zondag, december 22

ANDREA PIRLO: IK DENK, DUS IK SPEEL VOETBAL (1) – RW

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Slaagt voetbalfilosoof als coach bij Juventus?

Onmiddellijk na de uitschakeling van Juventus tegen Olympique de Lyon in de achtste finale van de Champions League raakte bekend dat Andrea Pirlo de nieuwe coach wordt van La Veggia Signora. Zal hij slagen op het hoogste niveau? Als voetballer deed hij dat alvast wel, op een bijzondere wijze. Een portret uit mijn nieuwe boek 111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920 dat volgende week verschijnt. Lees vandaag deel 1.

Andrea Pirlo. Stopte met voetballen op 38-jarige leeftijd na 22 seizoen topvoetbal bij achtereenvolgens Brescia, Internazionale, AC Milan, Juventus en New York City:  872 wedstrijden, waaronder 116 interlands. Wereldkampioen met de Squadra Azurri in 2006. Winnaar van de Champions League met AC Milan in 2003 en 2007. Verliezer met Milan in 2005 en met Juventus in 2015. Vier keer landskampioen met Juventus, twee keer met AC Milan.

De Italiaanse legende is van het filosofische voetbaltype. Dat bleek uit zijn beknopte biografie die hij de titel schonk ‘Penso Quindo Gioco’. Ze werd in het Engels gepubliceerd als ‘I think therefore I play’.

Vrije vertaling: ‘Ik denk, dus ik speel voetbal’. Op zijn vijftiende haalde de beroemde Roemeense trainer Mircea Lucescu hem in de selectie van het eerste elftal van Brescia. Die gaf hem meteen als opdracht mee: ‘Blijf spelen zoals je bij de jeugd deed.’ Dat werd niet op prijs gesteld door voetballers die twee keer ouder waren dan hij en ook twee keer gemener speelde. Op een moment dat hij dezelfde ‘ploegmaat’ drie keer na elkaar dribbelde, kreeg hij een zeer zware tackle te verduren. Toen greep Lucescu in. Hij voedde hem opnieuw: ‘Blijf deze acties herhalen.’ Tegen de groep sprak hij duidelijke taal: ‘Vanaf nu geven jullie de bal aan Pirlo, hij weet tenminste wat hij ermee moet aanvangen.’

De oudere Pirlo raakte in de ban van coach…Pep Guardiola. Hij ontmoette hem nochtans slechts één keer in zijn leven: tijdens het Gampertoernooi in Camp Nou in 2010. In die tijd had Pirlo zich ontpopt tot…playstationtopper: ‘Na het wiel was playstation de beste uitvinding aller tijden. En sinds het bestond, noemde ik mij Barça.’ Dat deed ook zijn ploeggenoot Nesta, die Pirlo tijdens toernooien onder de spelers van AC Milan, naar de kroon stak. Die onderlinge duels tussen Pirlo en Nesta werden dus Barça versus Barça. Beiden kozen bovendien voor Pep Guardiola als hun playstationcoach. En toen ze dus in 2010 in Barcelona speelden, ontvouwden ze zelfs een plan om hem…te ontvoeren.

Daar kwam echter niets van in huis maar Pirlo hield er wel de naar eigen zeggen mooiste voetbalconversatie uit zijn leven aan over met de man die hij vanop afstand bewierookte: ‘Guardiola ging in dat gesprek recht naar de focus. Hij zei dat hij me nodig had omdat hij een middenvelder zocht die kon alterneren met Xavi, Iniesta en Busquets. Hij vond mij de kers op de taart. Hij noemde me een speler van wereldklasse. Ik wist niet wat ik hoorde. Ibrahimovic dacht dat hij Guardiola beledigde door hem ‘de filosoof’ te noemen maar dat is toch een verdomd mooi compliment. Een filosoof denkt na over het leven, zoekt naar wijsheid en hanteert principes die hem gidsen in wat hij doet. Ik zag naar Guardiola als iemand die in een zen-like-hoekje van Playstation leeft, een deel van de harde schijf dat nog niet ontgonnen is. In een geheime kamer, waar schaduwen dansen. Ik kampeer daar ook graag.’

