Op 23 januari 1919 werd Bob Paisley (1919-1996) geboren. FC Liverpool herdenkt deze week de honderdste verjaardag van zijn geboortedag. De man die de Reds de Europese glorie schonk, meed de schijnwerpers. Die liet hij aan de Anfieldiconen Shankly en Dalglish, zijn voorganger en topspeler. Paisley was de échte architect achter het succes. Hij kende slechts één club: als speler van het eerste elftal tussen 1939 en 1954 (met één landstitel). Als fysiotherapeut van 1954 tot 1959 en als assistent-coach van Shankly van 1959 tot 1974. Hij stond zelf aan het roer van 1974 tot 1983. Van dan af kreeg hij een plaats in de bestuurskamer tot in 1992. Hij overleed in 1996 aan de gevolgen van Alzheimer. Een portret in twee afleveringen.
Bob Paisley (1909-996) mende de troepen van 1974 tot 1983. Kenny Dalglish (Celtic Glasgow) liet zich aankondigen als de beoogde opvolger van Kevin Keegan. Ze verhielden zich op hun beurt tot elkaar zoals Keegan en Shankly. Een soort vader-en-zoon-relatie waarbij de temperamenten in elkaars verlengde lagen. Shankly en Keegan, de Schot en de Engelsman, deelden de emotionele uitbarstingen. Paisley en Dalglish, de Engelsman en de Schot, hadden de zwijgzame afstandelijkheid met elkaar gemeen. Achter deze façade verstopten ze hun detailkennis van de sport. Paisley wimpelde per definitie alle interviews op voorhand af en stond de verslaggevers na de training in de bootroom te woord, in korte broek en met schoenen vol modder, soms voorzien van sigaar en whisky. Hij verborg altijd zijn ware aard en leek een goedaardige brombeer maar liet niets aan het toeval over. De amper communicerende Paisley hanteerde op het juiste ogenblik de kurkdroge Engelse humor: ‘If you are in the penalty area and you don’t know what to do with the ball, put it in the net and we’ll discuss the options later.’
Hij speelde van 1939 tot 1954 in het eerste team van Liverpool – titel in 1947 – en leerde het vak op Anfield tot in 1959 als jeugdtrainer en verzorger. Shankly promoveerde hem in 1959 tot assistent. Vijftien jaar bleef hij de altijd nuchtere rechterhand van de immer luidruchtige boss. In 1974 aasde het bestuur op een grote naam na het ontslag van Shankly maar belandde uiteindelijk toch bij Bob Paisley. Hij veredelde het ‘pass&move’ van Brits passiespel tot continentaal controleapparaat. Van zijn spelers eiste hij de kunst van de korte, snelle passing, het opzoeken van de ruimte en het gebruik van intelligentie. In tegenstelling tot Shankly liet de voetbalfilosoof Paisley de tegenstander tot in het kleinste detail ontleden. In de tien jaar onder leiding van de man die zichzelf neerzette als vaderfiguur voor de supporters galmde de euforie over Anfield Road: 6 kampioenenschalen, 3 Europacups, 1 UEFA-Cup, 1 Europese Supercup (7-1 totaalstand tegen het HSV van…Keegan!) en 3 Leaguecups, 5 Community Shields. Samengevat: 19 keer silverware! Joe Fagan, Paisleys vaste medewerker en op zijn beurt lid van Shankly’s squad, nam de fakkel over en trok in 1984 en 1985 de lijn door. Op het veld liet Paisley zijn inzichten vertalen door Kenny Dalglish(1951), the king of the Kop. Van 1977 tot 1986 plaatste hij een handtekening van kalligrafische zwier onder het one touch football.
De vrijlopende speler kreeg per definitie de bal. De glorie lonkte voor Dalglish, onder wiens gezag Liverpool voor bijna zestig opeenvolgende wedstrijden in het Europacup I-toernooi uitliep . In de lente van 1985, in de nasleep van het Heizeldrama, aanvaardde hij het dwingende aanbod om trainer-speler te worden en de club door zijn grootste crisis te loodsen. Hij had van Shankly en Paisley geleerd hoe Liverpool tot een universeel voetbalinstituut was uitgebalanceerd, met drie unieke eigenschappen: bestuurlijke continuïteit, stabiel spelsysteem en melancholische supportersmagie. Tot en met 1991 vermeerderde hij het succes met drie nieuwe titels en twee FA-Cups. De dodelijke incidenten op de Heizel sloeg de Europese deur voor vijf jaar in het slot en de pijnlijke gebeurtenissen op Hillsborough – 96 Liverpoolslachtoffers – deden de veer breken. Kenny Dalgish, in 2000 bekroond tot Speler van de Eeuw op Anfield, kon het emotionele Liverpoolleven – altijd evoluerend tussen excessie en euforie – niet meer aan. In februari 1991 stapte hij abrupt uit zijn job. Bob Paisley hield het een jaar later op zijn beurt definitief voor bekeken.
5 reacties
Pingback: beef online
Pingback: ตกแต่งภายในหาดใหญ่
Pingback: รับจำนำรถ
Pingback: https://hitclub.blue
Pingback: SHOPEE สล็อต