LEGENDARISCHE VOETBALHELDEN VAN HET EK 1960-2020
Gedurende de zestigjarige geschiedenis van het EK leerde Europa talrijke topvoetballers kennen. In 1972 was Paul Van Himst de Belgische uitblinker.
PAUL VAN HIMST, DE PAARSE POEET VAN ANDERLECHT
België – Hongarije 2-1, 17 juni 1972, wedstrijd om de derde plaats EK 1972
Dirigent van de Witte Duivels
Paul Van Himst. Bracht zijn beste prestaties in het shirt van de nationale ploeg tijdens het EK 1972. De publieke opinie had hem als ‘kop van jut’ gekozen na het slechte optreden van de Duivels op de Mundial 1970 in Mexico. Hij nam de kritiek op zijn krachten en deelde bondscoach Raymond Goethals mee dat hij zich niet langer beschikbaar stelde voor ‘België’. Die liet Van Himst in de eerste twee wedstrijden met rust, maar overtuigde hem om terug te keren. Op Sclessin, het stadion van aartsrivaal Standard, triomfeerde hij met een uitmuntende prestatie op 13 februari 1972 tegen Schotland: 3-0, twee doelpunten droegen zijn handtekening.
Hij dirigeerde de ‘Witte Duivels’ twee weken later tegen het Portugal van Eusebio naar dezelfde spectaculaire cijfers: opnieuw 3-0. Op 13 mei 1972 scoorde hij de treffer van de kwalificatie in de kwartfinale tegen Italië (2-1). En tijdens het EK in eigen land bracht zijn doelpunt tegen Hongarije op 17 juni 1972, gepaard met zijn leiderschap, België naar de derde plaats.
Paul Van Himst. Hij werd verkozen tot de Belgische Voetballer van de Twintigste Eeuw én hij was de geestelijke leider van het glorieuze Anderlecht van de jaren zestig. De internationale opinie zag in hem een Europese topvedette: wendbaar, dribbelvaardig en met een neus voor doelpunten. De schoonheid van het spel stond voorop bij hem, die ook de kunst van het sierduiken in het strafschopgebied op onnavolgbare wijze in de benen had. Reeds op jonge leeftijd noemde men hem bewonderend ‘le Pelé blanc’ – na een wedstrijd in 1960 tegen het FC Santos van de échte Pelé – vanwege zijn fabelachtige dribbeltechniek. De lichte baltoets was zijn handelsmerk.
Paul de poëet
Hij fantaseerde op veld. Paul, de poëet, de prins van het Astridpark. Dé vertolker van de Anderlechtschool uit die tijd: traag, intuïtief, sierlijk. Was een kind van de Franse school, van de kunst om de kunst, van de superieure techniek. Trainer Pierre Sinibaldi wilde bij Anderlecht le football champagne van zijn moederclub Stade de Reims invoeren. Hij serveerde Popol op zeventienjarige leeftijd aan het publiek van les mauves et blancs. Samen ontwikkelden ze een nieuwe stijl en speelwijze, gebaseerd op de verrukkelijke frivoliteit van Les Bleus op het einde van de jaren vijftig.
Frankrijk boog toen op het WK van 1958 slechts voor het meesterschap van Pele en Garrincha. Sinibaldi kopieerde het wonderbaarlijke 4-2-4-concept, verdedigde hoog, hanteerde veelvuldig de buitenspelval en speelde technisch op balbezit. Sinibaldi initieerde L’Académie Française in Brussel en deelde hem de rol toe van spelmaker-spits die bij Stade de Reims, Frankrijk én Real Madrid werd ingevuld door Raymond Kopa. Van Himst had een magische rechtervoet, scoorde met de wreef, passeerde zuiver met de binnenkant over grote afstanden en bedeelde met de buitenkant kronkelige draaiballen. Vond in Jan Mulder zijn beste ‘compagnon-de-route’ via de steekpass, de één-twee en het precieze combinatiespel.
Dirigeerde zijn paarswit naar zes titels in acht jaar tussen 1960 en 1968. In 1974 overtrof hij zich een laatste keer: hij kreeg zijn vierde Gouden Schoen als beste Belgische voetballer van het Jaar én werd voor de achtste keer landskampioen. Een tijdperk liep af.
Met hem verwierf Anderlecht het etiket ‘wereldkampioen der vriendschappelijke wedstrijden’. Prestigieuze clubs werden verstrikt door de Brusselse bravoure. Was een meer dan verdiende Speler van de Twintigste Eeuw geweest voor Anderlecht. De creatieve geest, de vrije rol, de vertolker van le beau jeu. De poëet van het park, Paul Van Himst.