maandag, september 16

Heldinnen van het voetbal (8) Een kleine geschiedenis van het vrouwenvoetbal van Lilly Parr (1920) tot Sarina Wiegman (2022)

Pinterest LinkedIn Tumblr +

 

 

Van 20 juli tot 20 augustus loopt FIFA Women World Cup 2023 in Nieuw-Zeeland en Australië. Stilaan krijgt het vrouwenvoetbal het respect dat het verdient. Dat heeft een eeuw geduurd. Dik honderd jaar geleden trok de eerste vedette van het vrouwenvoetbal, de rebelse Lilly Parr, in Groot-Brittannië tienduizenden fans naar de stadions. De vrouwelijke variant van het voetbal stak op dat ogenblik de mannelijke inzake populariteit naar de kroon. Tot woede van de Engelse conservatieve bondsbonzen. Ze schrapten gedurende een halve eeuw het vrouwenvoetbal uit hun programmatie. Tijdens UEFA Women’s Euro 2022 in Engeland werden alle kijkcijfers- en toeschouwersrecords gebroken. Deze maand volgen miljoenen mensen de prestaties van onder meer Megan Rapinoe, de Lilly Parr van deze tijd.

Naar aanleiding van FIFA Women World Cup 2023  brengen we ‘een kleine geschiedenis van het vrouwenvoetbal’ in tien afleveringen. En vijftien portretten van de beste speelsters aller tijden: ‘Van Mia Hamm in 1996 tot Marta in 2023’. Afgewisseld met enkele opiniestukken.  Onder noemer ‘Heldinnen van het voetbal’, kortom.

 

 

Na het einde van de ban in 1971 leiden Noorwegen en de USA de emancipatiedans

 

Het verbod op vrouwenvoetbal beperkt zich niet tot Groot-Brittannië in 1921. Canada doet meteen hetzelfde en Frankrijk volgde in 1932, Spanje in 1935, Brazilië in 1941 en West-Duitsland in 1955. Onder invloed van een nieuwe generatie feministische pioniers zijn de geesten in de jaren zestig toe aan verandering. Rond 1970 ziet de Engelse FA haar dwaasheid eindelijk in en geeft schoorvoetend toe aan de maatschappelijke druk. In datzelfde jaar stuurt de FIFA een dwingende vraag naar al haar nationale federaties: ‘Erkent uw land het vrouwenvoetbal?’ De reactie is onthutsend: slechts twaalf van de negentig aangesloten leden geven een positief antwoord. De ban is gebroken, de evolutie verloopt aanvankelijk bijzonder traag. Vrouwenvoetbal blijft in de eerste plaats een rariteitenkabinet.

 

Vanaf de jaren tachtig van de twintigste eeuw verandert langzaam de mentaliteit ten aanzien van het vrouwenvoetbal. Vooral Noorwegen en de Verenigde Staten hebben sterke structuren opgezet waar vrouwen autonoom de beslissingen kunnen nemen over hun sport.

Voetbal is de sterkst groeiende sport voor vrouwen in de hele wereld. In Zweden, Denemarken en Noorwegen was het al in de jaren tachtig de populairste vrouwensport, momenteel is voetbal –soccer – dat ook in de Verenigde Staten, Duitsland en Groot-Brittannië geworden.

Noorwegen was rond de eeuwwisseling de leidende natie van het vrouwenvoetbal in Europa. Dat was geen toeval.

De vrouwelijke sociaal-democratische eerste minister Gro Harlem Brundtland was in de jaren negentig tien jaar aan de macht in Noorwegen. Ze bedacht in 1987 in opdracht van de Verenigde Naties een roodgroene blauwdruk voor de wereld: ‘Our Common Future’, een met warmte geschreven rapport over de gemeenschappelijke toekomst van de mensheid. Brundtland voerde een verheven betoog voor een op de vrouw gerichte verzorgingsstaat met ecologische accenten en ruimte voor het vrije woord.

Het Noorse voetbal kon floreren dankzij deze algemene graad van vrouwenemancipatie in het land. Op de bijeenkomst van de Women Sport Foundation in 1993 was er slechts één man aanwezig: de Noorse afgevaardigde. In de Noorse voetbalbond werd niet over mannen en vrouwen gepraat. Het beleid werd gemeenschappelijk gevoerd. Noorwegen had vrouwen in alle belangrijke afdelingen van de voetbalbond en ook bij de UEFA en WSF. In 1996 werd Karen Espelund verkozen tot vicepresident van de voetbalbond.

Ze ontwierp de zeven krachtlijnen van het Noorse vrouwenvoetbalmodel.

  1. Totale immigratie van vrouwen op alle beleidsniveaus van de voetbalbond.
  2. Opbouw van een structuur die alle kennis van het voetbal (technische en tactische ontwikkelingen) bundelt.
  3. Zelfde indelingen voor meisjes als bij het jongensvoetbal.
  4. Kans voor meisjes om tot hun zestiende in gemengde ploegen aan te treden.
  5. Opleiding van vrouwelijke coaches, beleidsfiguren en scheidsrechters
  6. Topspeelsters als rolmodel presenteren
  7. Gelijke vertegenwoordiging van mannen en vrouwen in beleidsorganen

Espelund pleitte destijds in de UEFA voor een solide basisstructuur in elk aangesloten land en voor de mogelijkheid om het meisjesvoetbal in scholen te promoten. De uitvoering hiervan laat voorlopig op zich wachten in Europa.

De Verenigde Staten hebben deze stap wel gezet en het oude continent intussen overvleugeld.

Anno 2000 voetbalden meer dan negen miljoen vrouwen in clubverband. Dat was het hoogste aantal ter wereld.

Het aantal meisjes dat via de zogenaamde ‘high school soccer’-competities deelnam aan het voetbal was ongeveer hetzelfde als het aantal jongens. Het schommelt rond de 200.000. Soccer is in een tijdspanne van vijftien jaar vanuit het niets naar de top drie van populairste vrouwensporten geklommen.

De zogenaamde Title IX of the Educational Amendments of 1972 gaf de emancipatiebeweging  een wettelijk kader. Hierdoor werd de officiële gelijkheid tussen man en vrouw afgekondigd. Van dan af krijgen studentes de kans om in te schrijven aan sportprogramma’s op hun hogescholen of universiteiten. Het voetbal werd beschouwd als nieuwe sport. Tussen 1992 en 1995 zagen liefst 75 vrouwenclubs het licht aan universiteiten. De sport die op twee stond, softball, moest het stellen met negentien.  De opkomst valt niet meer te stoppen.

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply