Frank (vóór de stelling): Over de doden niets dan goeds en dat geldt ook voor Mino Raiola. Ik gun het iedereen om fris en fruitig de 100 te halen om daarna vredig en voldaan het licht uit te doen. Laat ik het daarom over het fenomeen ‘zaakwaarnemers’ hebben, inderdaad allesbehalve een zegen voor het voetbal. De spelers zelf, die gedwee volgen, zullen hier ongetwijfeld anders tegenaan kijken, want de gouddelvers zorgen ervoor dat iemand die een klein beetje boven het maaiveld uitsteekt al op zijn 17e beschikt over appartementje in Manchester of Milaan met minstens twee SÜVs voor de deur, eentje om in de prak te rijden. Voor een fractie van het geld dat de spelersmakelaars jaarlijks aan het voetbal onttrekken had men in Amsterdam gemakkelijk wat beveiligers kunnen regelen om de huldiging op het Museumplein mogelijk te maken (en deze voor een paar tientjes extra meteen ook geboekt voor de Coolsingel op donderdag 26 mei).
Voetbalmakelaars zijn gebaat bij zoveel mogelijk transfers en doen er alles aan om de spelerscarrousels tweemaal per jaar zo hard mogelijk in de rondte te laten suizen. Spijtig dat hierdoor de ouderwetse clubliefde steeds verder te zoeken is. Na het Bosman-arrest (1995) ging het hek compleet van de dam en verkast een beetje prof elke twee jaar, ongehinderd door de voorheen geldende beperking van het aantal buitenlanders of een nog lopend contract. Dit systeem heeft ervoor gezorgd dat bemiddelde clubs over twee- of driemaal het benodigde aantal top- of talentvolle spelers beschikken, veelal toekijkend vanaf de bank.
Dat deze miljonairs kleine jongetjes blijven bleek overigens tijdens de miraculeuze halve finale tussen Real Madrid en Manchester City: de beleving op de reservebank was minstens even mooi om te zien als de doelpunten van Rodrygo en Benzema. Jammer dat het bereiken van de Champions League-finale tegenwoordig slechts haalbaar is voor een handjevol ploegen, mede door de dadendrang van voetbalmakelaars.
Dit is vast de reden geweest om nog een extra Europese competitie in het leven te roepen, leuk voor clubs Drita Kosovo, Elsborg en natuurlijk Feyenoord, maar reken maar dat de mannen met de mobieltes vastgeklonken aan hun oorschelp in Tirana op de tribune zitten, chequeboek in de aanslag om Sinistera, Dessers of Trauner los te weken.
Laat u daarom niet in de luren leggen door dikke zoenen op de gouden ‘F’ nadat de vloer is aangeveegd met AS Roma. Tijdens een avondje songfestival heb ik het verval in clubliefde wetenschappelijk geanalyseerd op basis van het aantal dienstjaren per speler bij enkele historische Feyenoord-selecties. Pak gerust uw oude plakboeken of Wikipedia erbij om vast te stellen dat dit een algemene trend is.
1970 (Europa Cup 1 finale): Eddie Pieters Graafland (12), Piet Romeijn (10), Rinus Israël (9), Theo Laseroms (5 ), Theo van Duivenbode (4), Franz Hasil (4), Wim Jansen (15), Willem van Hanegem (8), Henk Wery (6), Ove Kindvall (5), Coen Moulijn (17)
Totaal aantal dienstjaren: 95 jaar
2002 (Uefa Cup finale): Edwin Zoetebier (3), Chris Gyan (10), Kees van Wonderen (8), Patrick Paauwe (8), Tomasz Rzasa (4), Bonaventure Kalou (6), Paul Bosvelt (6), Shinji Ono (4), Robin van Persie (4), Jon Dahl Tomasson (4), Pierre van Hooijdonk (4)
Totaal: 61 jaar
2022 (finale Conference League): Ofir Marciano (1), Lutsharel Geertruida (5), Gernod Trauner (1), Marcos Senesi (3), Tyrell Malacia (5), Frederik Aursnes (1), Guus Til (1), Orkun Kökçü (4), Reiss Nelson (1), Cyriel Dessers (1), Luis Sinisterra (4)
Totaal: 27 jaar
fr€nk¥$-coëfficiëntenlijst clubtrouw:
1970 √(11/95)² 8,6363
2002 √(11/61)² 5,5454
2022 √(11/27)² 2,4545
Om u toch niet al té gedeprimeerd achter te laten vanwege deze significante en dramatische terugval, bied ik u de troostrijke gedachte dat Peter en chef Wim – en ikzelf ook een beetje – bij elkaar al ruim een eeuw uw favoriete club uit Pey trouw van dienst zijn, ongeacht waar scouts, makelaars en andere charlatans mee op de proppen zijn gekomen.
