zondag, november 24

NIEMAND WEET… VOOR ZIJN KV MECHELEN, MONOLOOG VAN LUDO CLIJSTERS OVER BROER LEI (1)- RW

Pinterest LinkedIn Tumblr +

Op 4 januari 2019 is het tien jaar geleden dat Lei Clijsters overleed. Onder zijn aanvoerderschap won KV Mechelen in 1987 de Beker van België, in 1988 de Europacup der Bekerwinnaars en in 1989 de Europese Supercup en het landskampioenschap. In 2013 schreef ik met Thijs Delrue het boek ‘KV Mechelen 25 jaar na de Europacup. ’t Is de club van geel en rood’.

Ik sprak toen met Ludo Clijsters over Lei. Ter nagedachtenis aan Lei brengen we dit verhaal in twee afleveringen.

“Niemand weet, niemand voelt, niemand ziet

wat ik met mijn tranen doe

Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan je denken moet

Ik kende jou zo goed’.

Niemand Weet – Johan Verminnen 1984

In 1984 zong Johan Verminnen op de elpee ‘Melancholie’ het lied ‘Niemand weet’. Hij schreef de song voor zijn overleden broer Bert. Het refrein doet denken aan het gesprek met Ludo Clijsters over zijn broer Lei. Ludo is de oudste van de zes kinderen Clijsters. Hij vertelt in monoloogvorm voor het eerst over de speciale band met zijn broer. Over de intieme gesprekken die ze voerden op het einde van zijn leven, afgewisseld met helende stiltes en warme tranen. Over het feit dat hij – op zoek naar de laatste strohalm – onvermoeibaar internet en de wereld afspeurde naar dat ene mogelijke medische lichtpuntje. Af en toe trilt zijn lip van emotie, dan weer golft het gesprek naar een ernstige toon of buldert zijn lach door de kamer. Ludo diept dingen op over Lei die niemand weet.

1

“Niemand weet dat Lei zo zwaar ziek was dat hij die resterende maanden alleen met zijn familie en honden kon doorbrengen: kleinkind, dochters, ouders, broers en zussen. Ik begrijp dat de collega’s van KV 1988 graag van hem hadden afscheid genomen. Aad de Mos, Fi Van Hoof, Piet den Boer, de broers Versavel en vele anderen, ze hebben allemaal gebeld.

Ik heb Lei soms aangepord om hen te ontvangen. Dan antwoordde hij: dat kan ik niet, want als ik die en die laat komen, dan mag ik niet tegen anderen zeggen dat ze niet welkom zijn. Hij had wel 200 vrienden die hem wilden groeten maar dat kon hij lichamelijk niet aan. Daarom trok hij voor iedereen dezelfde lijn, zoals hij destijds met Kim en Elke ten aanzien van de pers had gedaan. Dat was echt weer Lei zoals ik hem kende: de man van de rechte lijn. Ik heb hem dat laatste jaar hooguit twaalf keer ontmoet, één keer per maand. Ik hoorde hem wel vaak aan de telefoon. Hij was bezig met zichzelf, met het gevecht met zijn ziekte, met zijn papa en mama, zijn dochters en zijn kleinkind. Hij wilde een goede opa zijn. Dat jaar is zo bijzonder waardevol geweest voor hem, voor Kim en Elke, voor Jada…Hij heeft geaccepteerd dat hij ging sterven en beleefde daardoor mooie momenten met zijn familie. Hij was niet meer in staat om mensen te ontvangen. Toen zijn tijd gekomen was, koos hij voor de kwaliteit van het leven.”

2

“Niemand weet dat toen Lei in 1984 een huidvlek moest laten wegnemen na de interland Luxemburg-België ik toen gezworen heb: als er geen uitzaaiing is, dan loop ik te voet naar Scherpenheuvel. In die tijd geloofde ik nog een beetje. Het was niet uitgezaaid en ik heb me aan mijn belofte gehouden. Maar ik stond er niet bij stil dat de afstand tussen Maaseik en Scherpenheuvel zo’n dikke 70 kilometer was.”

