donderdag, november 21

DERTIG JAAR HELDEN VAN DE CHAMPIONS LEAGUE 1993-2023 – deel 1

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Dertig jaar geleden, in het seizoen 1992-93, startte de eerste editie van een nieuw businessmodel voor het voetbal: de Champions League. De eerste aflevering werd gewonnen door Olympique de Marseille. Met de jaren groeide het oorspronkelijke format uit tot de grootste competitie ter wereld. De televisierechten worden op alle continenten voor veel geld  verkocht en de beste wedstrijden worden niet langer gespeeld op de internationale landentoernooien, maar in de Champions League. De eerste editie werd dus op 26 mei 1993 gewonnen door een Belg – coach Raymond ‘la science’ Goethals – en de voorlopig laatste ook. Heel Europa applaudisseerde op 29 mei 2022 voor de fenomenale prestatie van Thibaut ‘El Muro’ Courtois in het doel van Real Madrid. Tussendoor passeerden de beste spelers en coaches ter wereld langs de grote poort. De volgende maanden presenteren we u bij elke Champions Leaguespeeldag een aflevering – tien in totaal – uit het boek ‘Helden van de Chalmpions League’.

Het boek is voor 20 euro (verzendingskosten inbegrepen) te bestellen bij auteur Raf Willems via raffe.willems@telenet.be

1992-’93: OLYMPIQUE DE MARSEILLE & RAYMOND ‘LA SCIENCE’ GOETHALS

La Coupe des Grandes Oreilles. De ultieme droom van Raymond-la-Science. Raymond, de wetenschapper, de voetbalwetenschapper. De bejaarde Belgische coach Raymond Goethals hield er na de zege een beroerte aan over.

Hij had het hem honderd keer verteld, toegefluisterd, ingepeperd bijna: ‘Jij zal, als verdediger, toch scoren als je bij hoekschoppen je verstandig in de buurt van de doelpaal gaat opstellen.’ Hij noemde hem ‘Base’, naar zijn échte naam Basile, maar ook omdat hij hem beschouwde als de ‘basis’ van zijn elftal, vooral inzake defensieve stabiliteit. Tegelijk stuurde hij hem naar voor op belangrijke momenten bij hoekschoppen. Om te scoren met het hoofd, ter hoogte van de paal … Zoals dus in die 43e minuut op 26 mei 1993 tegen AC Milan. Basile Boli zag na de match hoe Goethals nog steeds op de bank voor zich zat uit te staren, nadat iedereen het veld al verlaten had. Hij zocht hem op en hoorde hem in een soort trance vertellen: ‘Weet je Basile, ik heb mijn hele leven jacht gemaakt op de Beker met de Grote Oren en nu heb ik hem eindelijk. Na mijn dood, zal mijn naam ermee verbonden blijven.’

Olympique de Marseille won de poule met Club Brugge, Glasgow Rangers en CSKA Moskou. De Kroaat Boksic solliciteerde met succes naar de openstaande vacature van Jean-Pierre Papin. De immens populaire topschutter van l’OM werd in 1992 – nadat hij in 1991 de Gouden Bal had gewonnen – voor veel geld aan AC Milan verkocht.

Raymond Goethals maalde er niet om en versterkte zijn selectie kundig met doelman Fabian Barthez, libero Marcel Desailly, middenvelder Jean-Jacques Eydelie en aanvaller Rudi Völler. Zoals vaker verbeterde het vertrek van de sterspeler de balans in het elftal.

Dankzij zes Europese doelpunten en ritme opjuttende demarrages duwde Boksic – in samenspel met Rudi Völler en Abédi Pelé – de Franse ‘bombardier’ in de vergeethoek van het sentiment. Glentoran Belfast (3-0, 0-5) en Dinamo Boekarest (2-0, 0-0) wogen aanmerkelijk te licht om het sterrenensemble van Raymond Goethals uit de Champions Leaguepoules te weren. Op weg naar de finale in München botste de Tapieclan op hardnekkige weerstand van Glasgow Rangers. Op Ibrox maakte de thuisploeg in het laatste kwartier een 0-2 achterstand goed. In vijftien Europese thuismatchen (46-7 doelgemiddelde) tussen 1989 en 1993 kon alleen de Schotse kampioen in het Stade de Vélodrome een punt meepikken (1-1).  Club Brugge (3-0) en CSKA Moskou (6-0) kregen geen enkel respijt. Het gelijkspel in Berlijn – waar CSKA haar ‘thuisduels’ afwerkte – tegen de Russen (1-1) en de nipte zege in Brugge (0-1) volstonden om de Rangers op één punt te houden. Marseille bleef de outsider want AC Milan trok naar de eindstrijd na een machtsvertoon met tien zeges op tien en een doelgemiddelde van 23 tegen 1.

