Hoewel de baansport al jaren in ademnood verkeert, blijft de Zesdaagse van Gent een apart gebeuren. Dat bleek ook dit jaar weer.
Op 18 november begint de voorverkoop voor de volgende Zesdaagse van Gent die tussen 18 en 23 november 2025 doorgaat. Wie een kaart wil, doet er best aan niet te lang te wachten. De Zesdaagse van Gent blijft een uniek evenement. Dat bleek ook weer de voorbije dagen. Een zinderende sfeer, iedere avond een uitverkocht Kuipje, zelfs nu er geen echte specialisten meer zijn komt er geen sleet op dit evenement. Lindsay De Vilder en Fabio Van den Bossche, respectievelijk wereldkampioen omnium en winnaar van de bronzen medaille op de Olympische Spelen in hetzelfde nummer, waren nu de absolute blikvangers. Geen ronkende namen, geen renners met het charisma van Iljo Keisse, de laatste raspistier die twee jaar geleden stopte. Maar beiden deden er alles aan om zich in de harten van het publiek te fietsen. En dat lukte. Toen Lindsay De Vilder op de openingsavond de allereerste puntenkoers won, barstte het Kuipke uit zijn voegen. Meteen was de toon gezet.
SCHAARS GEKLEDE DAMES
Terwijl vele zesdaagsen de afgelopen jaren een stille dood stierven, overleeft de editie van Gent steeds weer het gevecht tegen de sloophamer. Hoewel ook deze wedstrijd niet ontsnapte aan de evolutie van de tijd en het vip-gebeuren steeds belangrijker werd, blijft het sportieve nog altijd de bovenhand behouden. Alle ideeën om de zesdaagse met meer opgeklopt spektakel te overgieten, werden in de prullenmand gegooid.
Juist dat laatste, de zucht naar steeds meer entertainment, leidde in dit wereldje tot een crisis. In de jaren tachtig werden iedere winter nog twintig zesdaagsen georganiseerd, nu blijven alleen Gent en Rotterdam, die op 10 december begint, over. Vooral in Duitsland, ooit het mekka van de zesdaagsen, sneuvelden nogal wat organisaties of werden ze, zoals in Bremen en Berlijn, teruggebracht tot een driedaagse. Dat hebben organisatoren zichzelf aan te rekenen: er werden rond dit gebeuren platte shows opgevoerd met schaars geklede dames in de hoofdrol. In Duitsland waren zesdaagsen synoniem voor rondborstige luim en amusement, met hectoliters bier, honderden flessen schnaps en champagne en duizenden kilo’s worst. Het spektakel op de baan ging voorbij een de drinkende en swingende massa.
EEN TIENKAMP
De Zesdaagse van Gent heeft zich daarvan altijd gedistantieerd. De wedstrijd speelde wel in op een veranderend maatschappelijk tijdsbeeld, waarbij het vip-restaurant uitgroeide tot een ontmoetingsplaats van mensen die niet allemaal even geïnteresseerd zijn in de wielersport. Zelfs als zondag in de vooravond de finale wordt gereden, zit het daar nog behoorlijk vol. Met mensen die amper weten wie er meerijdt.
Maar de sport blijft primeren. Dat is de verdienste van de langjarige wedstrijdleider Patrick Sercu. De voormalige zesdaagsekeizer, die vijf en een half jaar geleden overleed, had van de opwaardering van de piste zijn levenswerk gemaakt. Het was voor Sercu een frustratie dat steeds meer wegrenners de baan de rug toekeerden. Terwijl, zei hij, je op de piste snelheid kweekt en dat de basis blijft van de wielersport.
Eigenlijk zijn zesdaagsen nooit echt op hun waarde getaxeerd. Het is nochtans een zeer veelzijdige proef, een soort tienkamp van de wielersport, al is het allemaal niet zo afmattend als vroeger toen er dag en nacht iemand op de baan moest toeren. Nu wordt er iedere avond een uur of vijf gereden en volgen de wedstrijden mekaar in een snel tempo op. Renners krijgen amper tijd om even uit te blazen. Het programma zit vol afwisseling en spektakel. Er worden atletische prestaties geleverd. In ploegkoersen, nog altijd de koningsdiscipline, wordt een gemiddelde snelheid rond de 53 kilometer per uur gehaald. Zeker in het laatste uur waarin de wedstrijd in een koppelrit wordt beslist. Niet zelden zie je renners dan kraken. Dat zal ook nu weer niet anders zijn.
DE GEUR VAN COMBINES
Er zijn amper nog wegrenners die zich in een zesdaagse wagen. Het past niet in hun programma. Ze zouden door het specifieke karakter van deze discipline ook belachelijk worden gemaakt. Lang geleden is het dat Eddy Merckx, na een nochtans zwaar wegseizoen, iedere winter een aantal zesdaagsen reed en er ook zeventien won. Lucien Van Impe daarentegen weigerde ooit om in het bestek van de Zesdaagse van Gent na zijn overwinning in de Ronde van Frankrijk een ereronde af te leggen op de piste. Terwijl Patrick Sercu, die ook een serieus wegprogramma afwerkte en daarnaast in alle zesdaagsen startte, ooit 223 wedstrijden in een kalenderjaar reed. Maar Sercu was dan ook een speciaal geval: hij kon geen twee weken zonder koers. Nu is het nauwelijks denkbaar dat je Remco Evenepoel of Wout van Aert op de piste zou zien. Bij de vrouwen is Lotte Kopecky de uitzondering op de regel. Zij trad in Gent aan in een omkaderend programma en kreeg bij de voorstelling een oorverdovend applaus. Je kreeg er zowaar kippenvel van.
Rond zesdaagsen hing lang de geur van combines. In Gent hebben ze dat altijd tegengesproken. Het publiek bestaat uit kenners die, zo heet het, afspraken zouden opmerken. De voorbije dagen vormden Lindsay De Vilder en Robbe Ghys de beste en meest complementaire ploeg. Het zou absoluut verrassend zijn als zij niet winnen.