Je kunt je het nu niet meer goed voorstellen, maar Bram Appel kwam na de bekerfinale tegen Feyenoord in De Kuip (1957) geen moment aan het woord om duidelijk te maken wat de bekerwinst voor hem of Fortuna ’54 had betekend.
Alle kranten hadden een wedstrijdverslag, maar in geen enkel artikel was een citaat te lezen van de aanvoerder noch van de trainer of andere spelers. Géén quote dus van de man die met zijn doelpunten de wedstrijd had beslist. Zelfs het Limburgsch Dagblad, dat in tegenstelling tot de landelijke dagbladen met bijna een hele pagina uitpakte, noteerde geen enkele uitspraak uit de mond van Appel of een andere Fortunees.
Opmerkelijk als je dat vergelijkt met deze tijd, waarin een speler die in de bekerfinale een hattrick scoort, ‘besprongen’ zou zijn door journalisten en verslaggevers. Reacties van spelers of trainers direct na afloop van een wedstrijd werden pas in de jaren zestig usance.
Bron: Martijn Schwillens en Bob Thomassen, ‘Het Kanon – De officiële biografie van Bram Appel’, 2023. blz. 174
Ik kan me inderdaad levendig herinneren dat de oude garde met Ir Ad van Emmenes voorop zich beperkte tot het schrijven van een wedstrijdverslag. Ze bewaarden afstand tot spelers en trainers. Toen quotes in zwang raakten, ontstond de aanduiding ‘quotezakken’. In het Voetbalwoordenboek (1978) heb ik die term als volgt omschreven: ‘Voetbaljournalist die zijn verslag doorspekt met citaten en aanhalingen van spelers en trainers over een wedstrijd. De sportredactie van De Tijd (Maarten De Vos e.a.) zou in het midden van de jaren zestig de aanzet hebben gegeven tot deze, toen nieuwe aanpak.’
Rob Siekmann