In deze rubriek wandelt auteur Raf Willems letterlijk en figuurlijk door de bewogen geschiedenis van het voetbal. Hij vertelt over zijn herinneringen en ontmoetingen. ‘De voetbalwandeling’ verschijnt op geregelde en vooral ongeregelde tijdstippen. Vandaag over Cristiano Ronaldo, de eeuwige jonge Portugese god. Beleven we het einde van de ‘narcissus van het voetbal’?
CRISTIANO RONALDO: HET EINDE VAN DE NARCISSUS VAN HET VOETBAL?
Cristiano Ronaldo. Best mogelijk dat hij met zijn vijf doelpunten alsnog topschutter van EURO 2020 wordt. Hij brak de voorbije twee weken het ene record na het andere: aantal wedstrijden, aantal doelpunten, aantal gewonnen partijen. Het EK was echt zijn toernooi: finale in 2004, kwartfinale 2008, halve finale 2012, winnaar 2016. En nu dus voor het eerst niet bij de laatste acht. De verdienste van de Rode Duivels. Nog meer: de Belgische defensie belette hem zelfs het scoren. Is dit het einde van de eeuwige jonge god van het wereldvoetbal?
Cristiano Ronaldo is de Narcissus van het voetbal. Hij, die tot het einde van zijn dagen verliefd zal blijven op het eigen spiegelbeeld.
Zijne hoogheid-heiligheid CR7. Die intussen een keizerlijke status krijgt aangemeten, tot in China toe. De witte prins met een duistere kant: een aanslepende zedenkwestie en belastingontduiking.
In de luwte
En toch…onderging hij op zijn 32ste levensjaar nog een metamorfose. Die dankte hij aan zijn coach Zidane en…aan zijn blessure na minder dan een kwartier tijdens de finale – winst met 1-0 van Frankrijk in Parijs en een ‘coachende’ Cristiano langs de lijn – van het EK 2016 met Portugal. Zijn coach Zidane bij Real Madrid opende in augustus 2016 het gesprek met zijn geblesseerde sterspeler. Hij wees hem op het feit dat hij ook in 2015 en 2016 kampte met kwaaltjes als gevolg van ‘overdaad’. Zidane overtuigde hem van het belang van ‘rust’ en ‘rotatie’ zodat hij kon pieken tijdens de ultieme fase van het seizoen. Voor het eerst in zijn voetballeven zette Cristiano zijn persoonlijk belang opzij. Hij eiste niet langer dat hij op elk moment van de match alle aandacht kreeg van pers, publiek én ploegmaats. Hij aanvaardde een plaats in de luwte.
Zonder morren accepteerde hij zelfs dat hij doelbewust uit het elftal werd gehouden tegen clubs van bescheiden niveau om vervolgens te schitteren tijdens topwedstrijden zoals tegen Bayern, Atlético en Juventus. Zijn eerzucht viel niet te stillen en hij concentreerde zich op de verbetering van zowel lichaam als techniek. In soepele ‘tweebenigheid’ valt hij niet te overtreffen. En ondanks zijn ranke torso heeft ‘de magische zeven’ voldoende spier- en kopbalkracht om zelfs potige duels in de zestien te winnen. Met de tijd evolueerde hij van ‘stepover-winger-wonder’ bij Manchester United naar ‘complete spits’ bij Real Madrid.
Hij is de trotse eigenaar van een niet te imiteren insnijdend overstapje en van een ouderwetse dribbel over de flank. Hij is zowel een typische rechtsbuitenspeler als een inkomende, scorende spits, pendelend tussen middenveld en aanval. Niets dat hun schoonheid evenaart: de vrije trappen van Cristiano! Hij plaatst ze effectvol in de rechterbovenhoek, elke doelman weet dat. Wie kent de remedie? Ronaldo loopt aan en vuurt de bal met een kruising tussen lob en schot over de muur, in een zuivere rechte baan naar wat in voetbaltermen heet de ‘rechterwinkelhaak’. Typerend voor Cristiano is dat hij eerst quasi verontwaardigd rondkijkt – want hij voelt zich altijd wel ergens geschoffeerd door zowel een ploegmaat, het eigen publiek of de voorzitter – en vervolgens triomferend naar zichzelf wijst.
Eigendunk
Eigendunk is ook een wezenskenmerk van CR , een verwijzing naar het rugnummer van ‘the magnificent seven’ maar tevens naar de zeven bolides die op een gegeven moment onderdeel waren van zijn wagenpark. In 2008 won hij met Manchester United de Champions League en ontving hij zijn eerste internationale toponderscheiding: de Ballon d’Or. Cristiano Ronaldo stond op het hoogste podium, wereldspeler nummer één. Het beste moest nog komen: een transfer naar Real Madrid. Niet zo maar een transfer maar dé transfer. In 2009 werd hij de duurste speler aller tijden.
Hij tekende een contract voor vijf jaar en van dan af zou alles in het teken van zijn persoon staan. Het hele elftal speelde voor hem en de narcistische Cristiano raakte verliefd op zijn spiegelbeeld én de eigen doelpunten. Die waren vaak van een onwezenlijke esthetische pracht, net als zijn stijl: snelheid, dribbels, positiespel, passeerbewegingen. Hij is spits, spelmaker, buitenspeler. In acht seizoenen sneuvelde het ene record na het andere bij Real. De internationale pers beschreef zijn prestaties vanuit het superlatief. Volkomen terecht. Hij werd ‘El Maestro’ van de Champions League. En hoewel hij nog altijd ‘verliefd blijft op het eigen spiegelbeeld’ bereikte hij in 2018 toch de status van volwassenheid.
Van dan af ging het wel achteruit. Het project Juventus mislukte, ondanks zijn 101 doelpunten voor de ‘Oude Dame’ en twee scudetto’s en één bekerzege. Afgemeten aan zijn normen was dit onvoldoende. Het voorbije seizoen deed hij zelfs geen seconde mee voor de titel. En in de Champions League – waarvoor hij naar Turijn werd gehaald – volgden vroege drie opeenvolgende roemloze uitschakelingen tegen respectievelijk Ajax, Olympique Lyon en FC Porto.
Nummer 110?
Het ‘goede nieuws’ was dat hij tijdens EURO 2020 met zijn 109 de interlanddoelpunt voor Portugal het wereldrecord van de Iraniër Ali Daei evenaarde. Nummer 110 wordt ongetwijfeld zijn volgende doelstelling. Al lijkt het er toch sterk op dat zijn hoogheid-heiligheid CR7, de god Narcissus van het voetbal zijn laatste kunstje heeft opgevoerd. De Rode Duivels mogen die pluim alvast op hun hoed steken. Exit Cristiano Ronaldo?