Rode Duivels van Front Wanderers tijdens Eerste Wereldoorlog tot Olympisch Kampioen in Antwerpen
Wist u dat België in 1920 door de internationale media werd geroemd als ‘eerste wereldkampioen voetbal’? Tussen 28 augustus en 2 september 1920 vond in België het eerste grote voetbaltoernooi van Europa en bij uitbreiding ter wereld plaats. De Rode Duivels versloegen achtereenvolgens Spanje (3-1, met wereldkeeper Zamora), Nederland (3-0, Derby der Lage Landen in de halve finale) en Tsjecho-Slowakije (2-0, de grote favoriet voor de eindzege). Een verhaal van vreugde en verdriet, met een directe lijn naar ‘de Grooten Oorlog 1914-1918’. In vijf afleveringen vertellen we u deze vergeten sociale geschiedenis. In een normaal land zou dit een gegeven zijn dat elke voetballiefhebber weet, waar de voetbalbond fier op is en de samenleving mee uitpakt omwille van de bijzondere maatschappelijke waarde rond de thema’s ‘vaderland, vrijheid, vrede, vluchtelingensolidariteit’. Helaas, helaas, dat is aan België (nog?) niet besteed. Daarom roepen we hier alvast 2 september uit tot ‘dag van het Belgische voetbalerfgoed’! Laten we er op zijn Belgisch samen eentje drinken én klinken en het gegeven zijn vaste plaats geven in ons collectieve geheugen. Tous ensemble, allemaal samen….hier komt ie…’België, de eerste wereldkampioen voetbal!’
Voetballen ten voordele van Belgische oorlogsvluchtelingen
Op 6 februari 1916 stapten veertien Belgische internationals in Adinkerke op de trein richting Parijs. Onder de naam ‘Front Wanderers’ zou men er Frankrijk partij geven. De Belgen versloegen ‘Les Bleus’ met 4-1. Armand Swartenbroeks was één van hen. Dat zinde hem wel. Hij zag er een project in dat de aandacht van de ellende zou afleiden en het leed zou verzachten. En dat paste bij zijn levensbeschouwing. Hij was 22 jaar toen de oorlog uitbarstte en studeerde geneeskunde aan de Université Libre de Bruxelles. Hij geloofde in het humanisme als filosofie. En dat verbond hij met zijn medische hulp aan getroffenen van het geweld maar ook met ‘voetballen voor het goede doel’. Zowel voor de vrede, als voor de vluchtelingen, als voor het vaderland. De Front Wanderers vonden in hem hun geestelijke leider en hun bestemming.
Met benefietwedstrijden zouden ze voortaan fondsen inzamelen. Onder meer ten voordele van ‘den bal voor den soldaat’. Maar tegelijk ook om het lot van Belgische vluchtelingen in het buitenland te verbeteren. The Front Wanderers bouwden een zeer sterk elftal uit met verschillende Rode Duivels in de rangen. De naam van het team kreeg een mystieke weerklank en ze werden in Frankrijk, Italië en Groot-Brittannië onthaald. Swartenbroeks kon zijn geluk niet op toen Louis Van Hege op 16 december 1916 de rangen kwam versterken.
Hij had vaak met jaloezie en gemengde gevoelens gekeken naar zijn oude tegenstander van erfvijand Union. Maar ‘Luigi’ keerde terug naar België als ‘beste voetballer van Italië’. Hij ruilde in 1910 de geelblauwe kleuren van Union voor het rood en zwart van Milan FC. ‘I Belgi’ werd een fenomeen in het calcio: 98 doelpunten in 91 wedstrijden tussen 1911 en 1915 en verkozen tot ‘speler van het jaar’. Zonder twijfel torende Van Hege ook in België boven de concurrentie uit. De Italiaanse krant Lo Sport Illustrato dichtte hem in poëtische termen ‘een vage glans van tristesse op zijn gelaat’ toe.
Auteur Kurt Deswert diepte in ‘Aftrap in Brussel. De vergeten geschiedenis van het voetbal in de hoofdstad’ zijn wedervaren in Milaan uit: ‘Hij scoorde in totaal zeven doelpunten in de Derby Della Madonnina tussen Milan en Internazionale. Hij was de architect van de historische 6-3 zege van 1911. Luigi gaf vorm aan de prille Italiaanse voetbalidentiteit. Hij combineerde techniek en snelheid op een sierlijke manier en dat had men in de Laars nog niet gezien. Van Hege kreeg ook weerklank in de Milanse kunstscene. Die raakte vanaf 1909 in de ban van het futurisme: een nieuw tijdperk in de literatuur, poëzie en schilderkunst dat het moderne leven van de industriestad bejubelde. Alles draaide om snelheid, technologie, jeugdigheid en…geweld. Umberto Boccioni schilderde in 1913 “Dynamismo di un Footballer”. Gebaseerd op Van Hege en zijn “classe exelsa”? Italië belandde pas in mei 1915 in de oorlog. De situatie in België liet Van Hege niet onberoerd. Hij deed een oproep om benefietmatchen te spelen voor Belgische vluchtelingen. In december 1914 volgden vijfduizend toeschouwers een partij van FC Milan. Hij reageerde bijzonder geëmotioneerd. La Gazetto dello Sport noteerde over het tafereel: “Vrienden, tegenstanders, autoriteiten en een hele menigte eerden de Belg met een spontage hommage aan het ongelukkigste volk. En de atleet met het bleke en vriendelijke gezicht heeft geen woorden. Hij verroert zich niet. Hij beweent in stilte zijn hele verdriet.” In de winter van 1916 veranderde dus zijn hele wereld: de beste speler van Italië belandde als infanterist aan de IJzer.’