De transfer van Pirlo naar Barça ging niet door omdat de spelmaker in 2006 een contract voor vijf jaar had getekend bij AC Milan waarin hij de salarisdetails van Berlusconi zelf had mogen invullen. Wanneer hij zijn loopbaan overschouwt, komt hij steeds terug bij de beide finales van de Champions League tegen Liverpool in 2005 en 2007. En merkwaardig genoeg kon de zege van 2007 het verlies van 2005 niet compenseren. De nederlaag van 2005, nadat AC Milan een 3-0 voorsprong uit handen gaf, blijft tot vandaag een nachtmerrie voor hem. Hij had zich in 2007 opgeworpen tot brein van het middenveld van AC Milan. De denker van de rossoneri verdeelde het spel met dieptepassen van net voor de defensie. Al leek het in de kwartfinale van de  Champions League einde verhaal toen Van Buyten in de 93 ste minuut de doelpunten van Pirlo en Kaka neutraliseerde namens Bayern (2-2). In München liet de oude glorie zich binnen het half uur gelden met doelpunten van Seedorf en Inzaghi (0-2). Op Old Trafford keerde Kaka de vroege achterstand om in een 1-2 voorsprong. Rooney tikte tegen op het uur en stuurde AC Milan toch met een nederlaag weg in de laatste seconde (3-2). Het team van Alex Ferguson had geen enkel verhaal in de return waar Milan wereldklasse etaleerde (3-0). In het Olympiako Stadio van Athene zagen 74.000 toeschouwers hoe de roodzwarten opnieuw met de uitgekookte 4-3-1-2-formatie van Carlo Ancelotti de belangrijkste Europese voetbaltrofee bemachtigden ten koste van FC Liverpool (2-1). AC Milan had de nachtmerrie van 2005 min of meer bedwongen. Of toch niet?

Het blijft dus een opvallend gegeven: de nederlaag van 2005 doet Pirlo tot vandaag pijn en bepaalde lange tijd zijn gemoedsgesteldheid. Hij wilde de wedstrijd van 2005 nooit opnieuw bekijken maar beleefde ze vaak in zijn hoofd. Hij zocht naar een verklaring en bad voor een happy end zoals in een film waarin het sympathieke karakter toch het einde niet haalt. Tot vandaag begrijpt hij niet wat hem in 2005 overkwam: ‘De echte pijnlijke scène was dat we ons voor eeuwig belachelijk maakten. Het leek op een collectieve zelfmoordpoging waarbij het hele team in de Bosporus sprong. Ik vond het zo eng dat ik later met het gevoel bleef zitten dat ik niet kon ontsnappen aan wat ik de ‘Istanboelervaring’ ben gaan noemen.’ Op geregelde tijdstippen duikt het terug op in mijn hoofd, het roept me bij mijn naam. Na het verlies zaten we als zombies in de kleedkamer. We konden niet spreken, we konden niet bewegen: onbegrip, woede, depressie. Ik voelde me geen voetballer meer. Erger nog: ik voelde me zelfs geen man meer.

De enige mogelijke oplossing waar ik toen aan dacht was opstappen uit het voetbal. We waren voor altijd ‘schuldig’, tot onze eigen schande. We vroegen ons af ‘waarom’? Maar niemand had de antwoorden. Er was geen dokter voor deze groep ‘gekke mannen’, waarvan de ene dacht dat hij Nesta was, de andere noemde zich Seedorf, nog iemand stelde zich voor als Kaka of Crespo. Ik geloofde dat ik Pirlo heette. Ik kon amper slapen. Ik beschouw de DVD van Liverpool 2005 als een vijand in mijn eigen huis. De nachtmerrie eindigde niet.”

Andrea Pirlo stelde zich op als een getormenteerde mens voor wie de zege van 2007 aanvoelde als een balsem op de wonde: “We stonden er opnieuw en wonnen dankzij twee doelpunten van Inzaghi. Een daarvan ontstond uit een vrije trap van mij die hij deed afwijken. Geen goal om fier op te zijn. De intensiteit van onze vreugde viel niet te vergelijken met de droefheid na het verlies van 2005. We probeerden wel maar het lukte ons niet. De pijn bleef. Ik stelde zelfs voor om op het trainingscentrum Milanello een zwarte wimpel aan de triomfmuur te hangen met de verwijzing naar 2005. Als boodschap voor de toekomstige generaties dat men zichzelf nooit onklopbaar mag wanen. Want het is de eerste stap op het verkeerde pad.” Andrea Pirlo legde 2005 en 2007 zwaarmoedig, op het wijsgerige af, met elkaar in de balans. Die helde voor hem over naar de slechte kant.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.

6 reacties

  1. Pingback: Capital One

  2. Pingback: Psilocybe mushroom near me

  3. Pingback: penis enlargement

  4. Pingback: fortnite hacks

  5. Pingback: ร้านทำเล็บเจลใกล้ฉัน

  6. Pingback: link

Leave A Reply