde met Stoitchkov een toneelstukje op: het robbertje dat tot de rituele ruzie behoort.
Ze wenkten Bakero om hem te vertellen dat ze hem ‘kort’ zouden nemen. Koeman bedacht nog even een intimidatierite: de bal onopvallend wat dichter richting doel schuiven. En vervolgens met veel poeha gesticuleren bij de scheidsrechter over de opstelling van de muur. Het haalde de Italianen uit hun concentratie. Drie spelers konden hun driften niet bedwingen en sprongen vooruit om de hoek te verkleinen. In een flits greep hij zijn kans, op voorwaarde dat hij dit klusje met absolute precisie zou klaren: Stoitchkov tikkie terug op Bakero en stilleggen voor robuuste Ronald. De komeet kwam: een schot van 122 kilometer per uur, onhoudbaar in de linkerhoek. Nochtans lag de keeper in de baan van de bal, die zoefde op halve hoogte voorbij. Koeman bleef in de onoverzichtelijke situatie meester over de chaos. De goal deed zijn status bij Barça grenzen aan die van de onsterfelijkheid. Ze ontsproot uit één van ‘zijn kwaliteiten’, zoals hij dat zelf noemde. Hij oefende er uren op en een vrije trap in de buurt van ‘de zestien’ gaf hem altijd het idee dat er een doelpunt in de lucht hing.
Tussen 1988 en 1995 liet hij 88 keer de netten trillen voor Barça, wat in zijn geval letterlijk te nemen viel. Als libero, laatste man, vrije verdediger! Voor die perfecte bal zocht hij naar ‘het zien van het moment’. De beweging in één oogopslag herkennen en blindelings de bal geven. Het Dream Team van Johan Cruijff en Ronald Koeman koos de moeilijkste weg naar het succes. Het speelde voetbal waarin het zelf probeerde de bal te hebben en aangaf wat het wilde doen. Niet afwachten, aanvallen, het risico zoeken. Bijzonder aantrekkelijk voor het publiek, met de hoogste moeilijksgraad om te vertolken. Soms verloor men ook met zware cijfers. Zoals twee jaar later, opnieuw in de finale van de Champions League, tegen AC Milan: vier keer gepakt op een dodelijke counter. Het ‘Dream Team’ beleefde een naar einde van een betoverende voetbalcyclus. En die begon vaak bij ‘het zien van het moment’ door de libero. Ronald Koeman.