donderdag, december 26

Een kleine geschiedenis van het vrouwenvoetbal: van Lily Parr tot Ada Hegerberg (3) – Raf Willems

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Van 6 tot 31 juli loopt UEFA Women’s Euro 2022 in Engeland. Stilaan krijgt het vrouwenvoetbal het respect dat het verdient. Dat heeft een eeuw geduurd. Dik honderd jaar geleden trok de eerste vedette van het vrouwenvoetbal, Lilly Parr, in Groot-Brittannië tienduizenden fans naar de stadions. De vrouwelijke variant van het voetbal stak op dat ogenblik de mannelijke inzake populariteit naar de kroon. Tot woede van de Engelse conservatieve bondsbonzen. Deze maand volgen miljoenen televisiekijkers de prestaties van onder meer Ada Hegerberg, de hedendaagse opvolgster van Lily Parr. Zeer verrassend ging de beste Europese voetbalster van het ogenblik met liefst 8-0 onderuit tijdens Engeland-Noorwegen.

 Naar aanleiding van UEFA Women’s Euro 2022 brengen we ‘een kleine geschiedenis van het vrouwenvoetbal’ in verschillende afleveringen. Deze zal ook in het najaar verschijnen in het nieuwe boekzine ‘Heldinnen van het voetbal’. 

Mary, Hazel, Althea, Billy Jean & Martina: tennis wijst de weg van de emancipatie in de sport

Omdat de voetballende vrouwen door aartsconservatieve bobo’s buitenspel werden gezet, was het aan een andere sport om de emancipatiefakkel over te nemen.

Vreemd genoeg was het damestennis vervolgens cruciaal in de sportieve ontplooiing van de vrouw. Deze sporttak worstelde met een aandoenlijke paradox want ze ontdeed zich slechts langzaam van haar imago van mannelijke happy few. Toch reikte ze een aantal, via een woelige geschiedenis, emancipatorische mijlpalen aan. Vrouwen drongen per definitie moeilijk door tot dit gesloten mannelijke sportbastion. Bovendien dicteerde de Victoriaanse etiquette de true womanhood: vriendelijk, passief, puur en moraliserend. Sportieve inspanningen zouden de vrouwelijke seksualiteit, vanzelfsprekend enkel in functie van de voortplanting, schade berokkenen. Maar ondanks het heersende male chauvinism entte de ontvoogding van de vrouw in de sport zich grotendeels op het tennis. Vijf scharniermomenten veroorzaakten schokgolven in de puriteinse Amerikaanse samenleving. Ze dijden met enige vertraging uit over Europa. In 1877 stichtte Mary Ewing Outerbridge de eerste vrouwentennisvereniging. Ze ontketende maar haar Ladies Club een ware revolutie want ze opende zelfs kleedkamers met douches. Outerbridge dwong bij de nationale federatie in 1889 een vrouwelijke vleugel af. Hazel Hotchkiss Wightman bezorgde het vrouwentennis in 1919 een eigen gelaat. Toen lanceerde ze het idee van internationale vrouwenwedstrijden. Ze ijverde voor het vervangen van vriendschappelijke partijtjes door competitieve confrontaties. The Queen Mother of Tennis speelde ze tot haar 73 ste en transformeerde haar sport. Ze ontpopte zich tot rolmodel voor duizenden meisjes, die ze bij hun eerste pasjes natuurlijke elegantie aanleerde. Ze liet vrouwvriendelijke sportkleding ontwerpen en rammelde aan de strakke conventies. Vrouwen moesten toen nog tussen vijf en acht ’s ochtends aan de slag, overdag was de court een strikt afgebakend mannelijk voorrecht.

In 1957 doorbrak Althea Gibson de raciale barrière. Ze won Wimbledon, als eerste ‘zwarte’ tennisstopper. Gibson had haar hele leven, excusez le mot, zwarte sneeuw gezien. Tot in de jaren vijftig werd ze wegens haar huidskleur de toegang geweigerd op de private tennisbanen. Haar tienerjaren beleefde ze in het New Yorkse getto Harlem. Ze trok een spoor van verandering door het damestennis. Voor het eerst openden zich ook de deuren voor zwarte meisjes. Tijdens de humeurige jaren zestig stond de Amerikaanse vrouwenbeweging, The Equal Rights Movement, op de eerste rij. In 1971 bond de hogeschoolstudente Julie Barash de juridische kat de bel aan. Ze eiste bij het gerecht dezelfde faciliteiten om te kunnen tennissen als haar mannelijke collega’s. Onder druk van het protest zag zelfs president Richard Nixon zich genoodzaakt aan The Educational Amendment of 1972 de illustere paragraaf Title IX toe te voegen, omtrent de afschaffing van de seksuele discriminatie in de sport. Op de golven van de euforie stroomde Billie Jean King, de beste speelster van haar tijd, door naar The Battle of the Sexes, die zij in 1973 in haar voordeel beslechtte. Voor miljoenen verbaasde televisiekijkers won ze een demonstratiematch tegen Bobby Riggs, weliswaar een uitgebluste vijftiger, maar de impact op de vrouwensport kende geen limiet meer. Billie Jean King werd een internationaal boegbeeld: The Sportswoman for Equal Rights! Ze stichtte de vakbond Woman’s Tennis Association en vervolgens The Woman’s Sport Foundation. Het professionele circuit verwierf een eigen dimensie met de legendarische duels tussen Chris Evert en Martina Navratilova, die en passant de problematiek van de lesbiennes op de agenda zette, tussen 1974 en 1989. Navratilova etaleerde openlijk haar lesbische geaardheid en knoopte binnen de tien jaar vier verschillende relaties met bekende Amerikaanse vrouwen aan: van de schrijfster Rita Mae Brown tot de basketbalspeelster Nancy Liebermann. Ze rilde bij de kilheid van de valse schijnwerpers, die haar stukgelopen romances uitvoerig belichtten. Tegelijk gooide ze zich met volle overgave in de sociale strijd. Ze steunde openlijk de campagne voor gelijke rechten voor homo’s en lesbiennes, schreef opzwepende columns in kranten en liet zich tijdens televisiedebatten opvoeren als rolmodel. Ze incasseerde de scheldpartijen van de Amerikaanse beweging voor de wedergeboren christenen en nam de roddels van de boulevardpers voor lief. Ze drukte het voetspoor van Billie Jean King, die de emancipatie van de vrouw – zowel inzake belangstelling als inkomsten – in het toptennis op de agenda zette. Los van de feministische slogan ‘het persoonlijke is politiek’, die ze volledig op haar eigen leven toepaste, lanceerde Navratilova bovendien een revolutionair avontuurlijk en inventief tennis. Ze veranderde het aanschijn van het vrouwenspel en brak voortdurend een lans voor persoonlijke vrijheid.

De televisie maakte van het vrouwentennis een universele sport. In de jaren negentig van de twintigste eeuw stonden de mondiale vedetten op. Toch kleefde er een schaduwzijde aan het succes. Van volledige financiële gelijkberechtiging tussen man en vrouw was nog steeds geen sprake.

 

 

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply