Gaan de ogen eindelijk opengaan? Dit is één van de zwakste seizoenen ooit van de Belgische clubs in de Europese bekers, maar er is meer aan de hand dan een momentopname. De Europese coëfficiëntenranglijst wordt opgemaakt op basis van de resultaten van de vijf laatste seizoenen. België zakt naar de dertiende plaats en moet landen als Schotland, Oostenrijk en Servië laten voorgaan. Rechtstreekse kwalificatie voor de Champions League zit er vanaf 2023 niet meer in.
De jongste Europese speeldag maakte het alleen maar erger. De hoop dat Club Brugge en/of Racing Genk konden overwinteren ging in rook op. De overwinningen van Antwerp, dat al uitgeschakeld was, en AA Gent, tegen een dreumes als Flora Tallinn, konden geen troost brengen. Na nieuwjaar speelt alleen AA Gent nog Europees. In de Conference League, ook al Lidl League genoemd. Donderdag deed een hond op het veld een kakje bij Partizan Belgrado tegen Anorthosis Famagusta. Beetje illustratief voor de Conference League.
‘De CL-campagne van Club Brugge is mislukt’, concludeerden Jan Mulder en Marc Degryse dinsdagavond. Ik ben het daarmee niet eens. De bijna unanieme voorspelling luidde dat Club nul punten zou halen in de groep met Manchester City, Paris Saint-Germain en RB Leipzig. Als je dan met vier stuks eindigt, kan je niet ontevreden zijn. Alleen die 0-5 thuis tegen Leipzig was natuurlijk een blamage.
Ik herhaal wat ik schreef na de vier op zes: dit kon alleen omdat blauw-zwart top was en PSG arrogant en Leipzig in crisis. Club speelde twee uitstekende wedstrijden waar de andere Belgische clubs op dit moment zelfs niet van kunnen dromen. Alleen is dit een voetballand waarin iedereen zich meteen rijk rekent en gaat denken dat overwintering op het kampioenenbal haalbaar is. Als dan zelfs naast de reddingsboei van de Europa League wordt gegrepen, komt de hakbijl boven.
Club verdient 5,5 en misschien zelfs een zesje voor deze campagne. Net als AA Gent. Racing Genk en Antwerp deden het heel wat minder: allebei laatste in een poule met Dinamo Zagreb en Rapid Wien (Genk) en Fenerbahce en Olympiakos (Antwerp). AA Gent moest de Belgische eer redden, maar winst in een groep met Partizan Belgrado, Anorthosis Famagusta en Flora Tallinn is toch het absolute minimum. Dertien op achttien is allesbehalve indrukwekkend tegen teams van dit niveau.
Wat een verschil met Nederland, dat dit seizoen voorlopig op de eerste plaats staat voor Engeland en Frankrijk en na nieuwjaar zeker drie en mogelijk vier teams overhoudt. En dat alles ondanks alle voordelen die Belgische clubs genieten. De overheid is de grootste sponsor van ons voetbal en niet-EU-spelers kunnen hier voor een minimumloon van goed 80.000 euro voetballen. In Nederland is dat ruim 400.000 euro.
Al die voordelen hebben ervoor gezorgd dat de buitenlandse overnemers toegestroomd zijn, maar ons voetbal niet beter gemaakt. En dat nadat we al overspoeld werden door vreemde vogels op het veld. Een club als Antwerp stapt dan nog naar de rechter om nog meer buitenlanders te kunnen opstellen. Zelf spelers opleiden? Ammehoela.
Het is de hoogste tijd om ons voetbalbestel helemaal te herdenken. Op amateurniveau moeten per afdeling maximum verloningen ingevoerd worden (Bart Verhaeghe was het als ondervoorzitter van de voetbalbond ooit van plan). De dam tussen amateurs en profs moet weggehaald worden. Sportieve prestaties moeten belangrijker worden dan infrastructuur of contracten om te promoveren. B-ploegen met jonge spelers moeten op het hoogste niveau – maar verspreid over de verschillende divisies – kunnen aantreden om de doorstroming van jonge talenten te versnellen.
De borstel moet door het profvoetbal. Minder buitenlandse spelers van tweede of derde garnituur, meer in eigen land opgeleide spelers. Minder wedstrijden en meer solidariteit tussen de clubs zijn noodzakelijk, maar dat schrijf ik al een paar decennia. De kans is, helaas, groot dat er nooit iets zal veranderen. Iedereen is immers alleen bezig met het eigen belang en de volgende wedstrijd.