Xavi Hernandez I Creus – Xavi voor de vrienden – komt als hoofdcoach van FC Barcelona naar de Bosuil. In uiterst moeilijke financiële omstandigheden zorgde hij toch voor een tweede plaats en een kampioenstitel met Barça. Maar hij was vooral de speler die tussen 2000 en 2015 het ‘middenveldvoetbal’ ten goede veranderde. Niet voor niets noemde men hem ‘El Petit Geni’ en ‘The one touch man’. Een portret van de magistrale middenvelder.
‘Xavi was once again the man of the match’ (Alex Ferguson)
Xavi Hernandez I Creus. Xavi. El meu amor. Hij weende op 3 juni 2015 tijdens de speech van Andrés Iniesta 6RACIES XAVI, het pakkende afscheidsmoment voor de bezielier van Barça. Amper 1,70 meter groot en tussen 1998 en 2015 liefst 25 trofeeën met de blaugrana. Een ode aan de beste middenvelder van de 21 ste eeuw.
‘Xavi was once again the man of the match’. Het waren de woorden van de Engelse commentator na de Champions Leaguefinale op 27 mei 2009 in Rome tussen FC Barcelona en Manchester United. In dat seizoen won Barça de ‘treble’. Met een karrenvracht aan goals: 158 doelpunten in 62 matchen.
In 27 daarvan leverde Xavi de zogenaamde laatste voorzet. Niet zelden briljant in zijn eenvoud. Xavi Hernandez i Creus is met meer dan 760 officiële optredens de absolute recordhouder van FC Barcelona. Vaak haalde hij – El Calculadora – daarin honderd balcontacten, slaagpercentage van 95 procent.
Kunstrecital in Bernabeu bij 2-6 voor Barça
Xavi, de voetbaldoctorandus. Hij verlegde echt de eigen grens én die van het voetbalspel op 2 mei 2009. Clasico, Real – Barça: 2-6. Volgens de onderlegde Engelse website www.spain-football.org: ‘In the Bernabeu Xavi gave a recital and each assist was a work of art.’
Xavi gaf dus een recital in Bernabeu, elke assist was een kunststukje. In de toekomst zou 2-6 volstaan. Het werd een begrip op zichzelf. Voor culés in de kroegen rond de Ramblas een reden tot uitbundigheid. 2-6 klinkt. Het klinkt goed. En toch: zonder de naam Xavi in de scorelijn. A work of art, each assist. Liefst vier van de zes doelpunten vertrokken bij de voet van Xavi. Beter gezegd: bij het brein van Xavi. Ze beeldden hem uit zoals hij was, die vier voorzetten.
Ze zijn de ontleding waard.
Bij 1-1, negentiende minuut. Vrije trap aan de linkerzijlijn. Xavi keek en knikte. Knikje. Serieus, ceremonieel bijna. Zonder emotie. Tenzij in dat knikje. Bal precies in het overbevolkte strafschopgebied op het hoofd van de koppende Carles Puyol: 1-2.
Bij 1-2, vijfendertigste minuut. Positie innemen aan de rechterkant, jagen zonder lopen, maar op basis van opstelling. De bal afhandig maken van Diarra, niet met een sliding of tackle, maar door de precieze pose. In dezelfde beweging op de schoen van Messi leggen, die vrij voor Casillas alle tijd had om te scoren: 1-3.
Bij 2-3, zesenvijftigste minuut. Even de middencirkelvoetballer uithangen. Niet her en der rondschieten, maar verstandig vertoeven rond de witte stip. Timen met de versnelling van Henry en op de millimeter en de microseconde een lobje in de loop van Thierry. Die wurmde zich tussen de bal en de uitkomende Casillas: 2-4.
Bij 2-4, vijfenzeventigste minuut. Ter hoogte van het strafschopgebied, rechterhoek de bal vragen. Draaien naar binnen, doen alsof een doelpoging volgde, opnieuw draaien, deze keer naar de andere kant en in één flits Messi in de korte hoek de vrije baan geven naar Casillas: 2-5.
