zondag, december 22

JOSE LEANDRO ANDRADE: DE EERSTE WERELDVEDETTE VAN HET VOETBAL (2) – RW

Pinterest LinkedIn Tumblr +

90 jaar geleden,  op 30 juli 1930 won Uruguay de eerste wereldbeker

José Leandro Andrade. De eerste ‘zwarte’ voetbalprins overleed in 1957, drie dagen na zijn 56 ste verjaardag. Men vond hem terug in zijn kleine kelderwoning in Montevideo. Zijn enige bezit: bed, tafel, stoel. En een kartonnen doos met zijn zes gouden voetbalmedailles met Uruguay: Wereldbeker 1930, Olympische Spelen 1924 en 1928, Copa America 1923, 1924 en 1926.

Dit portret komt uit ‘111 Legendarische Voetbalhelden sinds 1920’. Een nieuw boek in de Voetbalbibliotheek De Witte Duivel: verschijnt op 15 augustus 2020.

Voor hem begon van dan af het ware leven. Het Franse publiek viel voor zijn fascinerende optreden. Parijs raakte in de ban van de tango. José Leandro Andrade – la merveille noire – bleef maanden hangen in Parijs en vestigde zijn reputatie van fuifnummer, tangodanser, muzikale duizendpoot en sekssymbool. Hij ontving honderden geparfumeerde liefdesbrieven en hing vaak rond in nachtclubs. Zijn romance met Lily Reverdy, de vedette van de Moulin Rouge, prikkelde de sensatiepers. Hij verbleef een tijd in een Parijse villa en liet zich ‘Monsieur Andrade’ noemen. Toen één van zijn ploegmaats hem daar kwam opzoeken, daalde hij de trap af in een zijden kimono, in het gezelschap van schaarse geklede dames.

Er doken symptomen op van een in die tijd gevreesde ziekte: koortsaanvallen, vermageringsverschijnselen en gezichtsverlies. De diagnose in een Brussels ziekenhuis, na een demonstratiematch in België, klonk verontrustend: syfilis!

Dit weerhield de behandelende hoofdverpleegster Elisabeth niet van een amoureus avontuur met hem.

In Montevideo duurde het geduld niet eindeloos en de voetbalbond sommeerde hem terug te keren tegen de Copa America van 1926. Hij meerde aan in een groen kostuum. Met zijden sjaaltje, modieuze bolhoed, witte handschoenen en een trendy wandelstok. Van de acht interlands zonder Andrade hadden de Celestes er slechts drie gewonnen en in de laatste zes scoorden ze slechts één doelpunt. Hij schitterde als vanouds op de Copa tegen Chili (3-1), Argentinië (2-0), Bolivia (6-0) en Paraguay (6-1).

Hij liet iedereen in het ongewisse over zijn geslachtsproblemen. De voetbaldiscipline kon hem gestolen worden. Hij botste om de haverklap met bestuursleden en medespelers en verkoos de nachtclubs boven het trainingsveld. In de sjieke Royal Dancing Club vertoonde hij elke vrijdagavond zijn tangokunsten als ‘senor presidente’. In de prachtige periode van de Celestes tussen 1923 en 1930 koos hij zijn wedstrijden zorgvuldig uit. Hij ontbrak nooit op grote afspraken maar speelde slechts 34 van de 56 interlands van zijn tijd, vriendschappelijke duels sloeg hij bijna per definitie over. Slechts drie keer stond hij in het verliezende kamp.

In 1928 reisde hij, geheel en al zichzelf, in zijn eentje naar de Olympische Spelen van Amsterdam. De boot met de Celestes was reeds vertrokken, als hij zich uiteindelijk liet overhalen om alsnog deel te nemen. Door zijn toedoen schopte de Uruguayaanse selectie schandaal in Nederland. Ze liet zich gewillig fotograferen op avonden voor de wedstrijden. Breed lachend stond hij daar met flessen Bols onder en blonde meisjes in de arm.

In het naslagwerk ‘Fussballweltmeisterschaft Uruguay 1930’ citeren de auteurs Folke Havekost en Volkert Stahl de Duitse spits Richard Hofmann, die tijdens de Olympiade 1928 onder de indruk van de persoonlijkheid was geraakt. Ondanks zijn afwezigheid in de kwartfinale liepen de Celestes met 4-1 over de Mannschaft heen. En toch pleegde Hofmann een laudatio over Andrade: ‘Een voetbalartiest van het zuiverste water, die met de bal alles kon. Een elastische man, die altijd het directe en elegante spel verkoos, en in zijn gedachten twee of drie situaties vooruitkeek.’ Uruguay zette ook zonder verpozen Nederland (2-0) en Italië (3-2) aan de kant. In de halve finale tegen de Squadra blesseerde hij zich aan het oog en die handicap zou hem achtervolgen tot het einde van zijn leven.

Alle wedstrijden van de titelhouder van 1924 werden in het Olympisch Stadion bijgewoond door 15.000 tot 28.000 toeschouwers. Uitdager Argentinië lokte slechts 3000 tot 7000 kijkers. In de finale liep Uruguay uit tot 0-1, maar na de pauze scoorde Argentinië tegen en beukte op de blauw-witte vesting. Die bleef overeind, ook tijdens de verlengingen, dankzij de kunde en het inzicht van Andrade, die de beste prestatie uit zijn loopbaan leverde. Drie dagen later voerde hij dat kunstje in offensief opzicht op. Uruguay toonde zich sterker en won de gouden replay met 2-1.

De officiële ontvangst op de Uruguayaanse ambassade in Amsterdam kon hem gestolen worden en hij spoorde meteen door naar zijn vriendinnen in Parijs. Het verhaal van 1924 herhaalde zich in de aanloop naar de eerste wereldbeker in Montevideo. Hij opende bij terugkeer zijn eigen café Dancing Scala, dat als biercabaret niet meteen op een goede naam kon bogen. Hij verzaakte aan de trainingssessies in de aanloop naar het WK, maar blonk wèl uit in de beslissende fase. Tijdens de halve finale tegen Joegoslavië (6-1) en in de eindstrijd tegen, opnieuw, aartsrivaal Argentinië: 4-2 voor Uruguay.

Op 30 juli 1930 torende hij, José Leandro Andrade, hoog boven iedere andere voetballer uit. Hij was de beste van de wereld.

Van dan af ging het bergaf met hem. Na zijn voetballoopbaan, hij stopte in 1936, raakte hij aan lager wal. Ziek – de geslachtsziekte takelde zijn lichaam af – en zonder geld. Een benefietmatch lokte amper achthonderd betalende fans. Hij diende het overleven letterlijk te nemen via vernederende baantjes als krantenverkoper, portier en schoonmaker bij een overheidsbedrijf. In 1953 werd hij ontslagen wegens herhaaldelijke dronkenschap, werkverzuim en weigering om het uniform te dragen. Intussen was ook zijn vrouw van hem gescheiden. Hij leefde van dan af noodgedwongen op straat, sliep in bordelen of in opvanghuizen voor armoedzaaiers. Dansen deed hij enkel nog ter vermaak van hoeren en bedelaars. Tot de laatste dag keek hij vertederd naar de kartonnen doos met zijn zes gouden medailles. José Leandro Andrade.

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.