zaterdag, december 13

Mark Cavendish over vervreemding in het peloton

Pinterest LinkedIn Tumblr +
´Ik kon ook niet ontsnappen aan een ander gevoel, een ander soort vervreemding: van de andere renners in het peloton, mijn collega´s. Ik had geen band meer met ze. Of althans niet met de manier waarop zij dachten over het wielrennen en het benaderden. 
 
Ik zag ¨tactieken¨ waarover ik me de hersens brak, aanvallen en strategieën die geen enkele logica leken te volgen. Er heersten trends of mentaliteiten die me bang maakten over waar het wielrennen naartoe ging en ik treurde om de sport die ik ooit had gekend. Misschien was ik wel een ¨wielerboomer¨ geworden – maar zelfs dat erkennen zorgde er niet voor dat iets van wat ik zag begrijpelijker werd, of minder irritant.
Mogelijk liet mijn geheugen me in de steek, maar ik kwam uit een tijdperk in het professionele wielrennen waarin de duidelijkste voorstelling van hoe een evenwicht kon bestaan tussen collectivisme en individualisme de manier was waarop het peloton de wedstrijden reed. De toeschouwer kan ons rustig hebben zien rijden gedurende de eerste paar uur van elke wedstrijd en gefrustreerd zijn geraakt door wat een onuitgesproken ¨non-agressiepact¨ leek. Dat pact bestond inderdaad, maar wat eraan ten grondslag lag was een soort pragmatisme en emotionele intelligentie: de wetenschap dat het in niemands belang was om elke dag weer, de hele dag opnieuw iedereen totaal uit te putten.
 
Misschien nog kort voor mijn tijd zat er een donkere kant aan het ¨erewoord¨ van het peloton, zeker in verband met doping maar ook, bij gelegenheid, met intimidatie en pestgedrag. Maar in zijn geheel had het profpeloton waarin ik als lichtgeraakte eenentwintigjarige arriveerde gevoeld als familie – misschien een disfunctionele familie, maar wel familie. Een gemeenschap waarin mensen over het algemeen op elkaar pasten omdat ze allemaal samenleefden en -werkten, dezelfde ruimte bewoonden, dezelfde dromen en verlangens deelden. Soms, na vijftien jaar, leek het alsof echte kameraadschap op basis van echte empathie een luxe was die jonge renners zich gewoon niet konden permitteren. Je zou de mobiele telefoon de schuld kunnen geven, het tempo van het moderne leven, de angst te weten dat elk van je bewegingen binnen en buiten het peloton kan worden nagegaan en geanalyseerd. 
 
Wat het ook was, voor mij leken mijn tijdgenoten nu wel vreemden, zelfs voor elkaar, ongeacht hun houding ten aanzien van mij. Dit vertaalde zich in een stijl van wielrennen die spectaculair was om te zien, maar ook ongenuanceerd, achteloos, een oefening in ¨de dood of de gladiolen¨.´
Bron: Mark Cavendish, Geloof in het onmogelijke: De autobiografie, 2025, blz. 135-137
 
Cavendish beklaagt zich bijvoorbeeld ook over premature pogingen van renners in de Giro om het Extreem Weer Protocol in werking te stellen, opdat de hoogste bergpas van de dag zou worden geschrapt, de route omgeleid en de etappe ingekort. Toen de wedstrijdorganisatie het verzoek afwees, waren het een paar van de renners die het luidst hadden geroepen om het Protocol toe te passen, de eersten die aanvielen, zodra de startvlag naar beneden was gegaan. 
 
Rob Siekmann
Share.

About Author

Rob Siekmann is van jongs af aan een groot voetballiefhebber. Hij speelde vijftig jaar amateurvoetbal. Tegenwoordig doet hij als veteraan met veel enthousiasme aan road running. Hij is supporter van 'good old' Sparta Rotterdam. Van hem verscheen in 1978 het eerste Nederlandse Voetbalwoordenboek (met een Voorwoord van Jan Mulder), twee jaar later gevolgd door Moderne voetbaltheorie. Recentelijk publiceerde hij boeken over de Voetbalspelregels (met een Voorwoord van Marco van Basten), totaalvoetbal en het monumentale CRUIJFFIAANS, dat genomineerd werd voor de Taalboekenprijs 2020. Willems Uitgevers deed in 2023 Het straatvoetbalboek het licht zien. Met Chris Willemsen verscheen laatstelijk ´Louis & Johan: een dubbelportret in citaten´. Rob Siekmann studeerde Slavische talen en rechten in Leiden. Hij is gepromoveerd op een proefschrift over de vredesoperaties van de Verenigde Naties. Siekmann was hoogleraar internationaal en Europees sportrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is de oprichter en eerste directeur van het ASSER International Sports Law Centre in Den Haag.

Leave A Reply