Een portret uit Eeuwige 25 Club Brugge. Van Raoul Lambert tot Hans Vanaken
Twee Gouden Schoenen na elkaar, dan komt men in de buurt van de allergrootsten uit het Belgisch voetbal: Paul Van Himst (1960, 1961), Wilfried Van Moer (1969, 1970) en Jan Ceulemans (1985, 1986). Een ode in cursief aan de Gouden Schoen van blauw & zwart.
Hans Vanaken. Een genot om naar te kijken maar tegelijk geniet hij van zijn voetballeven. Vanaken lijkt een zondagskind, een onbezorgde jongen die vanuit ‘vrijheid-blijheid’ aan het voetballen gaat. De lange Hans loopt telkens zijn lijnen. Hij is een ranke verschijning en loopt ‘in rechtopstand’. Gedurende zijn wedstrijden speelt zich vaak hetzelfde patroon af: de jacht op de bal, al is dat meestal eerder stoorwerk zonder agressie. Vervolgens stelt hij zich aanspeelbaar op aan de middencirkel. Na enkele minuten verhuist hij naar een andere plaats in zijn zone. Dat zoneverdedigen lijkt tot op de millimeter getimed. Van daaruit begint Vanaken tussen vier tegenspelers aan de rand van de cirkel de bal te vragen. Er ontspint zich dan in eerste instantie een samenspel met aanvoerder Simons, die bij blauwzwart centraal ‘met de punt naar achter’ staat en eigenlijk de voorste pion van het verdedigende vijfmansblok vormt. Vanaken voert in het eerste kwartier vooral activiteiten voor het eigen doel uit. Vrijlopen, bal krijgen, ter hoogte van de middenlijn afhaken, zelden het contact zoeken. Kijken hoe het spel zich ontwikkelde met oog voor het vermijden van een tegendoelpunt. Dat verandert met het verstrijken van de tijd.
Op het ogenblik dat Club de controle beet heeft over de offensieve bevliegingen van de tegenpartij, verschuift de positie van Hans Vanaken. Dan belandt hij meestal in het offensieve compartiment van de box-to-box en opent hij zijn recital met een subtiele halve draai – eerder een rondo – ter hoogte van het strafschopgebied: a touch of fantasy. De versnelling hapert aanvankelijk al eens maar dat verandert vanaf het moment dat hij – met de typische Vanakenpose – de bal tussen drie tegenstanders gaat opvragen én goed in ontvangst neemt. Eens de partij aan het kantelen slaat, durft hij wel eens vier opeenvolgende overstapjes uitvoeren en de powerplay regisseren. Tegen het einde van de match biedt hij meestal een recital van driehoekjes, dieptepasses en één-tweetjes vanuit stilstand. Tussendoor maakt hij de keuze voor enigszins hoogmoedige boogjes van meer dan dertig meter ‘achteruit’.
Deze kwaliteiten openbaarden zich op de dag van het oordeel, 15 mei 2016. Iedereen stelde zich de vraag of het blauw-zwart na elf jaar opnieuw zou lukken? De hoop leefde in de harten maar de topper dus Club en Anderlecht bleef lang in evenwicht. Als in de 23 ste minuut het herdenkingshandgeklap voor Sterchele zachtjes uitstierf, kopte Diaby een voorzet van Meunier onverwacht tegen de touwen. Vijf minuten later voerde de solistische spits een eenakter op: 2-0 met individualistische toets. Ondertussen had Hans Van Aken zich meester gemaakt over het middenveldspel en rond het uur kopte hij een wegdraaiende ‘flank’ van Vormer voorbij doelman Proto. Hij werd de man van de match der matchen en bracht de kampioenstitel terug naar waar hij hoorde/
Dit toonde Hans Vanaken ten voeten uit: een jongen met een gezonde maar onopvallende arrogantie. Iemand die geniet van zijn voetballeven en terwijl zijn lijnen loopt. Hans Vanaken, het voetballeven met ‘a touch of fantasy’.
9 reacties
Pingback: prostitutes near me
Pingback: sci-sciss
Pingback: Anya Belcampo
Pingback: incalzire hala
Pingback: fortnite hacks
Pingback: order LSD safely Europe
Pingback: sunwin
Pingback: porn sex
Pingback: Kitpas