SERIE: 111 LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN SINDS 1920
111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920. Wie zijn ze, die honderd voetballers, tien keepers en dat uitzonderlijke fenomeen? Maak mee deze wandeling door het voetballandschap van de voorbije eeuw. In aflevering vijf volgens we Raymond Braine, de Belgische wereldburger in Praag. Was hij in de jaren dertig de beste van zijn tijd? Veel leesgenot – Raf Willems.
Raymond Braine, Belgische wereldburger in Praag
Sparta Praag – Ferencvaros Boedapest 3-0, terugmatch finale Mitropa Cup in Praag, 15 september 1935. Heen: 1-2 voor Ferencvaros.
Raymond Braine. In 1934 verloor Tsjecho-Slowakije de wereldbekerfinale in en tegen Italië (2-1) omdat er in het sierlijke elftal een ‘Belgische schakel’ ontbrak: Raymond Braine. De regering in Praag had hem nochtans een nieuwe nationaliteit aangeboden, maar hij negeerde het zowel financieel – 100.000 kronen – als sportief– uitzicht op wereldgoud – bijzonder aanlokkelijke voorstel.
Beste ‘centervoor’ van de wereld op zijn 21e
Hij debuteerde in april 1922, op vijftienjarige leeftijd, in het eerste elftal van Beerschot. Aan het einde van het seizoen viert hij zijn eerste landstitel. Hij tilde Beerschot uit de anonimiteit en verpulverde de Brusselse heerschappij over het Belgische voetbal. Het gemoderniseerde Olympisch Stadion, naar aanleiding van de Spelen van 1920 neergezet, gaf Beerschot vleugels. De paars-witte club werd met vijf landstitels de vaandeldrager van de jaren twintig. Antwerpse aristocraten voelden er zich thuis. Men sprak er Frans. In 1928 verkoos men hem op de Olympische Spelen van Amsterdam tot ‘beste centervoor’ van het toernooi, boven zijn concurrenten van de wereldtoppers Argentinië en Uruguay.
Hypocriete voetbalbobo’s joegen hem Antwerpen uit
In 1929 nam hij ‘De Matador’ over, het populairste café van de Kielse volksbuurt rond het stadion en liet zijn ouders het uitbaten. ‘Heiligschennis’, briesten de Belgische bondslui. Ze sloegen hem meteen in de ban, want ‘voetballers mochten geen geld verdienen met hun sport’. De Europese topclubs meldden zich meteen. Onder invloed van zijn trainer bij Beerschot – de Schot Johnny Dick – koos hij voor Sparta Praag. Ook daar zouden ze de successen delen. In ‘Zlata Praha’ – de Gouden Stad – vond hij de Europese roem. Daar geschiedde in 1919 iets moois.
The famous Belgian player
Op de puinen van de Eerste Wereldoorlog stichtte Thomas Masaryk – de president-filosoof – de democratische republiek Tsjecho-Slowakije. Hij geloofde in de gemeenschapsvormende kracht van de sport en voerde het beroepsvoetbal in tot grote vreugde van het Praagse publiek. Het gaf de jonge natie, die ook economische en culturele hoogbloei kende – nieuwe vleugels. Uit alle delen van Europa stroomden topspelers toe en één van hen was dus Raymond Braine, ‘the famous Belgian player’, dixit een Britse voetbalencyclopedie.
Hij ontvluchtte België, maar de voetbalbond bliksemde een banvloek uit over hem: nooit meer Rode Duivel. Hij speelde van 1929 tot 1935 in het Masarykstadion van Praag tegen topelftallen uit Oostenrijk, Hongarije, Italië, Joegoslavië, Roemenië, Bulgarije en Zwitserland in het kader van de prestigieuze Mitropacup, officieel ‘La Coupe de Central Europe’: de naam verwees naar de landen van ‘Midden-Europa’ en Mitropa was ook de merknaam van de internationale spoorwegenfirma die de ploegen naar de uitwedstrijden vervoerde.
Beter dan de Italiaanse wereldkampioenen
Als enige bereikte Braine drie finales: 1930 (verlies tegen Rapid Wien), 1935 (winst tegen Ferencvaros) en 1936 (verlies tegen Austria Wien). In de route naar de Cup toonde hij zijn meesterschap in 1935 en 1936 aan Italiaanse rivalen met wereldkampioenen in de rangen: Juventus (5-1), Fiorentina (7-1), Inter-Ambrosiana (3-5). Hij overklaste Meazza en co. De gezaghebbende Franse sportkrant L’Auto beschreef hoe hij het typische, trage Tsjechische spel een versnellende variatie meegaf. Hij deelde de Praagse passie voor verbeelding, maar voegde iets toe aan de schoonheidsgedachte van kunst om de kunst. Hij domineerde, liet anderen beter voetballen en scoorde tegelijk belangrijke doelpunten: ‘De kentering in het Midden-Europese voetbal, van methodisch samenspel naar persoonlijke techniek vond zijn oorsprong bij Raymond Braine. Hij kan niet alleen goochelen met de bal, hij maakt ook goals. Daarom is hij zo populair bij het anders zo moeilijk te bevredigen Praagse publiek.’
In 1937 mocht hij het ‘Europese elftal’ aanvoeren op Wembley bij de viering van de zeventigste verjaardag van de Engelse voetbalbond. Hij keerde terug naar de oude liefde Beerschot omwille van de geopolitieke onlusten tussen Praag en Berlijn. Nochtans bleef de droom hem zijn hele leven parten spelen in de vorm van een retorische vraag. Bezat hij de kunde om van Tsjecho-Slowakije in 1934 de verdiende wereldkampioen te maken? Was hij beter dan Meazza? Raymond Braine.