In zekere zin doet nationale voetbalidentiteit er misschien wel minder toe dan ooit.
Nadat het Europese kampioenen vijfentwintig jaar niet was gelukt om de Champions League twee keer achter elkaar te winnen, won het Real Madrid van Zinédine Zidane hem tussen 2016 en 2018 drie keer op rij. De voetbalidentiteit van de club was lastig vast te stellen en deed niet denken aan de stijl van één bepaald land. Dit was geen typisch Spaanse ploeg, en er werd ook niet gevoetbald in de stijl van het land waar de trainer vandaan kwam, zoals het Barcelona van Johan Cruijff Nederlands aanvoelde of het Real van Fabio Capello Italiaans. Zidane was een Fransman, maar zijn spelopvatting was duidelijk veranderd nadat hij in Italië en Spanje had gespeeld.
Ook de spelers van Real kwamen uit allerlei verschillende landen. Er was een Costa-Ricaanse keeper, de verdedigers kwamen uit Spanje, Frankrijk en Brazilië, op het middenveld speelden een Braziliaan, een Kroaat en een Duitser, en de aanvallers kwamen uit Portugal, Frankrijk en Wales of Spanje, afhankelijk van Zidane´s tactische voorkeur. Het was misschien wel de meest kosmopolitische topploeg uit de moderne tijd, maar gezien de successen in de Champions League klaagden de fans er niet over dat Real niet overwegend de Spaanse stijl vertegenwoordigde, of welke andere stijl dan ook.
Het gaat voetbalsupporters echter niet alleen om het winnen van prijzen. Ze zingen over vroegere glorie, maar laten ook weten dat ze trots zijn op de stad of de streek waar de club vandaan komt. Dat komt deels tot uitdrukking in het feit dat fans willen dat hun club speelt op een manier die strookt met de traditie van de club – een identiteit die duidelijk is beïnvloed door het land waarin ze spelen.
Zelfs de meest dogmatische filosoof uit het moderne voetbal, Johan Cruijff – wiens visie op de sport in heel Europa is overgenomen -, was van mening dat de geografische locatie van een club terug te zien moest zijn in het spel. ´Je verbetert niet door te kopiëren wat er in Spanje of Italië gebeurt, maar door eerst naar jezelf te kijken. En naar jezelf kijken betekent: vaststellen wat je talenten en vaardigheden zijn en je tekortkomingen benoemen en aanpakken. Je kunt niet van een Duitser verlangen dat hij voetbalt als een Nederlander, of als een Italiaan,´ zei hij. ´Ik kan niet als Nederlander opduiken in Engeland of Italië en voetballen op de manier die mij aanstaat. Nee, je voetbalt op de manier waarop de toeschouwers willen dat je dat doet.´
Het is heel belangrijk dat de UEFA gelooft in de heterogeniteit van stijlen. ´De voetbalmissie van de UEFA is in de allereerste plaats gebaseerd op de essentiële overtuiging dat het voetbal voor iedereen is´, verkondigde de Europese voetbalbond in 2018. ´En gezien het feit dat de kracht van het voetbal bij de basis ligt, vindt de UEFA het belangrijk dat de lokale, regionale en nationale identiteit van het voetbal behouden blijft.´ Ploegen willen hun herkomst niet verloochenen en een verscheidenheid aan stijlen behouden.
Die diversiteit is niet alleen qua voetbal belangrijk. Voor miljoenen mensen in Europa is de sport de beste manier om meer over andere Europese landen te weten te komen. Of het nu gaat om Nederlandse vrijzinnigheid, Frans multiculturalisme of Catalaanse onafhankelijkheid, voetbal – en de manier van voetballen – biedt vaak een eerste kennismaking. Dat is de reden waarom de sport een venster op andere culturen en een waardevol artefact blijft. Het Europese voetbal laat landen tegen elkaar strijden, maar nooit langer dan negentig minuten. In bredere zin doet het veel meer om die landen dichter tot elkaar te brengen.
Bron: Michael Cox, ´Omschakeling – De evolutie van voetbal in Europa 1992-2021´, 2021, blz. 341-342
Het klopt dat supporters niet gaan klagen over de speelstijl zolang je wint. Maar zodra je verliest, gaan ze wel klagen over het onherkenbare voetbal. Hoewel er ook clubs zijn waar ze dan ook klagen als je wint. Bij Ajax willen ze altijd met technisch, aanvallend voetbal kampioen worden. Daar moet de trainer zich aan aanpassen en ook de spelers. Juist buitenlandse trainers en spelers. Een Ajax-Nederlander kan geen catenaccio spelen op z´n Italiaans; zo is hij niet opgeleid. En een Italiaan moet zich bij Ajax de beginselen van de ´Hollandse School´ eigen maken. Maar is Ajax of wellicht ook Nederland als geheel op dit vlak geen uitzondering? In de Premier League wordt er zelfs onderin zelden nog kick and rush gespeeld. Hoe staat het met de topclubs? Wat speelt bijv. Manchester City eigenlijk? Is daar de buitenlandse coach met Spaanse en Duitse ervaring niet maatgevend? En spoorde Klopps Vollgassfussball niet bij toeval met de traditionele aanvalsdrang van Liverpool? Halen internationale topcoaches soms niet van overal het beste vandaan (spelers en taktiek) en trachten dat te combineren tot een winnend elftal? Wat leer je tegenwoordig nog over een ander land en een andere cultuur door naar Europees voetbal te kijken? Brengt die strijd landen werkelijk dichter bij elkaar? Valt bijv. de Catalaanse identiteit werkelijk af te lezen van het voetbal dat Barcelona speelt? Was Johan Cruijff als speler en trainer van die club niet de geestelijk vader van die stijl, al ging dat het vervolg daarop onder Guardiola dan tiki-taka heten? Cruijff zei dat je als speler in eigen land niet naar het buitenland moet kijken en je in het buitenland moet aanpassen, maar dat deed hij zelf dus juist niet in het buitenland! Typisch Cruijff: inkonsekwent op een originele manier.
Rob Siekmann