Van dan af wist Swartenbroeks dat de sportieve mogelijkheden voor The Front Wanderers ongekend waren. Van Hege was op dat ogenblik dé topper van het Europese contintent. The Front Wanderers tilden de traditie van ‘liefdadigheidsoptreden’ naar het niveau van ‘interlandvoetbal’. Ook al waren het geen officiële wedstrijden, er werden sterke tegenstanders geprogrammeerd. In april 1917 passeerde men opnieuw langs Parijs (1-3) en in juni 1917 trok men met de trein vanuit Adinkerke naar de streek van het Comomeer waar Italië (3-4), Modena (0-5) en FC Milan (6-4) als gastheren optraden. Tijdens de terugkeer kreeg Brits-Canadese selectie in Frankrijk nog een 7-0 om de oren. In november 1917 volgde de belangrijkste ‘tournee’ met liefst zes matchen tussen 15 en 29 november in de stadions van Folkstone (1-6 tegen Canada), Chelsea (Londen, 4-1), Everton (Liverpool, 1-2), Aston Villa (Birmingham, 1-4), Manchester United (1-1) en Celtic (Glasgow, 1-2): vier zeges, één nederlaag, één draw. Duizenden naar Groot-Brittannië uitgeweken Belgen moedigden de Front Wanderers aan. Een ‘Belgisch dagblad in ballingschap’ dat in Londen werd verspreid gaf als impressie mee: ‘Met diepe ontroering hebben enkele duizenden Belgen, die zich naar het terrein van de club Chelsea begeven hebben, van in de stampvolle tribunes de beruchte Rode Duivels, zoals zij in vredestijd genoemd werden, zien verschijnen in de rode trui van ons nationaal elftal.’
Celtic Football Club ondernam op zijn beurt een gelijkaardig initiatief. In respectievelijk 1915, 1916 en 1917 speelde de toenmalige Schotse kampioen benefietwedstrijden tegen de zogenaamde ‘Rest of Scotland’, telkens voor meer dan 40.000 kijkers. Ten voordele van de naar schatting 20.000 Belgen die voor de oorlogstragedie naar Glasgow waren gevlucht.
In de loop van 1918 staken The Front Wanderers nog twee keer de Noordzee over voor drie andere partijen. In totaal telde het palmares zestien ontmoetingen: drie in Italië, vier in Frankrijk en negen in Groot-Brittannië.
Dat het er ook vaak vrolijk aan toeging, toonde speler en latere bondscoach Hector Goetinck in zijn boek ‘Voetbal Anekdoten’: ‘We werden in Milaan ontvangen zoals prinsen! We waren de eerste Belgische soldaten die men daar te zien kreeg. Iedere Italiaan wou een speler mee naar huis nemen om hem te herbergen. We moesten dadelijk van het station naar de opera waar er een galavertoning gegeven werd ter onzer eer! We namen plaats in een loge en werden stormachtig toegejuicht en beladen met bloemen. We logeerden in Hotel L’Europe en gedurende de drie dagen dat we daar vertoefden, waren er gedurig samenscholingen voor ons hotel. We speelden den wedstrijd tegen de Italianen op de Arena te Milaan. Het was geweldig warm en na een fel betwiste partij wonnen we met 4-3. Jan Van Cant van Racing Mechelen was de held van de partij want hij scoorde nog tweemaal als de stand 3-2 ten voordeele van Italië was.’
Armand Swartenbroeks bekeek de fratsen eerder vanop afstand. Hij dacht altijd een stap vooruit. Net zoals op het veld waar hij – als verdediger – geroemd werd om zijn fairplay. Hij vermeed veel duels door zijn uitstekende anticipatie en ontwikkelde zich tot een vroege meester van het positiespel.
In 1913 leek het er sterk op dat Antwerpen gaststad zou kunnen worden voor de Olympische Spelen van 1920. De oorlog trok een streep door deze aspiraties. Maar bij het einde van de troosteloosheid deed zich misschien een nieuwe kans voor. En zouden in dat geval The Front Wanderers geen mogelijke medaillekandidaat zijn? Paradoxaal genoeg hadden zij, als gevolg van de voorbereidingen op de internationale confrontaties, een sterke conditie opgebouwd. Bovendien evolueerden ze door deze ervaringen tot betere spelers. In april 1919 nam het IOC de beslissing in het voordeel van Antwerpen. In de zomer van 1920 zou de Scheldestad het decor vormen van de VII de Olympiade. Het voetbaltoernooi werd voor het eerst in de geschiedenis heel grondig georganiseerd. Met liefst vijftien deelnemers, niet eerder was dat gebeurd. En met Egypte schreef zich een land in van buiten de Europese grenzen. Antwerpen 1920 kreeg internationale status. Daar zou hij alles doen om zijn geteisterde land opnieuw een droom te schenken.