3

“Niemand weet dat Lei en ik de eersten waren in Europa met een concept van voetbalstages waar kinderen het plezier van het spel leerden via de techniek! We begonnen eraan in 1978 en we richtten samen Soccer International op. Iedereen zag in mij de initiatiefnemer, maar Lei was eigenlijk de drijvende kracht. Ons concept was gebaseerd op de soccer pal, de bal als vriend. Alle deelnemers kregen een bal van topkwaliteit (Select), die ze als hun beste kameraad – pal – moesten beschouwen. Op die wijze kregen ze alles onder de knie. Op het einde van de jaren tachtig kenden we ons hoogtepunt met stages die werden bijgewoond door meer dan zeshonderd kinderen per vakantie uit de hele wereld. Ik denk dat we er zo’n 30.000 hebben zien passeren, ik herinner me een twaalfjarige Japanse jongen die meer dan 15.000 keer met de bal jongleerde. De toppers van KV kwamen toen met Lei mee om de trainingen te verzorgen: Michel Preud’homme, Marc Emmers, Piet den Boer, Erwin Koeman, Geert Deferm en de broers Versavel We mochten ook Luc en vader Nilis begroeten. En Simon Tahamata, Paul Lambrichts, Theo Custers, Jean-Marie Pfaff, Pier Jansen, Mathy Billen, Mark Hendrickx, Bernt Evens en vele anderen. Ze kwamen voor Lei en de voetbaljeugd naar onze stages. Hij was echt fier op zijn monitorenteam. We gebruikten ook de grote Gouden Schoen die Lei van KV Mechelen had gekregen om de aankomende voetballers de juiste motivatie te geven. Ze mochten samen op de foto bij die reuzenschoen met het motto van Soccer International: Talent is hard werken.”

4

“Niemand weet dat Lei zijn nek uitstak voor sociale projecten. Weinig mensen herinneren zich dat hij zijn Gouden Schoen aan een bankdirecteur heeft verkocht ten voordele van een ziekenhuis in Roemenië. Deze schoen is door enkele vrienden van Lei teruggekocht twee jaar geleden en staat nu bij Elke thuis. Als hij naar onze voetbalkampen kwam van Soccer International dan deelde hij truitjes en speelgoed uit aan de kinderen. In Brussel stapte hij ooit uit zijn wagen om twee Marokkaanse jongetjes die met een rommelbal aan het spelen waren een echte voetbal te geven. Dat duurde tien seconden en dan reed hij verder. Ze wisten niet wie hij was en hij maakte zich ook niet bekend. Van alle rechtszaken die Kim heeft gewonnen, naar aanleiding van het feit dat bedrijven misbruik maakten van haar naam, stond hij de volledige opbrengst af aan goede doelen. Daar repte hij verder met geen woord over.”

5

“Niemand weet dat Lei technisch een hoogbegaafde voetballer was. Door zijn 1m78 geblokte gestalte leek hij misschien eerder een krachtvoetballer. Het tegendeel was waar: hij paarde lenigheid aan techniek. Hij kon al die moeilijke oefeningen demonstreren. Hij trainde daar uren op. Hij deed de extreemste dingen met de bal op ons zogenaamde ‘groot circuit’, dat was de apotheose van de stage en daar mocht hij dus niet afgaan. Het toppunt: hij kon die dingen ook in het heetst van de strijd uitvoeren, maar hij paste dat zelden of nooit toe omdat hij in eerste instantie wilde verhinderen dat ze hem konden passeren.

Het succes van Lei en ook van Soccer International bracht ons even in internationale sferen. Bij de vijftigste verjaardag van…Pelé in de zomer van 1990 werden Lei en Michel Preud’homme uitgenodigd voor een benefietwedstrijd in Milaan. Ze stonden er als enige Belgen tussen 24 wereldvedetten. Ik mocht mee omdat Pelé veel waardering had voor jeugdwerking. Tijdens het diner zat ik naast René Higuita, de knotsgekke Colombiaanse keeper met zijn lange zwarte krulharen. Hij zag voor het eerst in zijn leven spaghetti, keek even rond en draaide zijn vork in de saus. Die vloog naar alle kanten tot op verschillende mensen hun witte hemden. Lei heeft hem toen geleerd hoe hij dat moest eten. De meeste spelers hebben trouwens niet gezien wat ze gegeten hebben want op het balkon boven hen paradeerden vijftig van de knapste meisjes in minirokjes.”

Share.

About Author

Raf Willems (1960) noemt zichzelf voetbalschrijver met een boekenkast. Hij is uitgever en auteur van meer dan 40 boeken over ‘voetbal met een knipoog naar geschiedenis & samenleving’ en schreef voor het Nederlandse weekblad Voetbal International (1995-2000), de krant NRC Handelsblad (2001-2006) en de website Stichting meer dan Voetbal (2008-20014). Sinds 2014 Initiatiefnemer van voetbaldenktank & onlineplatform De Witte Duivel.