Peter (tegen de stelling): ‘Over de doden niets dan goeds’, luidt het spreekwoord. Daar kan de stelling natuurlijk geen rekening mee houden. Per slot van rekening moet deze leiden tot twee tegengestelde reacties. Die tegenstelling past goed bij de persoon Raiola. Zijn klanten, lees voetballers, liepen met hem weg terwijl clubbestuurders zijn bloed soms konden drinken. Het moet heel pijnlijk zijn geweest voor Raiola, toen hij in de media het bericht van zijn overlijden las. Natuurlijk was hij al ernstig ziek, maar het blijft een blunder van jewelste om iemand dood te verklaren terwijl de betreffende persoon nog voor zijn leven vecht. De vroegtijdige publicatie van het overlijdensbericht heeft alles te maken met het feit dat nieuwsmedia gebrand zijn op het scoren van primeurs. Het verifiëren van berichten, zelfs bij dit soort gevoelige zaken, schiet er dan bij in. Schandalig!
Wanneer je voor de verkoop van je huis in zee gaat met een makelaar verwacht je dat die de hoogst mogelijke prijs uit het vuur sleept. Dat is wat Raiola als voetbalmakelaar ook deed. Om hem nu te beschuldigen van buitensporige verrijking is onterecht. Deze man heeft zich altijd ingezet voor de spelers wiens belangen hij behartigde. Jonge voetballers zijn financieel niet goed onderlegd en zouden bij onderhandelingen met lepe clubmanagers, zoals bijvoorbeeld Overmars, gegarandeerd het onderspit delven. Raiola bleek een kei in het onderhandelen. Misschien kwam zijn Italiaanse afkomst daarbij goed van pas. Blijkbaar wist hij zijn tegenstanders te overbluffen met ‘honderd blablabla per uur’, zoals Raymond van het Groenewoud ooit humorvol zong over Italianen.
Raiola ontving voor zijn diensten vaak een enorme vergoeding. De spelers in kwestie hadden hier geen probleem mee, want hij zorgde ervoor dat hun toekomst financieel goed geregeld was. De vergoeding van Raiola werd echter bepaald door de hoogte van de transfersom. Dat clubbestuurders en geldschieters de laatste jaren bereid zijn buitensporige transfersommen te betalen is bekend. Daarvan profiteren natuurlijk ook de tussenpersonen, maar dat kan hen moeilijk verweten worden. Clubbestuurders zijn er uiteindelijk verantwoordelijk voor hoe het beschikbare geld besteed wordt.
Ondertussen verdienen de topspelers weliswaar gigantische bedragen maar zijn ze wel handelswaar geworden in de handen van clubmanagers: ‘It’s all ‘bout the money!’ Dat Raiola vlak voor zijn dood nog een vertrekclausule voor Haaland regelde bij Manchester City is een mooi afscheidscadeau aan de jonge Noor. Hierdoor kan hij straks, als in Madrid weer voldoende geld beschikbaar is, toch nog de overstap maken naar Real. Misschien is dat toch de club waar zijn hart ligt. Wie kan het hem kwalijk nemen?
Bron: Pingelieër