Zo weet men dus wie Xavi is, maar wat weet men over Xavi? Wat denkt de man ‘met gemiddeld meer dan honderd passes per match met een slaagpercentage van 95 procent’ over het spelen van het spel dat voetbal heet?
Techniek is belangrijker dan kracht
‘Technik ist wichtiger als Kraft.’ Een kop in het Duitse maandblad 11 Freunde, Magazin für Fussballkultur. Xavi keek in het januarinummer 2011 vooruit op de verkiezing van de Gouden Bal: ‘Techniek is belangrijker dan kracht.’ Hij negeerde de bodybuilders van het voetbal, net als de arrogante provocateurs genre Mourinho. Ook daar volstond één welgemikt zinnetje: ‘Aber wir wollen gewinnen und dabei guten Fussball spielen.’
Daar liet hij een eerste keer in zijn kaarten kijken, want hij was geen marktkramer in meningen. Hij manifesteerde zich zelden met woorden. Aan de vooravond van de kraker in de Champions League tussen Arsenal en Barça liet hij zich in The Guardian wèl gelden. Hij deponeerde een quote over een halve bladzijde: ‘I look for spaces. All day. Space, space, space. I see the space and pass. That’s what I do. Some teams can’t or don’t pass the ball. What are you playing for?’
Het klonk als ‘whose side are you on’? Hij dwong tot het maken van een keuze. Eigenlijk tot het volgen van de zijne: ‘de erfenis die je nalaat is belangrijker dan het resultaat’. Hij noemde zichzelf een romanticus en de Engelsen ‘strijders’. Hij begreep niet dat brutale balafpakkers werden bedolven onder het applaus bij het wild in de tribune trappen van de bal.
Xavi vertrouwde de mensheid een totaalvisie toe. Hij verdedigde een ideeënstelsel over voetbal, zijn ‘romantiek’ nodige uit tot beginselvastheid.
Hij zocht de sleutel in de ‘opleiding’, van het twaalfde jaar af. Rondkijken, bewegen, zien, denken. Dit alles met de snelheid van de vingerknip, voor men de bal in bezit heeft gekregen. Controleren, kijken, passeren in één gestroomlijnd patroon.
Minachting voor Mourinho en andere vernietigers van het spel
Hij minachtte de manoeuvres van wat hij noemt ‘vernietigers van het spel’: nooit het initiatief nemen, diep in het eigen territorium kruipen en vlijmscherp uitbreken. Xavi bepleitte het Cruijffismo als identiteit van Barcelona. Hij deelde de overtuiging van de fans die het niet zouden nemen dat Barça een countertactiek zou toepassen. Xavi evolueerde tot een voorbeeld-voetballer van de 21 ste eeuw. Rond het jaar 2000 vreesde hij te behoren tot het uitstervende ras. Hij dreigde ten onder te gaan tegen de dubbele meters, de box-to-boxlopers, de krachtpatsers, de knokkers en de afvallendebalafpakkers. Xavi leek een relict uit het verleden. Een decennium later straalde hij uit dat, dankzij Barcelona, de puntgave techniek meer applaus ontving dan de fysieke conditie. Kijken naar Xavi was een vorm van wiskundige ontleding van het spel. De matrix op het middenveld. Volgens het boekje: een middel om samenhangende gegevens en hun bewerkingen op een systematische en onoverzichtelijke wijze weer te geven. Dat deed Xavi met het spel van Barça. Hij maakte het overzichtelijk en smeedde de samenhang. Als de creator van het mirakel in de wetenschappelijkheid. Wie vermoedde in hem een voetballer? In dat kleine, naar corpulentie neigende mannetje van niet meer dan 1 meter en 70 centimer hoog? Men doopte hem el petit geni, ‘het kleine genie’: onetouchman.
Eén beweging bij hem, drie tikken bij een andere speler
Waar anderen drie tikken voor nodig hadden, bundelde hij twee bewegingen in één.