In de finale in München bleef Raymond Goethals in zijn tactische voorbereiding Fabio Capello de baas. Hij gaf zijn team zelfvertrouwen met de simpele boodschap: ‘Als we op voorsprong komen, dan winnen we.’ Goethals geloofde rotsvast in de defensieve stabiliteit van zijn elftal. Uitgerekend zijn beste centrale verdediger zette die stelling kracht bij. Basile Boli doorzag deze logica en kopte Marseille in de 43e na een ingestudeerde hoekschop van Abédi Pelé vol overtuiging naar de 1-0 winst in de eerste editie van de Champions League.

Ook voor president Bernard Tapie was hiermee zijn droom gerealiseerd. Tussen 1986 en 1991 pompte de zakenman meer dan driehonderd miljoen Franse frank in het naar adem snakkende Olympique. Met als ultieme doel: de nummer 1 van Europa worden.

Na le jour de victoire dook onmiddellijk het spookbeeld van de nachtmerrie op toen amper een maand later bleek dat de hele constructie l’OM-Tapie niet meer was dan een luchtkasteel.

Het beruchte omkoopschandaal naar aanleiding van de wedstrijd tussen Valenciennes en Marseille gooide alle remmen los.

Jean-Jacques Eydelie was de rechtermiddenvelder, die ook als flankverdediger in een vijfmansdefensie door Goethals werd uitgespeeld. Hij benaderde in opdracht van de directie drie spelers van Valenciennes CF enkele dagen voor de finale. Met als bedoeling zich in het onderlinge duel gedeisd te houden: Jorge Burruchaga, Christophe Robert en Jacques Glassmann.

De laatste klapte uit de biecht. Eydelie bekende zijn betrokkenheid en  verdween zeventien dagen in de gevangenis, de lawine van beschuldigingen was vervolgens niet meer te stuiten.

Jean-Bernès, algemeen directeur én rechterhand van de president tussen 1989 en 1993, werd verplicht voor de rechtbank onder ede te verklaren dat Tapie per jaar een ‘creatief’ budget buiten de begroting hield ‘pour l’achat de recontres’. Met andere woorden: om wedstrijden te kopen. Meer dan de helft van het geld werd volgens Bernès gebruikt in ‘Europa’. Onder meer om scheidsrechters in de watten te leggen …’met jonge vrouwen en gouden horloges’.

Wegens ‘gebrek aan bewijs’ bleef Olympique de Marseille toch de winnaar van de eerste editie van de Champions League.

 DE COACH: RAYMOND GOETHALS

De Belgische strateeg van het bierviltje charmeerde Bernard Tapie. Die haalde hem van januari 1991 tot mei 1993 naar het Stade de Vélodrome.

Ambiance maken met de spelers, grappen en grollen verkopen op het trainingsveld, de namen van de tegenstanders, al dan niet bewust, verkeerd uitspreken. En tegelijk gebeten door het inzicht in het kleinste detail. Niemand die beter een niet te ontwrichten blok in elkaar kon knutselen dan Momon.

Hij ergerde zich op zijn manier aan de bemoeizucht van Tapie, die zich ook tot in de kleedkamer wilde laten gelden. Goethals keek grijnslachend toe en nam na Tapies vertrek het woord over: ‘Luister niet naar zijn onzin, de president kent er niets van.’

DE VEDETTE: BASILE BOLI

 Basile Boli werd bij Olympique de Marseille onder Raymond Goethals de leider van het elftal. Hij raakte onder de indruk van de ‘motivatiespeeches’ van Bernard Tapie. Die toonde in de kleedkamer soms twee balpennen en brak ze vervolgens in twee. Dan schreeuwde hij: ‘Blijf altijd verenigd!’. Telkens startte hij zijn verhaal bij Boli, omdat die als centrale verdediger de belangrijkste aanvaller van de tegenstander voor zijn rekening nam. En dan verwees hij naar een paar denigrerende uitlatingen over hem. Dat volstond om Boli boven zichzelf te doen uitgroeien. Zoals in de finale van de Champions League.

TACTIEK: HONDERD PROCENT VEILIGHEID

De geliefde tactiek van Goethals: honderd procent veiligheid. Zonder enig risico. In dit geval vanuit een 5-3-2 trachten AC Milan van de bal te houden.  Krachtvoetbal, inzet, het spel ontregelen met overtredingen. Drie aanvallende spelers – spitsen Rudi Völler en Alen Boksict en spelmaker Abedi Pelé – geruggesteund door een blok van acht defensieve. In de verdediging deelt Boli de orders uit, in het middenveld is het aanvoerder Didier Deschamps die zich als behendige ‘balafpakker’ onderscheidt. Goethals is al decennia de ‘tovenaar’, die de counter combineert met de buitenspelval.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

Leave A Reply