Onze Nederlandse collega Ruud Doevendans schreef de definitieve biografie van Franz Beckenbauer. ‘Beckenbauer, fenomeen tegen elke prijs’ vertelt het fascinerende, intrigerende en soms ook ontluisterende verhaal van de iconische (West-)Duitse libero, trainer en bestuurder Franz Beckenbauer.
Het jochie dat zich aan het de oorlog verwoeste München-Giesing ontworstelde, werd een man van de wereld, een Character Bigger Than Life.
Al zijn successen als speler, trainer en bestuurder. Hij combineerde sport, politiek en media als geen ander.
Maar ook:
- Op zijn achttiende voor het eerst vader, drie huwelijken, talloze affaires.
- Een vlucht naar de VS, op de hielen gezeten door de fiscus.
- Als trainer van tijd tot tijd onuitstaanbaar voor zijn spelers.
- In zijn privéleven allerminst de elegante, charismatische alleskunner maar afhankelijk van zijn (eerste) echtgenote en manager.
- Als voetballer en trainer op een voetstuk, maar er als bestuurder genadeloos vanaf gevallen.
- Ontluisterende laatste jaren na de dood van zijn zoon en beschuldigingen van corruptie.
Hierbij een uittreksel uit het boek:
‘Nooit iemand zo uit zijn dak zien gaan, volstrekt van het padje’
Het beviel Teamchef Franz Beckenbauer totaal niet wat hij te zien kreeg in de kwartfinale op het WK 1990, tegen Tsjechoslowakije. Weliswaar stond zijn ploeg met 1-0 voor, maar tegen tien man kwam de Mannschaft toch nog in de problemen. Na de wedstrijd kregen zijn spelers het te horen. Op een manier die ze lang bij zou blijven.
Daar stond een man in een slobberend bordeauxrood colbert, met een beige bandplooipantalon die hem bijna van zijn heupen zakte. Steeds smaller was hij dat toernooi geworden, dat was ze al wel opgevallen. De grote bril op zijn hoofd accentueerde zijn ingevallen gezicht. De stress had hem in de greep. Maar zoals hij nu tekeerging, als een compleet dolle, dat hadden de spelers van het West-Duitse elftal nooit eerder gezien. Die man moest wel Franz Beckenbauer zijn, maar hij was volledig onherkenbaar.
Franz vloekte, schold, tierde en was buiten zinnen van woede. ‘Willen jullie wereldkampioen worden? Het is niet te geloven! Sta je voor, krijgen die Tsjechoslowaken een rode kaart. En wat doen jullie? In plaats van de tegenstander te laten lopen, ga je zelf met de bal lopen.’ Hij schopte tegen een waterzak, de ijsklontjes vlogen door de kleedkamer. Klaus Augenthaler vluchtte richting het spelersbad, Beckenbauer achtervolgde hem bijna tot in het water. Lothar Matthäus, de aanvoerder die met zijn rake penalty voor het enige doelpunt had gezorgd, zou later zeggen: ‘Ik kan me niet herinneren die ik iemand zo enorm uit zijn dak heb zien gaan, hij was volstrekt van het padje.’
Erger nog kreeg Jürgen Klinsmann het te verduren. De jonge aanvaller had het bestaan om in overtal een aantal onnodige solo’s te ondernemen en telkens de bal te verliezen: ‘Wie denk jij dat je bent? Pelé of zo? Je bent Klinsmann, en je blijft Klinsmann!’ Al tijdens de wedstrijd had Beckenbauer tegen zijn verdediger Andreas Brehme gezegd: ‘Speel die blinde Klinsmann niet meer aan. Die speelt bij de tegenstander mee!’ En Brehme had begrijpend geknikt. Tegen deze Beckenbauer kon je beter niet ingaan.
De storm was nog lang niet gaan liggen, toen er aan de deur geklopt werd. Het was Wolfgang Niersbach, de persvoorlichter van de Duitse voetbalbond: ‘Franz, de ARD staat klaar. Ze willen graag een interview.’ Beckenbauer schudde met zijn hoofd, deed zijn jasje goed en trok zijn das recht. Haalde eens diep adem en stapte naar buiten. Daar stond de verslaggever: microfoon in de hand, een cameraman naast hem. Het rode lampje ging branden. Een lampje dat Beckenbauer in zijn leven al duizenden keren aan had zien flitsen. ‘Meneer Beckenbauer, 1-0 gewonnen en gekwalificeerd voor de volgende ronde. Wat is uw visie?’ De Teamchef schraapte zijn keel en zei: ‘Ik moet de ploeg een groot compliment maken. Zeker, een grootse wedstrijd was het van onze kant niet. Maar we staan toch maar weer mooi in de halve finale. Dat verdient alle waardering.’
Na nog wat gevlei aan het adres van zijn spelers liep hij de kleedkamer weer in. Daar kwamen de spelers net een beetje bij van de tirade die ze drie minuten daarvoor over zich heen gekregen hadden. ‘Doodziek ben ik van jullie, wat een waardeloze instelling’, foeterde Franz. En hij gooide een lege bidon tegen de muur.
Ruud Doevendans schreef ‘Beckenbauer, fenomeen tegen elke prijs’: een fascinerende en soms ook ontluisterende biografie van een van ’s werelds beste voetballers in de geschiedenis. Het verhaal over de man die als speler en trainer op een voetstuk werd geplaatst, maar er als bestuurder uiteindelijk hard vanaf viel.
Beckenbauer
Fenomeen tegen elke prijs
Tijdelijk in de voorverkoop met korting te bestellen via www.tardelli.nl.
Vanaf 1 april in de boekhandel en via de online webshops.