In het seizoen 1997-’98 hevelde hem als zeventienjarige naar het eerste elftal over. Hij zocht zijn positie in het kampioenenelftal van 1998 en mocht twaalf maanden later al mee op de bordes van het stadhuis om de schotel in de lucht te steken. De echte ontbolstering kwam er pas in de periode onder Frank Rijkaard. Die liet hem in het kampioenenseizoen 2004-’05 onzichtbaar opschuiven zodat hij geen verdedigend werk meer diende op te knappen. Xavi kreeg de opdracht om zich tien tot vijftien meter ‘hoger’ vrij te zetten. Zo kon hij zich uitleven in de offensieve sector van het terrein. Hij miste de controlerende karaktertrek, hij moest de diepte of het diagonale kunnen benutten. Daar kreeg hij vat op de ‘ruimte’.
Coach Rijkaard nodigde hem uit Xavi e zijn
De Nederlandse coach droeg hem ook op om op doel te schieten, een onderdeel dat hem min of meer vreemd was. Van Gaal zag in hem de opvolger van de ‘verdedigende’ Guardiola, maar Rijkaard gaf hem het zelfvertrouwen om zijn echte geaardheid als voetballer te ontdekken: de bal passeren en krullen. Hij bevorderde hem tot aanvallende middenvelder. En nodigde hem uit om ‘Xavi’ te zijn.
De Rijkaardperiode (2003-2008) belemmerde hem desalniettemin. Ze vertraagde zijn progressie door de soms storende aanwezigheid van al eens naast hun schoenen lopende vedetten als Ronaldinho en Deco. Tijdens de Champions Leaguefinale van 2006 bleef hij op de bank als gevolg van een blessure. De komst van Guardiola in 2008 had een bevrijdend effect. Van dan af ontspon zich de tiki-taka-tandem met Iniesta.
Xavi Hernandez i Creus werd geboren op 25 januari 1980 in het boerendorpje Terrassa, op veertig kilometer afstand van Barcelona.
De ‘Maquina’ (machine) van La Masia
Op zijn elfde kreeg hij een invitatie voor La Masia. Zijn ontvlambaarheid speelde hem parten. Hij gedroeg zich als een boos baasje dat met zijn driften geen blijf wist. Vanwege zijn inborst repte men al snel over ‘maquina’: de machine die zichzelf steeds weet aan te drijven en nooit vermoeid raakt. Wel, op geregelde tijdstippen zelfs, oververhit. Daar ontdekte men de gave dat hij zich met de bal aan de voet kon redden uit onmogelijke situaties, zoals die met drie hijgende tegenstanders op de huid. In La Masia legde hij ook de eed van trouw af. Niet dat het hem veel moeite kostte. Zijn grootvader was culé voor het leven, uit vrije keuze. Xavi ontving van zijn vader op jonge leeftijd de juiste inwijding. La Masia was voor hem dus geen vreemde omgeving, het voelde aan als thuiskomen na een lange reis. Het goede gevoel zat meteen in zijn huid, ondanks zijn aanvankelijke onhandelbaarheid. Barça werd bij de familie Xavi gedurende decennia als een godsdienst geëerd. Aan tafel voor het eten: bidden voor Barça. In bed voor het slapen: kruisje voor Barça. Bij nacht: dromen van Barça. In de ochtendnevel: ballen op het binnenplaatsje, net zoals Barça. Ooit was Barça voor hem een geloof. In haar beste tijdperk geloofde Barça in hem: ‘Once again, Xavi was the man of the match.’
Hij mocht het laatste kwartier van de Champions Leaguefinale 2015 tegen Juventus invallen om de bal vast te houden, de rust te bewaren en de waardigheid te bewaken. Daarna weende hij met zijn 25 ste trofee. Tegelijk vestigde hij een nieuw record van 151 optredens in de Champions League: de beker met de grote oren. Die behoorde hem toe bij zijn afscheid, het was zijn vierde exemplaar.
El meu amor. Xavi.