´¨Hé, jij daar!¨ Ik zag dat een man aan de andere kant van de weg naar me keek en wees. Ik begreep dat mijn sjaal was afgezakt. Ik raakte in paniek. Terwijl ik van de winkel in onze buurt naar huis liep, was er een bal op me af komen rollen. Ik had de boodschappentas dus neergezet om hem terug te spelen en had zelfs de verleiding niet kunnen weerstaan om hem de lucht in te trappen. Naderhand had ik mijn haar gauw weer verstopt onder de sjaal, maar die was weggegleden. ¨Hoe oud ben jij?¨, riep hij terwijl hij snel op me afkwam. Ik negeerde hem en liep terug naar de winkels en drukte waar ik dacht veilig te zijn. Ik was een tiener en hoefde dus geen boerka te dragen, alleen een sjaal, maar daar was hij het duidelijk niet mee eens.´
´Later die middag trapte ik op onze binnenplaats de bal tegen de muur. Ik lette op de verschillende manieren waarop hij terugkaatste wanneer ik er anders tegenaan trapte en probeerde hem daarna net zo te stoppen als ik anderen had zien doen. Mijn vader kwam naar buiten. ¨Khalida, ik moet met je praten.¨ ¨Wacht even´¨ zei ik. ¨Nu, alsjeblieft! Ik heb met je broers en moeder gesproken. Wij allemaal geloven dat het niet veilig voor je is om op straat rond te lopen. Wil je dat beloven? Beloof je dat je niet meer op straat zult voetballen?¨´
´¨Hoeren.¨ De mannen schreeuwden dat onze families niet deugden omdat zij ons lieten voetballen. Ze pakten onze tassen en keerden die om, waardoor de schoolboeken door de lucht vlogen en op de grond vielen. Ze schopten onze van stenen gemaakte doelpalen omver en veegden onze veldlijnen weg. Daarna greep de man die de leiding had een sjaal van de grond en duwde die in het gezicht van een van de speelsters, die achteruit strompelde. Vervolgens liep hij zwijgend en met ingehouden agressie, wat hem nog angstaanjagender maakte dan eerst, naar het midden van het veld. En met een gezicht waarop een mix van woede en plezier te lezen was haalde hij daar een groot mes tevoorschijn, hield het met een dramatisch gebaar voor onze ogen omhoog en stak toen in onze voetbal: een keer, twee keer en nog een derde keer. Vervolgens gooide hij de kapotte bal op de grond. We waren die dag met zijn twintigen op het schoolplein, veruit in de meerderheid, maar we konden niets tegen die mannen doen.´
Bron: Khalida Popal, De Afghaanse Leeuwinnen – Het moedige verhaal van het Afghaanse vrouwenvoetbalteam en hun ontsnapping aan de Taliban, 2025, blz. 39, 43-44, 50-51, 55
In 2021 valt Kabul weer in handen van de Taliban. Van de ene op de andere dag verandert het leven van vrouwen in heel Afghanistan. Voor de speelsters van het nationale voetbalteam betekent dit dat ze vanwege het beoefenen van hun sport in direct levensgevaar verkeren. Khalida Popal, de aanvoerder van het team, was al eerder in haar leven met de Taliban in aanraking gekomen. Als kind ontvluchtte ze samen met haar familie het toenmalige schrikbewind en groeide op in een vluchtelingenkamp in Pakistan. Bij haar terugkeer in Afghanistan in 2007 richtte ze het vrouwenelftal op. Het opkomen voor vrouwenrechten in de sport was niet zonder gevaar en in 2011 werd Khalida Popal opnieuw gedwongen om haar moederland te ontvluchten. Na de val van Kabul is ze als vluchteling in Denemarken veilig, maar haar achtergebleven teamgenoten niet. Samen met anderen organiseert ze hun evacuatie.
Rob Siekmann
Share.