Was hij de beste Anderlechtspeler ooit? Een portret uit Eeuwige 25 Anderlecht.
Rob Rensenbrink. Zijn spel liet zich lezen als een gedicht. Geen carnavaleske karamellenverzen, geen naar zelfmoord neigende zwaarmoedigheid. De taal als tijdverdrijf, voetbal als verzoeking zoals het oorspronkelijk ontworpen werd. De scheppende linksbuiten, de échte pingelaar: naar binnen veinzend, vervolgens de dribbel langs de lijn. De eeuwige stijlfiguur, zelden te doorgronden: passeerbeweging in stilstand op volle snelheid in de ruimte, de perfecte voorzet. Tussen wiebelend en wiegend.
In het gezegende jaar 1947 beviel ‘Amsterdam’ van zowel Johan Cruijff als Rob Rensenbrink. Inzake vakmanschap en bedrevenheid deed Rensenbrink niet onder voor Cruijff. De fysieke gelijkenis bestond – het leken ‘broers’ – maar qua psychologisch geaardheid waren er geen raakpunten. Cruijff regisseerde, Rensenbrink improviseerde. Cruijff vormde een natuurlijk bondgenootschap met de schijnwerpers, Rensenbrink ontvluchtte de media-aandacht. Voelde zich het best in zijn vel als de linksbuiten met de onverwachte kronkel, het raadsel voor de tegenstander en het publiek. Soms verstrooid en wazig, vaak in staat tot onvoorspelbare pracht. Rensenbrinks internationale opmars startte in de oranje wereldbekerzomer van 1974. Op dat ogenblik ontketende Cruijff een omwenteling. Rensenbrink beperkte zich tot balbezit aan de linkerzijlijn. Cruijff voelde zich het best in zijn omgeving en vond in hem het ideale aanspeelpunt: vijf eclatante WK-zeges in deze combinatie. Zonder Rensenbrink bleef het 0-0 tegen Zweden. Is het toeval dat Cruijff ook door de mand viel in de finale tegen West-Duitsland (1-2) nadat Rensenbrink tijdens de pauze door blessure de schoenen had moeten uittrekken? Na de wereldbeker taande de ster van Cruijff. Rensenbrink nam ongezien de fakkel over. Beleefde van 1974 tot 1978 vijf dolle jaren – met vier Europese bekerwinsten bij Anderlecht en twee wereldbekerfinales met Oranje – en werd de succesvolste Hollandse voetballer. Dankzij dat ene moment: de binnenkant van de paal tegen Argentinië, finale wereldbeker 1978, seconden voor het einde: ‘He was an inch away from becoming a World Cup winning hero’. Zo staat het in een Engelse voetbalencyclopedie.
Verhief dus de Europacupwedstrijden van Anderlecht tussen 1974 en 1978 tot galahappenings met een zwellende internationale uitstraling. Beleefde zijn moment suprême op een zwoele augustusavond in 1976. Ontdeed voor veertigduizend in extase verkerende fans de grote Europese Meister Bayern München van zijn arrogantie. Danste met overrompelende dribbels, en bij vlagen tartende superioriteit, uitzonderlijk lichtvoetig rond de steeds verdwaasder kijkende wereldkampioenen Franz Beckenbauer, Gerd Müller, Sepp Maier: 4-1, Europese Supercup voor Anderlecht!
Fleurde op als hij volle stadions zag. Tilde zichzelf naar topniveau op internationale kunstlichtavonden: 31 doelpunten in 43 optredens in Europese bekers. Waaronder telkens twee goals in de finales van de Europacup der Bekerwinnaars tegen West Ham United (1976) en Austria Wenen (1978). De slangenmens werd zijn lichtjes beledigende bijnaam. Vanwege de onvoorspelbare kronkels die zijn spel kenmerkten en zijn psychologische geaardheid karakteriseerden. Bleef in alles de ‘linksbuiten’: plots ongrijpbaar en tot onwaarschijnlijke schoonheid in staat, vaak afwezig en onbestemd. Wie kent de mens Rob Rensenbrink? Wie zou hij zijn geworden, indien die fenomenale dribbel in 1978 het net van de Argentijnse doelman Fillol had gestreeld? Een nationale held, zonder meer. De man die Nederland de wereldtitel bracht. En die zich eindelijk van Johan Cruijff zou hebben verlost. Tart dit zijn bevattingsvermogen? Nu moet hij het doen met de niet-bestaande titel van begaafdste voetballer uit de Belgische clubgeschiedenis. Constant Vanden Stock roemde hem als beste speler die hij onder zijn voorzitterschap zag passeren. Oranje meester van de paarse voetbalkunst. Rob Rensenbrink.
3 reacties
Pingback: 웹툰 마스크걸 다시보기
Pingback: ai nude
Pingback: Pichler Tischdecken kaufen