Zal ik ook even voorspellen wie van onze briljante voetbalclubs binnenkort herfstkampioen wordt? Alle gekheid op een stokje: Sydney McLaughlin-Levrone is zo stilaan een fenomeen. Na zes wereldrecords en een berg Amerikaanse en internationale gouden medailles was ze de laag geschatte 400 meter horden ontgroeid. Ze had zich op de 800 meter kunnen richten, maar trainer en kampioenenmaker Bob Kersey draagt toch vooral de kortere afstanden in het hart, in dit geval de 400 meter. Waarbij McLaughlin-Levrone, zoals al zijn atleten, moest afzien van wedstrijden in Boston of Doha, hoe goedbetaald ook. Want Kersey streeft naar het allerhoogste. Maar twee atleten doken ooit onder de 48 seconden op de 400 meter: de Oost-Duitse wereldrecordhoudster Marita Koch ( 47.60) en de Tsjechoslowaakse Jarmila Kratochvilova. We schrijven de jaren 80, toen dopinggebruik welig tierde, niet alleen in Oost-Europa trouwens. McLaughlin-Levrone die twee dagen geleden met de rem op al het Amerikaanse record op haar naam had gebracht, rende, zweefde bijna, naar 47.78, de twee prestatie all-time. De tegenstand was, gelukkig voor McLaughlin-Levrone, niet min. Titelverdedigster Marileydi Paulino, uit de Dominicaanse Republiek, liet 47.98 afdrukken, Salwa Naser, uit Bahrein, finishte in 48.19. Indrukwekkender valt de komende dagen niet te beleven in Tokio. McLaughlin-Levrone richtte de blik naar het scorebord, schrok even en vond dat het goed was. Haar man op de tribunes verroerde geen vin, hij heeft het allemaal al zo vaak meegemaakt. Amper een graadje minder was de mannenwedstrijd over 400 meter, met een sterke Afrikaanse inbreng, onder meer dank zij drie atleten uit Botswana. De jongste van hen, amper eenentwintig, won in een heel knappe 43.53. Kebinatshipi heet hij, zijn voornaam doet er niet meer toe. De meest bekende van al zijn landgenoten, Letsile Tebogo, ziet de onmiddellijke toekomst wellicht wat minder rooskleurig in. Hij moet het morgen in de finale van de 200 meter opnemen tegen Noah Lyles die vanmiddag in de halve finales eindelijk weer zichzelf was, over het natte tartan razend in 19.51. Arme Weber De Belgische betrekkelijke opbloei, gisteren, is van korte duur geweest. Imke Vervaet liep een goede halve finale van de 200 meter maar is uitgeschakeld, net als Elise Vanderelst en Jana Van Lent in de 5000 meter, en Eliott Crestan als laatste in zijn halve finale van de 800 meter. De jonge Merel Maes daarentegen veroverde een ticket voor de finale van het hoogspringen, al kwam ze in de kwalificaties niet hoger dan 1,88 meter. Pechvogel van de dag is de Duitse speerwerper Julian Weber. Driemaal was hij vierde op Olympische Spelen of wereldkampioenschappen. Maar deze keer was hij voor grotere dingen bestemd: was hij niet al het hele seizoen ongeslagen, met plus 90 meterworpen aan de lopende band? Weber sukkelde vanmiddag met zijn aanloop, de afworp, de regen en vooral zichzelf, hij werd vijfde. Het goud ging naar Keshorn Walcott, uit Trinidad en Tobago. Het was zijn eerste overwinning van het jaar. Morgen treedt Nafi Thiam in het strijdperk,
Droom-400 m op WK in Tokio
Share.